AANWIJZINGEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
PROBLEEM
GROENE LED
brandt niet, de
ventilator werkt niet.
GROENE LED
brandt
GELE LED
brandt
Displayweergave:
GROENE LED
brandt Luch-
tdrukaanduiding
RODE LED
"Increase" of "Decrease"
brandt
GROENE LED
knippert
Displayweergave:
GROENE LED
knippert
Displayweergave:
GROENE LED
knippert
Displayweergave:
GROENE LED
knippert
Displayweergave:
GROENE LED
brandt Luch-
tdrukaanduiding
GROENE
LED"OK" brandt
Displayweergave:
GROENE LED
brandt
Luchtdrukaanduiding
RODE
LED
"Increase" brandt
Displayweergave:
GROENE LED
brandt Perslu-
chtindicatie
GROENE LED
"OK" brandt Geen luchtstro-
om wanneer de toortsknop
wordt ingedrukt
GROENE LED
brandt
Luchtdrukindicatie
GROENE
LED"OK" brandt Pilootboog
ontsteekt niet
Pilootboog aanwezig, het
systeem snijdt niet
MOGELIJKE OORZAAK
Netspanning uitgevallen of het
apparaat is niet op het stroomnet
aangesloten
Bescherming tegen oververhitting
geactiveerd
De in- en uitlaat van de koellucht is
geblokkeerd
Persluchtwaarde te laag of te hoog
Persluchtwaarde onder 3,5 bar
Ingangsspanning te laag
Ingangsspanning te hoog
Stroomfase hapert
Fout in ingangsspanning besturin-
gskaart
Fout in besturingskaart
Fout hulptransformator
Slijtdelen defect of niet correct
geïnstalleerd
Toorts of veiligheidsschakelaar op
de toortskop defect
Hoofdbesturingskaart defect
Geen perslucht beschikbaar
Toortsknop defect
Hoofdbesturingskaart defect
Slijtdelen defect
Hoofdbesturingskaart defect
Massa niet aangesloten
Hoofdbesturingskaart defect
OPLOSSING
Controleer of de lichtnetaansluiting voor het opgegeven
stroomverbruik is ontworpen. Sluit het apparaat op het
lichtnet aan.
De inschakelduur van het apparaat is overschreden. Laat
het apparaat afkoelen.
Zorg ervoor dat de in- en uitlaat voor de koellucht vrij is.
Verhoog of verlaag de luchtdruk.
Controleer compressor en/of toevoerleiding.
Controleer spanning. Zodra de spanning binnen de toege-
stane parameters ligt, gaat de GROENE LED branden en is
de machine weer klaar voor gebruik. Neem anders contact
op met een servicecentrum.
Controleer spanning. Zodra de spanning binnen de toege-
stane parameters ligt, gaat de GROENE LED branden en is
de machine weer klaar voor gebruik. Neem anders contact
op met een servicecentrum.
Controleer de slijtdelenop slijtage en correcte montage, en
controleer ook de veiligheidsschakelaar op de toortskop.
Na een herstart is de machine weer klaar voor gebruik.
Neem anders contact op met een servicecentrum.
Controleer compressor en/of toevoerleiding. Zorg ervoor
dat de toevoerleiding niet geknikt is of in de knoop zit.
Controleer de toortsknop, en repareer of vervang deze
indien nodig.Neem anders contact op met een service-
centrum.
Controleer de slijtdelen op slijtage en vervang deze indien
nodig.Neem anders contact op met een servicecentrum.
Zorg ervoor dat de aardleiding correct is aangesloten.
Controleer kabel, klem en stekker op beschadigingen, en
vervang deze indien nodig.Neem anders contact op met
een servicecentrum.