• Afprøv, om enheden fungerer korrekt.
• For at fjerne motorhuset tryk på frigørelseslåsen i bunden og løft op.
Fastgørelse af motorhuset til bagpladen (valgfri).
A. Filteret fjernes forsigtigt med en skruetrækker ved at frigøre tappen
på filteret som vist.
B. Fastgør motorhuset til bagpladen ved hjælp sikkerhedsskruen
(følger med).
C. Tilslut filter.
Automatisk vandskyl
Produktet et udstyret med automatisk vandskyl, som aktiveres i 60 sek.
24 timer efter sidste brug. Dette hjælper med at reducere stillestående
vand og bakteriespredning i produktet. Sørg for, at produktet altid er
installeret over en fungerende vaskekumme med tilsluttet afløb.
NL
1. Positioneer.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het uitpakken van de onderdelen. Er kunnen
scherpe hoeken of randen aan zitten die kunnen snijden of schade
kunnen veroorzaken.
OPMERKING: De wasbakken zouden zonder pluggen gemonteerd
moeten worden.
OPMERKING: Plaats de omlaag gerichte sensor van de kraan niet
boven een reflecterend oppervlak, zoals het afvoerputje.
• Positioneer de kraan in het midden van de wasbak, zoals is
afgebeeld. Markeer de positie.
• Maak een gat met een diameter van 35 mm in het werkblad.
• Zorg ervoor dat de nodige stroom- en mengwatervoorzieningen
beschikbaar zijn om later aangesloten te kunnen worden.
2. Monteer de kraan.
• Oppervlakken moeten droog zijn voor installatie.
• Schuif de dunne rubberen pakkingring om het bovendeel van
de kraan.
• Steek het bovendeel en de daaraan bevestigde waterslang en
communicatiekabel door het gat in het werkblad. Controleer of de
dunne rubberen afdichting onder de kraan gelijkmatig en vlak is.
• Controleer of de kraan op de juiste plek boven de gootsteen zit.
• Schuif de dikke rubberen pakkingring om het bovendeel van
de kraan.
• Schuif de metalen pakking om het bovendeel van de kraan.
• Schroef de koperen borgmoer op het bovendeel van de kraan en
laat een ruimte van maximaal 5 mm over tussen de metalen pakking
en de koperen borgmoer.
• Draai de schroeven door de koperen borgmoer in de metalen
pakking aan, totdat deze handvast aangedraaid zijn.
3. Monteer de slang.
• Schuif de slang omhoog over de waterleiding
en communicatiekabel.
• Steek de waterleiding door het juiste uiteinde van de slang, zoals
weergegeven. Gebruik een waterpomptang om de waterleiding
voorzichtig omhoog te trekken tot aan de dikke witte lijn. Zorg ervoor
dat de pakkingring om de waterleiding nauwsluitend in de slang past,
zodat deze luchtdicht is.
• Steek de communicatiekabel door het juiste gat, zoals weergegeven.
Gebruik geen waterpomptang, omdat deze de elektrische
aansluitingen kan beschadigen. Zorg ervoor dat de pakkingring om
de kabel nauwsluitend in de slang past, zodat deze luchtdicht is.
• Draai de bovenste slangfitting op het bovendeel van de kraan, zodat
deze handvast aangedraaid zit.
4. Kies de positie van de achterplaat.
• Verwijder de kabelboom en de leidinggoot met behulp van een T15
Torx-schroevendraaier (zie stappen 9, 12)
• De achterplaat kan op drie manieren worden gepositioneerd:
verticaal of 90° horizontaal links of rechts. De vrije ruimte vanaf de
vloer moet minimaal 100 mm zijn.
• Plaats de achterplaat zodanig dat de slang erbij kan.
• Markeer de plaats waar de achterplaat tegen de muur moet komen
met een potlood. Gebruik de achterplaat om de plaats waar de 4
bevestigingspunten moeten komen te markeren.
WAARSCHUWING: Gebruik de achterplaat niet als richtlijn bij het
boren. Zorg ervoor dat er zich geen (gas-, water- of lucht)leidingen
of stroomkabels, bedrading of buizen direct achter het te boren/
monteren gedeelte bevinden.
• Boor gaten in de muur.
Kabelingang
De kabel kan vanaf de onderzijde of vanaf de muur direct aan de
achterkant van de unit via de kabelingang aan de achterzijde worden
aangevoerd. Beslis voordat u begint waar deze moet komen.
Als u kiest voor kabelinvoer via de onderzijde, gebruik dan een tang
om het voorgemarkeerde uitbreekbare paneel op de onderzijde van
de achterplaat te verwijderen. Vijl de randen van het uitbreekbare
gedeelte glad.
5. Bevestig de achterplaat tegen de muur.
OPMERKING: Als de kabel rechtstreeks vanaf de muur via de
achterplaat moet worden doorgevoerd, trek de stroomkabel dan eerst
door de achterplaat voordat u deze aan de muur bevestigd.
• Gebruik de juiste bevestigingsmaterialen om de achterplaat aan de
muur te bevestigen.
Gebruik geen verzonken schroeven.
• Gebruik geen afdichtmiddel bij het bevestigen van de unit aan
de muur.
35
6. Sluit de waterleiding aan.
A. Verwijder de twee schroeven die de solenoïde op zijn
plaats houden.
B. Ontgrendel de solenoïde en til deze op, en ontgrendel het handvat.
C. Snij de waterleiding op maat op de witte stippellijn.
D. Schuif de slangklem over de waterleiding.
E. Bevestig de waterleiding voorzichtig aan de solenoïde.
F. Klem de solenoïde en het handvat weer op hun plaats.
G. Bevestig de solenoïde met twee schroeven.
H. Draai de slangklem aan.
7. Sluit de communicatiekabel en slang aan.
A. Sluit de communicatiekabel in de slang aan op de connector in de
achterplaat, zoals weergegeven.
Controleer de richting van de connector – de twee tabs moeten
uitgelijnd zijn.
B. Zorg ervoor dat het snoer juist door de sleuf in de achterplaat loopt
en controleer of de pakkingring nog steeds goed vastzit in het uiteinde
van de slang.
C. Klik de slang in de achterplaat.
8. Sluit de hoofdstroomkabel aan.
WAARSCHUWING: Kans op elektrische schokken!
A. Gebruik flexibele of vaste leidingen en elektrisch
installatiemateriaal voor het aanleggen van de stroomvoorziening.
Zorg ervoor dat de flexibele of vaste leiding en de kabels lang genoeg
zijn om de achterplaat en het elektrische aansluitblok met elkaar
te verbinden. Steek de contactdraad en de nulleider in de daartoe
bestemde aansluitpunten op het blok. Controleer of de aansluitingen
correct zijn voordat u verder gaat.
B. Zet de kabelbus vast.
9. Plaats de kabelgoot.
• Bevestig de kabelgoot aan de achterplaat, zoals weergegeven (met
de zes meegeleverde schroeven). Zorg ervoor dat er geen draden
klem zitten wanneer u de goot vastzet.
• Controleer of de pakkingring nog steeds goed vastzit in het uiteinde
van de slang.
10. Sluit de mengwatervoorziening aan.
• Sluit de geïsoleerde mengwatervoorziening aan op de aansluiting
op de achterplaat.
• Zet de waterkraan open.
11. Controleer op lekkages.
• Zet aan.
• KALIBRATIECYCLUS: Als de kraan boven een wasbak is geplaatst,
hebben de sensoren tijd nodig om de wasbak en de omgeving te
kalibreren. De kraan ondergaat een kalibratiecyclus van 30 seconden
als deze de eerste keer wordt ingeschakeld waar de voorwerpen bij
de sensoren worden geanalyseerd. Het is belangrijk dat de wasbak
tijdens deze cyclus vrij is van voorwerpen of vuil en dat u de
water- of luchtstroom niet activeert. Na 30 seconden kunt u de