Aanleren van een apparaat op de Repeater
1.
Selecteer een apparaat (zoals zone, sirene, keypad of I/O uitbreiding) om aan
te leren op de repeater.
Opmerking: Afstandsbedieningen worden automatisch toegevoegd aan de repeater,
hierdoor is het niet nodig om de afstandsbediening manueel toe te voegen aan de repeater.
2. Bijvoorbeeld, om een detector aan te leren op de repeater:
Via het installateursmenu van het paneel, ga naar Programmering >
Apparaten > Wijzigen > Zones > Parameter / Selecteer Zone > Geavanceerd
> 8) Wijzig Aanleren
3. Selecteer via de Repeater.
4. Klik op <OK>.
5. Herhaal de stappen 1 tot 4 om additionele detectoren aan te leren met een
maximum van 32 detectoren per repeater.
OPMERKING:
Wanneer u de installateursmode verlaat zal het paneel de aangepaste lijst
doorsturen naar de repeater.
Verwijderen van de Repeater van een paneel
1.
Via het Installateursmenu van het paneel, ga naar Programmering >
Apparaten > Verwijder > Repeater.
2.
Verwijder de repeater zonder apparaten te verwijderen die aangeleerd zijn
aan de repeater (1. Behoud apparaten) of verwijder de repeater en verplaats
de apparaten naar het paneel (2. Apparaten → Hoofd).
3.
Klik op <OK>.
OPMERKING:
1. Wanneer u het serienummer vervangt van een aangeleerde repeater met het
serienummer van een nieuwe repeater zullen alle aangeleerde apparaten
verplaatst worden naar de nieuwe repeater (zoals in optie 1. Behoud apparaten).
2. Wanneer u de installateursmode verlaat zal het paneel de aangepaste lijst
doorsturen naar de repeater.
Testen van het systeem
Wanneer de apparaten, repeater en beveiligingspaneel geïnstalleerd werden op
hun finale locatie dient u het complete systeem als volgt te testen :
1.
Kalibreer de repeater. (voor verdere instructies gelieve de
installatiehandleiding te raadplegen van het paneel)
2.
Voer een looptest uit en observeer de LED's van de apparaten en de repeater.
(voor verdere instructies gelieve de gebruikershandleiding te raadplegen)
37