nl - Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
– Voer geen handelingen uit die elektrische vonken produceren: gebruik geen lichtschake-
laars, apparaatschakelaars of deurbellen meer. Trek geen stekker uit de contactdoos.
Gebruik geen telefoon of mobiele telefoon.
– Open direct alle ramen en deuren en zorg voor tocht.
– Sluit de gaskraan van de gasleidingen.
– Betreed ruimtes waarin een gaslucht hangt nooit met het licht aan.
– Steek geen lucifer of aansteker aan.
– Neem contact op met het verantwoordelijke gasbedrijf.
Technische en elektrische veiligheid
Plaats de mangel niet in één ruimte met reinigingsautomaten waarin oplosmiddelen wor-
den gebruikt die PER of CFK's bevatten.
De mangel mag alleen in droge ruimtes worden gebruikt.
Gebruik de mangel alleen wanneer alle afneembare delen van de ommanteling zijn ge-
monteerd. Onderdelen die draaien, onder stroom staan of heet worden, zijn dan niet toe-
gankelijk.
De veiligheidsvoorzieningen en de bedieningselementen van de mangel mogen niet wor-
den beschadigd of verwijderd.
Voer geen aanpassingen aan de mangel uit die niet uitdrukkelijk door Miele zijn toege-
staan.
Als bij de mangel bedieningselementen of kabelisolaties beschadigd zijn, mogen deze
niet worden gebruikt voordat ze zijn gerepareerd.
Reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een vakman worden uitgevoerd. Ondes-
kundig uitgevoerde reparaties kunnen een groot gevaar opleveren voor de gebruiker.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan de veiligheidseisen voldoen
die Miele aan de mangel stelt.
De elektrische veiligheid van deze mangel is uitsluitend gegarandeerd als deze wordt
aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstal-
leerd. Het is belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaar-
de is voldaan. Laat in geval van twijfel de gebouwinstallatie door een vakman inspecteren.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een
ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Er staat alleen dan geen spanning op de mangel als de hoofdschakelaar of de zekering
van de installatie (ter plaatse) is uitgeschakeld.
Afhankelijk van het type textiel en de restvocht kan er tijdens het proces in zeldzame ge-
vallen een tekort aan elektrostatische lading bij de mangel optreden.
Gebruik van het apparaat
De mangel mag niet onbeheerd worden gebruikt.
114