SeeSnake
Inspectie vóór ingebruikname
WAARSCHUWING
U moet uw microDrain Systeem-camera voor elk
gebruik controleren en eventuele problemen ver-
helpen om het risico op ernstig letsel door een elek-
trische schok of een andere storing en beschadiging
van het apparaat te voorkomen.
1. Controleer of de voeding uitgeschakeld is en of een even-
tuele andere cameraregelmodule unit (CCU) dan the
MicroEXPLORER Camera-monitor niet op de module aan-
gesloten is. Inspecteer de systeemkabel en de stekkers op
schade of wijzigingen.
2. Verwijder eventueel aanwezig(e) vuil, olie of andere onge-
rechtigheden van het microDrain Systeem om de inspectie te
vereenvoudigen en om te voorkomen dat de module uit uw
handen glijdt terwijl u deze vervoert of gebruikt.
3. Inspecteer het microDrain Systeem op kapotte, versleten,
ontbrekende, slecht uitgelijnde of geblokkeerde onderdelen
of andere factoren die een veilige, normale werking in de
weg staan. Verzeker u ervan dat de module correct is ge-
monteerd. Controleer of de haspel vrij draait. Inspecteer de
duwkabel op kerven, breuken, kinken of scheuren.
4. Inspecteer eventuele andere apparatuur zoals vermeld in de
bijbehorende instructies om te controleren of deze in goede
staat is.
5. Als u op problemen stuit, mag u de module niet gebruiken
tot de problemen verholpen zijn.
Inrichting van de werkplek en
opstelling van de apparatuur
WAARSCHUWING
Volg voor de afstelling van het microDrain Systeem
en de inrichting van de werkplek de onderstaande
procedures om het risico van letsel door een elek-
trische schok, brand of een andere onzorgvuldig-
heid te beperken en beschadiging van het microDrain
Systeem te voorkomen.
Draag altijd een veiligheidsbril om uw ogen te be-
schermen tegen stof en andere vreemde voorwerpen.
68
®
microDrain™ Inspectiesysteem
Ridge Tool Company
1. Controleer de werkplek op de volgende punten:
• Geschikte verlichting.
• Ontvlambare vloeistoffen, dampen of stof dat kan ont-
branden. In aanwezigheid van deze stoffen mag u niet aan
de slag gaan voordat de bronnen geïdentificeerd en af-
gesloten zijn. Het microDrain Systeem is niet explosieveilig.
Elektrische aansluitingen kunnen vonken veroorzaken.
• Een opgeruimde, vlakke, stabiele, droge plaats voor het ap-
paraat en de operator. Gebruik de machine niet terwijl u in
water staat. Verwijder zo nodig het water uit de werkplek.
• Houd de weg naar het stopcontact voor een eventuele
monitor vrij van objecten die schade aan het netsnoer
kunnen veroorzaken.
2. Ga na welke werkzaamheden u moet verrichten. Bepaal zo
mogelijk het/de toegangspunt(en), afmeting(en) en lengte(s)
van de afvoerleiding(en), de aanwezigheid van chemicaliën
voor het reinigen van afvoerleidingen enz. Als er chemica-
liën aanwezig zijn, is het van belang de specifieke veilig-
heidsmaatregelen voor het werken in de nabijheid van
dergelijke chemicaliën te onderkennen. Neem contact op
met de chemicaliënfabrikant voor de vereiste informatie.
Demonteer zo nodig sanitair (o.a. toilet, bekken) voor een
betere toegang.
3. Bepaal de juiste apparatuur voor uw werkzaamheden. Het
microDrain Systeem is geschikt voor:
• Leidingen van 3 tot 7,5 cm (1
lengte tot 9,14 m (30ʼ).
• Inspectieapparatuur voor andere werkzaamheden
vindt u in de Ridge Tool-catalogus, online op
www.RIDGID.com of www.RIDGID.eu.
4. Verzeker u ervan dat alle apparatuur grondig is gecontro-
leerd.
5. Controleer de werkplek en bepaal of er eventuele af-
zettingen nodig zijn om omstanders op afstand te hou-
den. Omstanders kunnen de operator afleiden tijdens de
werkzaamheden. Plaats kegels of andere afzettingen om
chauffeurs te waarschuwen wanneer de werkzaamheden in
de buurt van verkeer uitgevoerd moeten worden.
Het microDrain Systeem opzetten
Aansluitingen
Bij een combinatie van de microDrain-haspel met een
microEXPLORER Camera-monitor zijn er voor het opstellen
van de module voor een inspectie geen andere aansluitingen
nodig dan die zoals beschreven onder het hoofdstuk Montage.
Haal bij gebruik met SeeSnake-cameraregelmodules (CCUʼs) de
systeemkabel van het snoeropbergsysteem op de behuizing van
de microDrain-haspel. Sluit de stekker van de systeemkabel op de
bijpassende aansluiting op de CCU aan. Houd de geleidingspen
tegenover de geleidingsopening in de CCU-stekker en druk de
kabelstekker recht erin. Als de geleiders goed tegenover elkaar
/
" tot 3") dik met een
1
4