Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt
van brandbare materialen. Vonken kunnen deze mate-
rialen ontsteken.
Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare
koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water of
andere vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische
schok leiden.
Zet het werkstuk vast. Een in een spanvoorziening vast-
gezet werkstuk wordt steviger vastgehouden dan in uw
hand.
Controleer voor de ingebruikneming de netaansluitka-
bel en de netstekker op beschadigingen.
Gebruik altijd het elektrische gereedschap samen met
een PRCD-veiligheidsschakelaar (*). Controleer altijd
voor het begin van de werkzaamheden de PRCD-veilig-
heidsschakelaar (*) op juiste werking (zie pagina 50).
Overige veiligheidsvoorschriften
Gebruik tijdens de werkzaamheden een
gehoorbescherming.
Gebruik een stationaire afzuiginstallatie, blaas de ven-
tilatieopeningen regelmatig schoon en sluit het gereed-
schap via een aardlekschakelaar aan. Onder extreme
gebruiksomstandigheden kan tijdens het bewerken van
metaal geleidend stof in het elektrische gereedschap
terechtkomen. Daardoor kan de veiligheidsisolatie van
het elektrische gereedschap worden geschaad.
Er mogen geen plaatjes of symbolen op het elektrische
gereedschap worden geschroefd of geniet. Een bescha-
digde isolatie biedt geen bescherming tegen een elektri-
sche schok. Gebruik stickers.
Bewerk geen magnesiumhoudend materiaal. Er bestaat
brandgevaar.
Bewerk geen met koolstofvezel versterkte polymeren
(CFRP) en geen asbesthoudend materiaal. Deze gelden
als kankerverwekkend.
Hand- en armtrillingen
Het in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillingsniveau
is gemeten met een volgens EN 62841 genormeerde
meetmethode en kan worden gebruikt om elektrische
gereedschappen met elkaar te vergelijken. Deze is ook
geschikt voor een voorlopige inschatting van de tril-
lingsbelasting.
Het aangegeven trillingsniveau representeert de hoofd-
zakelijke toepassingen van het elektrische gereedschap.
Als echter het elektrische gereedschap wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereed-
schappen of onvoldoende onderhoud, kan het trillings-
niveau afwijken. Dit kan de trillingsbelasting gedurende
de gehele arbeidsperiode duidelijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelas-
ting moet ook rekening worden gehouden met de tijd
waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het
gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt
gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de
gehele arbeidsperiode duidelijk verminderen.
Leg extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de bediener tegen het effect van trillingen vast, zoals:
onderhoud van elektrische gereedschappen en inzetge-
reedschappen, warm houden van de handen, organisa-
tie van het arbeidsproces.
Omgang met gevaarlijke stoffen
Bij werkzaamheden voor materiaalafname met dit
gereedschap ontstaat stof dat gevaarlijk kan zijn.
Aanraken of inademen van sommige soorten stof, bij-
voorbeeld van asbest en asbesthoudende materialen,
loodhoudende verf, metaal, sommige houtsoorten,
mineralen, silicaatdeeltjes van steenhoudende materia-
len, verfoplosmiddelen, houtbeschermingsmiddelen en
aangroeiwering voor watervoertuigen kan bij personen
allergische reacties, ademwegziekten, kanker en/of
voortplantingsdefecten tot gevolg hebben. Het risico
door de inademing van stof is afhankelijk van de bloot-
stelling. Gebruik een op de vrijkomende stofsoort afge-
stemde afzuiging en persoonlijke veiligheidsuitrusting
en zorg voor een goede ventilatie van de werkplek. Laat
de bewerking van asbesthoudend materiaal over aan
een vakman.
Houtstof en lichtmetaalstof, hete mengsels van schuur-
stof en chemische stoffen kunnen onder ongunstige
omstandigheden zelf tot ontsteking komen of een
explosie veroorzaken. Voorkom wegvliegende vonken
in de richting van het stofreservoir en oververhitting
van het elektrische gereedschap en het schuurmateriaal.
Maak het stofreservoir op tijd leeg. Neem de bewer-
kingsvoorschriften van de fabrikant van het materiaal en
de in uw land geldige voorschriften voor de te bewer-
ken materialen in acht.
Bedieningsvoorschriften.
Beweeg het elektrische gereedschap alleen inge-
schakeld naar het werkstuk toe. Anders kunnen
werkstuk en inzetgereedschappen beschadigd raken.
Altijd eerst proefzagen omdat de schaalverdeling voor
de verstekhoek een tolerantie heeft. Bijstelling kan
noodzakelijk zijn.
Zaag telkens slechts één werkstuk. Op elkaar gesta-
pelde werkstukken kunnen onvoldoende worden vast-
geklemd of vastgehouden. Daardoor kan tijdens het
zagen het blad vastlopen of kunnen de werkstukken
wegglijden.
handen en kleding met spanen. Probeer niet om het
inzetgereedschap te verwijderen terwijl het nog draait.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
dens de toepassing heet worden. Laat het inzetgereed-
schap afkoelen voordat u het wisselt.
Montage op het werkoppervlak (zie pagina 4)
Monteer het elektrische gereedschap met een geschikte
schroefverbinding op het werkoppervlak.
Diepteaanslag instellen (zie pagina 6)
Wanneer de diepteaanslag te laag is ingesteld, bestaat
het gevaar dat er in de spanenbak of de zaagtafel wordt
gezaagd. Stel de diepteaanslag niet te laag in.
nl
Letselgevaar door spanen.
Voorkom aanraking van uw
Verbrandingsgevaar. Het
inzetgereedschap kan tij-
49