dienen houtresten te worden verwijderd uit
de aansluiting voor de stofafzuiging. Deze
houtresten kunnen in aanraking komen met
het zaagblad, waardoor gevaarlijke situaties
kunnen ontstaan.
• H et zaagblad is één van de belangrijkste
onderdelen van een zaagtafel.
De juiste keuze van materiaal, de vertanding
en het aantal omwentelingen, alsmede het op
de juiste wijze slijpen en monteren verhoogt
niet alleen de levensduur van het zaagblad,
doch voorkomt ook scheuren of breuken en de
daaruit voortvloeiende gevaren. Monteer geen
andere zaagbladen dan de voorgeschreven
zaagbladen.
• B ij het zagen van korte blokken moet een
duwhout worden gebruikt van ongeveer
dezelfde hoogte als het werkstuk.
De voorkant van het duwhout moet iets "in
de haak" staan waardoor opwippen van het
hout wordt voorkomen. De voorkant van de
hulpgeleider mag maximaal 10 mm voorbij het
punt liggen waar het zaagblad het hout over de
volle hoogte zal inzagen.
• H et zagen van pennen of invalwerk levert een
verhoogd risico op.
Pennen zagen en invalwerk dienen daarom op
een daarvoor ingerichte machine (pennenbank
of freesmachine) te geschieden en niet op
deze zaagbank.
• H et zagen van afvalhout en brandhout moet
vermeden worden.
Omdat de kwaliteit van de zaagsnede hierbij
niet van belang is, is de gebruiker eerder
geneigd ongeconcentreerd te zagen, het
werkstuk onvoldoende op spijkers, knoesten
en andere onregelmatigheden te controleren,
en stevig door te duwen met de zaag. Bij het
zagen van brandhout is de kans groot dat het
hout gaat rollen wat tot gevaarlijke situaties
kan leiden. Daarom wordt geadviseerd om
het zagen van afvalhout en brandhout te
vermijden.
• G root werkstuk.
Bij het zagen van grote werkstukken dient
het werkstuk op zaagtafelhoogte te worden
ondersteund m.b.v. een extra tafelverlenging.
Deze verlenging kan gemaakt worden d.m.v.
hout en dient achter de machine geplaatst
worden en onafhankelijk van de zaagmachine
op de werkbank vastgezet te worden. Ook
18
All manuals and user guides at all-guides.com
Voorbeelden van wat er fout kan gaan bij
ondeskundig gebruik van de zaagtafel
• I n aanraking komen met het draaiende
• T erugslag van het werkstuk.
• D e zaag staat te laag boven het tafelblad
• H et vastklemmen van het werkstuk op het
• H et ontbreken van een hulpgeleider (liniaal) of
• S tukspringen van het draaiende zaagblad.
• E en verkeerde manier van slijpen;
• E en verkeerde montage van het zaagblad;
• E en foutieve werkmethode;
• H et zagen van niet voor het zaagblad geschikt
• E lektrische installatie.
kunt u, voor het vasthouden van het hout,
de hulp inroepen van andere deskundige
personen. Dit mogen echter geen jeugdigen
zijn beneden de 18 jaar.
zaagblad.
Dit kan plaatsvinden door het niet aanwezig zijn
of een onjuist gebruik van de beschermingen
en hulpmiddelen (zoals de beschermkap,
afscherming onder het tafelblad, het
spouwmes, en het duwhout). Ook het niet
goed functioneren van beschermingen
en hulpmiddelen kan de aanleiding zijn
tot ongevallen. Wanneer de machine is
uitgeschakeld en daardoor geen geluid meer
maakt is de gebruiker er zich niet van bewust
dat het zaagblad (nog) kan draaien. Ook
hiervoor is de beschermkap van groot belang.
Bij terugslag van het werkstuk kunnen in de
omgeving aanwezige personen door het met
grote kracht wegvliegende werkstuk worden
geraakt en hierdoor zwaar of zelfs dodelijk
letsel oplopen. Terugslag van het werkstuk
kan de volgende, al of niet gecombineerde,
oorzaken hebben:
waardoor het werkstuk bij de aanvoer direct in
aanraking komt met de tanden die zich in de
richting van de gebruiker bewegen.
zaagblad ten gevolge van het ontbreken van
een spouwmes of het gebruik van een te dun
dan wel verkeerd afgesteld spouwmes.
het verkeerd instellen daarvan. Het hout kan
daarbij bekneld raken tussen de hoofdgeleider
en het draaiende zaagblad.
D it is mogelijk ten gevolge van:
materiaal.
H et onder elektrische spanning geraken van
metalen delen en het ontstaan van brand door