NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen. Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 397 / EN 50365 / EN 12492.
Deze bijsluiter bevat de nodige informatie voor een correct gebruik van het/de
volgende product(en): Aries helmen, Aries Air en Aries Tree (afb. 1). Het model
Aries is een helm die voldoet aan de normen EN 397 en EN 50365 en die ont-
wikkeld is voor de bescherming tegen vallende objecten en elektrische gevaren
in industriële omgevingen (werken op kabels, op hoogtes, op bouwplaatsen). Het
model Aries Air is een geventileerde helm die voldoet aan de norm EN 397 en
die ontwikkeld is voor de bescherming tegen vallende voorwerpen in industriële
omgevingen (werkzaamheden op kabels, op hoogtes, op bouwplaatsen). Het
model Aries Tree is een geventileerde helm die voldoet aan de norm EN 12492
en die ontwikkeld is voor bergbeklimmen, boomklimmen en reddingsoperaties in
de bergen.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) en voldoet aan verorde-
ning (EU) 2016/425. EN 397:2012- Veiligheidshelmen voor de industrie. De
norm EN 397 voorziet bovendien in de volgende optionele vereisten (afb. A,
punt N): A) Bescherming tegen stoten en penetratie tot -30°C; B) Weerstand tegen
laterale vervorming; C) Bescherming tegen onopzettelijk contact met geleiders on-
der spanning die een wisselstroom van 440 V kunnen bereiken; D) Bescherming
tegen projecties van gesmolten metalen. EN 50365:2002- Elektrisch isolerende
helmen voor gebruik bij laagspanningsinstallaties. EN 12492:2012- Bergbeklim-
mersuitrusting: helmen voor bergbeklimmers. Aandacht! Controleer de normen en
de facultatieve uitbreidingen waarvoor de helm in uw bezit is gecertificeerd (afb.
1). Let op! Voor dit product is een grondige periodieke inspectie verplicht (alge-
mene instructies/paragraaf 8). Let op! Zoals voorzien in de EU-verordening is het
model Ram een PBM van de derde categorie: de productie ervan is bijgevolg
onderworpen aan een jaarlijkse controle en de markering geeft het nummer van
de relevante aangemelde instantie aan.
1.1 - Weerstand van de kinriem. De norm EN 12492 voorziet dat de kinriem
een weerstand van 50 daN moet hebben, zodat de helm bij een valpartij op het
hoofd blijft zitten. De norm EN 397 voorziet dat de kinriem een weerstand tussen
15 daN en 25 daN moet hebben, om het risico op wurging te verminderen.
2) AANGEMELDE INSTANTIES.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M5; N1.
3) BENAMING (afb. 4). A) Externe kap. B) Ventilatiegaten. C) Lamphouderclip.
D) Bevestigingsriempje. E) Scheiders om de kinriem te regelen. F) Hoofdband.
G) Gesp om de kinriem te sluiten en op te spannen. H) Gesp met automatische
ontkoppeling tussen 15 en 25 daN. I) Zittingen om het vizier te installeren. L) Zit-
tingen voor het installeren van een koptelefoon met snelkoppeling. M) Draaiknop
om de hoofdband bij te regelen. N) Etiket. O) Voering. P) Nekflapnetje.
3.1 - Belangrijkste materialen. Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 2.4): 7; 8; 9; 10. Legende van de onderdelen (afb. 2): A) Lamphouderclip;
B) Kap; C) Voering; D) Riempjes; E) Hoofdband.
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemeen (Afb. 3). Indicaties: 1; 2; 3; 4; 6; 7; 8; 11; 12; 18; 30)
Aanduiding dat het systeem beantwoordt aan de uitbreiding van de normen EN
397 of EN 12492 voor bescherming tegen stoten en penetratie tot -30°C; 31)
Gewicht van het product; 32) Aanduiding dat het systeem beantwoordt aan de
uitbreiding van de norm EN 397 voor weerstand tegen laterale vervorming; 33)
Aanduiding dat het systeem beantwoordt aan de uitbreiding van de norm EN
397 voor bescherming tegen onopzettelijk contact met geleiders onder spanning
die een wisselstroom van 440 V kunnen bereiken; 34) Aanduiding dat het sys-
teem beantwoordt aan de uitbreiding van de norm EN 397 voor bescherming
tegen projecties van gesmolten metalen; 35/36) Symbool en aanduiding dat het
product beantwoordt aan de norm EN 50365 klasse 0, voor bescherming tegen
elektrische risico's; 37/38) Zone die kan worden ingevuld voor identificatie van
het systeem.
4.2 - Traceerbaarheid (Afb. 3). Indicaties: T2; T8; T9.
5) CONTROLES. Naast de hierna aangegeven controles, dient u de voorschriften
in de algemene gebruiksaanwijzingen (paragraaf 3) te respecteren. Controleer
vóór elk gebruik of: alle delen van het systeem intact zijn, geen beschadiging ver-
tonen en onderling correct zijn vastgemaakt. Aandacht! Na een sterke schok kan
er binnenin de helm schade zijn die met het blote oog onzichtbaar is, en die het
vermogen om schokken op te vangen en de weerstand van de helm sterk kunnen
doen afnemen: daarom moet u de helm na een sterke schok altijd vervangen.
6) GEBRUIKSAANWIJZINGEN. Om een geschikte bescherming te verzekeren,
moet de helm de juiste afmetingen hebben en op basis van de omvang van het
hoofd van de gebruiker worden bijgeregeld (afb. 5). Aandacht! U mag een helm
niet gebruiken als u er niet in slaagt om die correct bij te regelen. In dat geval
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
dient u de helm te vervangen door een helm van een andere maat of een ander
model.
6.1 - Plaatsing en afstelling. Verbreed de hoofdband door op correcte wijze aan
de regelknop te draaien (afb. 5.1); zet de helm op uw hoofd zodat de regelknop
zich in de buurt van uw nek bevindt (afb. 5.2). Draai aan de regelknop om de
maat van de omtrek te vergroten of te verminderen, tot u de optimale maat bereikt
(afb. 5.3-5.4). Regel de verticale positie van de hoofdband door de riempjes in
hun zittingen te laten verschuiven. Regel de scheiders om de kinriem naar voren
of naar achteren te verplaatsen, zodat de helm perfect op uw hoofd zit (afb.
5.5). Denk eraan dat de scheiders onder de oren van de gebruiker moeten zitten.
Maak de gesp vast om snel te sluiten en aan te halen: bij een correcte sluiting
hoort u een klik (afb. 5.6). Span de kinriem op, om de stabiliteit van de helm te
verbeteren. Trek aan het riempje van de kinriem met gesp om na te gaan of die
correct gesloten is (afb. 5.7). Druk op de zijvinnen van de sluitgesp om de helm
af te doen. Aandacht! Indien nodig regelt u de hoogte van de hoofdband op
twee posities volgens de aangegeven instructies (Fig.12). Aandacht! Controleer
tussen het regelsysteem en de helm of er geen zones zijn waar een riempje niet
opgespannen is (afb. 7.1÷7.4). Een correcte afstelling van alle parameters zorgt
voor meer gebruikscomfort en verhindert dat de helm onbedoeld afvalt: zijwaartse
bewegingen en bewegingen vooruit en achteruit moeten tot een minimum beperkt
zijn.
7) ALGEMENE WAARSCHUWINGEN. Een helm dient om het hoofd van de
gebruiker te beschermen tegen voorwerpen die naar beneden vallen en tegen
een schok veroorzaakt door eventuele obstakels. Een helm dragen vermindert in
aanzienlijke mate risico's die voortvloeien uit werkzaamheden op hoogte maar
sluiten die niet volledig uit. Men dient daarom altijd ook voorzichtig en bewust
te handelen. Bij stoten waarvan de kracht groter is dan de normen waarvoor
de helm is ontwikkeld en gehomologeerd, neemt de helm zoveel mogelijk de
maximale hoeveelheid energie op en gaat daardoor vervormen of in extreme
gevallen zelfs breken.
7.1 - Voorzorgen voor het gebruik. In naleving van de veiligheidsnormen waar-
voor de helm is gemaakt, kan de helm stuk raken als die aan grote samendrukking
wordt onderworpen. Het is daarom absoluut noodzakelijk om te vermijden om:
opzettelijke schokken te veroorzaken, ongeacht de reden: de helm te gebruiken
om erop te zitten; de helm in een overvolle rugzak pletten.
8) WAARSCHUWINGEN EN 50365. Het model Aries is in overeenstemming met
de norm EN 50365 klasse 0, voor bescherming tegen elektrische risico's: maxi-
male nominale spanning van 1500 V in gelijkstroom of 1000 V in wisselstroom.
Vóór het gebruik: controleer of de nominale spanning die in de werkomgeving
van kracht is de bovenstaande limieten niet overschrijdt. Aandacht: de elektrische
bescherming van de helm kan verminderd zijn door veroudering, mechanische of
chemische schade, een ongeschikte reiniging of bijzondere gebruiksomstandig-
heden (vb. gebruik in de regen of bij sneeuw). Een isolerende helm mag nooit
als alleenstaand middel worden gebruikt, het is noodzakelijk om ook andere iso-
lerende beschermingsmiddelen te gebruiken, in functie van de risico's die met de
werkzaamheden verbonden zijn. Een isolerende helm mag niet worden gebruikt
in omstandigheden waarin het risico bestaat dat de isolerende eigenschappen
ervan gedeeltelijk kunnen worden verminderd.
9) OPSLAG / TRANSPORT / REINIGING. Naast de hierna aangegeven aanwij-
zingen, dient u de voorschriften in de algemene gebruiksaanwijzingen (paragraaf
13-14) te respecteren. Het systeem wordt normaal verpakt in een kartonnen doos
geleverd, met daarop een identificatielabel van de fabrikant. Aandacht! De om-
standigheden van het transport en de opslag zijn een belangrijke factor om de
elektrische en mechanische prestaties van het systeem te behouden. Aandacht!
Bewaar bij een temperatuur tussen 5°C en 35°C. Aandacht! Als het systeem vuil
of besmeurd raakt (door olie, teer, verf, enz.), moet men het oppervlak aan de
buitenkant zorgvuldig schoonmaken volgens wat in de aanwijzingen is aangege-
ven (algemene gebruiksaanwijzingen / paragraaf 13).
10) RESERVEONDERDELEN/ACCESSOIRES (afb. 14). Dit product is compatibel
met de volgende accessoires:koptelefoon met snelkoppeling; lampen vooraan.
Aandacht! Controleer de compatibiliteit vóór het gebruik. Dit product is alleen
compatibel met de reserveonderdelen en de specifieke accessoires die hierna
worden opgesomd: vizieren VISOR A (ref. nr. 6X9300A), VISOR A-F (ref. nr.
6X9301A); voering hoofdband en achterkant (ref. nr. 6X929KIT02); intern tuig
met riempjes/nekflap/hoofdband (ref. nr. 6X929KIT01 / 6X931KIT01); lamp-
houderclip (ref. nr. 6X929KIT03); reflecterende stickers (ref. nr. 6X929KIT04).
10.1 - Het vizier installeren. Men dient de vizieren Visor A en Visor A-F te instal-
leren en te verwijderen volgens de richting voor het plaatsen/wegnemen die is
afgebeeld (afb. 9.1÷9.3). Het vizier kan in twee standen worden gehouden:
open (afb. 9.4) of gesloten (afb. 9.5).
10.2 - Het interne tuig vervangen. 1) Verwijder de lamphouderclips met behulp
van het interne hendeltje van elke clip en door erop te duwen zoals afgebeeld
(afb. 10.1). 2) Verwijder de interne clips, vooraan en achteraan, met behulp van
het externe hendeltje van elke clip en door erop te duwen zoals afgebeeld (afb.
10.2). 3) Verwijder de centrale interne clips door ze naar buiten te duwen zoals
afgebeeld (afb. 10.2). 4) Neem het vervangende interne tuig en bevestig de
clips vooraan, achteraan en in het midden in de kap erop, zodat het in positie
IST41-6X929CT_rev.3 05-21
19/35