Maak vervolgens de definitieve zaagsnede zoals wordt
getoond in afbeelding X. Forceer de Pole Saw niet.
De motor zal overbelast raken en doorbranden. Het
gereedschap werkt beter en veiliger als u het binnen het
aangegeven capaciteitsbereik gebruikt.
Opmerking: Als u probeert dikke takken van onderaf door
te zagen, dan zal de tak doorzakken en de zaagketting in de
zaagsnede vastklemmen. Als u probeert dikke takken van
onderaf door te zagen, zonder een ondiepe zaagsnede van
onderaf, dan zal de tak versplinteren en schors van de boom
trekken.
Haal de Pole Saw uit de zaagsnede terwijl de zaag nog
u
op volle snelheid draait. Schakel de Pole Saw uit door de
AAN/UIT-schakelaar Los te laten. Zet vooral de Pole Saw
pas wanneer de ketting tot stilstand is gekomen.
Ketting en zwaard
Na enkele uren gebruik moet u de kap van het kettingwiel, het
zwaard en de ketting verwijderen en grondig reinigen met een
zachte borstel. Let erop dat er geen vuil in de smeeropening
op het zwaard mag zitten. Wanneer u een botte ketting
vervangt door een scherpe, is het een goede gewoonte het
zwaard om te keren.
Zaagketting slijpen
Opmerking: De zaagtanden worden direct bot als zij bij het
zagen de grond of een spijker raken. Voor optimale prestaties
van de kettingzaag is het belangrijk dat u de tanden van de
zaagketting scherp houdt. Volg deze handige tips voor het op
de juiste wijze slijpen van de zaagketting:
U bereikt de beste resultaten met vijl van 4,5 mm en een
u
vijlhouder of vijlsteun voor het slijpen van uw ketting. Zo
zorgt u ervoor dat u altijd de juiste slijphoek aanhoudt.
Plaats de vijlhouder plat op de bovenplaat en de
u
dieptemeter van de zaagtand.
Afbeelding Y - Houd de juiste hoek van 30° van de
u
bovenplaat (6a) aan op uw vijlsteun, parallel aan uw
ketting (vijl op 60° van de ketting van opzij gezien).
Slijp de zaagtanden van de ketting eerst aan de ene
u
zijde. Vijl van de binnenzijde van de zaagtand naar
de buitenzijde. Draai dan uw zaag om en herhaal de
procedure voor de zaagtanden aan de andere zijde van
de ketting.
Opmerking: Gebruik voor de bovenzijde van de ruimers
(deel van de ketting voor de zaagtand) een platte vijl zodat
deze ruimers ongeveer 0,635 mm onder de punten van de
zaagtanden uitkomen, zoals wordt getoond in afbeelding Z1.
Afbeelding BZ2 - Houd voor alle zaagtanden een gelijke
u
lengte aan.
Ziet u een beschadiging op het chromen oppervlak van de
u
boven- of zijplaten, vijl deze beschadiging dan weg.
Opmerking: Na het vijlen is de zaagtand scherp, ga zeer
voorzichtig te werk.
(Vertaling van de originele instructies)
Opmerking: Iedere keer dat de ketting wordt geslepen, gaat
iets van de kenmerken van geringe terugslag verloren en
moet u extra voorzichtig zijn. U kunt een ketting beter niet
meer dan vier keer slijpen
Accessoires
Er zijn andere hulpstukken leverbaar waarmee u van uw
gereedschap een Strimmer
BCASST91B – Strimmer®
BCASBL71B – Bladblazer.
Problemen oplossen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Unit start niet.
De accu is niet goed
geplaatst.
De accu is niet opgeladen.
Interne componenten te heet
geworden.
Hulpstuk of verlengde
stang niet op de basis-unit
bevestigd.
De accu laadt
De accu is niet in de oplader
niet op.
geplaatst.
De stekker van de lader zit
niet in het stopcontact.
De omgevingstemperatuur is
te hoog of te laag
Gereedschap
Accu heeft de maximale
werkt
temperatuur bereikt.
plotseling niet
meer.
Accu is leeg. (De accu is zo
ontworpen dat hij zichzelf
plotseling uitschakelt wanneer
hij bijna leeg is. Dit verlengt
de levensduur van de accu.)
NEDERLANDS
of Bladblazer kunt maken.
®
Mogelijke
oplossing
Controleer de manier
waarop de accu is
geplaatst
Controleer de
laadvereisten voor de
accu.
Laat het apparaat
afkoelen.
Controleer dat het hulpstuk
goed op z'n plaats zit en
op de verlengde stang is
vergrendeld.
Controleer dat de
verlengde stang goed
op z'n plaats zit en op
de verlengde stang is
vergrendeld.
Plaats de accu in de lader,
zodat het LED-lampje rood
gaat branden.
Steek de stekker van de
lader in een stopcontact
waar stroom op staat.
Raadpleeg "Belangrijke
opmerkingen over laden"
voor meer informatie.
Verplaats de lader en de
accu naar een locatie waar
de luchttemperatuur hoger
is dan 4,5°C en lager is
dan +40,5°C.
Laat de accu afkoelen.
Plaats de accu op de lader
en laad de accu op.
59