Pentax CA Manual De Usuario página 29

INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLERING EN HET GEBRU-
IK VAN DE POMPEN PENTAX MOD. CA/4CA EN ELEKTRO-
POMPEN PENTAX MULTIFASEN PENTAX MOD. MSV/MSH
Gebruiksvoorwaarden en installatie
De centrifugale pompen mod. CA/4CA en centrifugale elektro-pompen multi-fasen mod. MSH en MSV PENTAX
3 Zijn geschikt voor het pompen van schoon water en vloeistoffen die chemisch en mechanisch gezien
de pompmaterialen niet aantasten en niet explosief zijn, die geen vaste of vezelachitge stoffen bevat-
ten, met een temperatuur van -15°C tot +90°C;
Er op bedacht zijn dat een hoge temperatuur van de te pompen vloeistof, haar dichtheid en viscositeit,
als ook de hoogte van de plaats waar de elektro-pomp geïnstalleerd wordt, de mogelijkheid/capaciteit
van de aspiratie van de pompen verminderen.
Zij moeten in goed geluchte, niet stoffige en tegen weer en wind beschermde ruimtes worden geïn-
3
stalleerd, met een kamertemperatuur tussen 5 en 40° C, beslist niet in aanwezigheid van explosieve
omgevingen. Bij het installeren van de machine is het raadzaam goed te overwegen hoeveel ruimte er
nodig is voor eventuele reparaties of verwijdering van de machine. Er aan denken dat de kamertem-
peratuur en de hoogte van de plaats waar de elektro-pomp geïnstalleerd wordt invloed uitoefenen op
de mogelijkheid de elektrische motor op volle kracht te laten werken; te hoge kamertemperaturen en
een lage luchtdichtheid verminderen de afkoeling van de elektrische motor.
Zij zijn voorzien van horizontale rotoras (mod. CA/4CA en MSH) of verticale (mod. MSV) met de
3
steunvoeten /basis beneden; Veiligheidshalve raden wij aan de elektro-pomp vast te zetten via de
betreffende gaten op de steunvoeten; bij de installatie vermijden de motor onder het pomplichaam
te plaatsen.
3 Zij zijn uitgerust met geflenste monden voorzien van schroefdraad tegen-flensen:
• Horizontale modellen (CA/4CA en MSH): axiale aspiratie en radiale toevoer naar boven;
• Verticale modellen (MSV): boven elkaar of tegenover elkaar geplaatste monden met aspiratie aan
de onderkant en toevoer aan de bovenkant.
Mogen niet meer dan:
3
• 30 keer per uur starten met regelmatige tussenpozen: modellen met een nominaal vermogen tot 2.2 kW;
• 15 keer per uur starten met regelmatige tussenpozen: modellen met een nominaal vermogen van 3 tot 7.5 kW;
• 10 keer per uur starten met regelmatige tussenpozen: modellen met een nominaal vermogen van 10 tot 37 kW;
Het maximaal toegestane aantal keren starten is des te lager naarmate het machine-vermogen groter is.
Herhaaldelijk starten is minder bezwaarlijk voor de pomp als voor de elektrische motor die er aan
gekoppeld is; daarom wordt aangeraden, - voor de pompen mod. CA/4CA – zich te houden aan de
documentatie bijgeleverd door de fabrikant van de motor.
Zij kunnen een maximale bedrijfsdruk verdragen (gelijk aan druk bij aspiratie + vloeistofdruk bij ge-
3
sloten drukklep) gelijk aan 10 bar voor de pompen mod. CA/4CA en gelijk aan 30 bar voor de pompen
mod. MSV/H. Zij kunnen continu werken en met een maximumsnelheid van 3600 omwentelingen/min
(met uitzondering van de mod. CA65-315A, CA65-315-B, CA65-315C, CA65-315D, die een maximum-
snelheid hebben van 1800 omwentelingen/min.).
Installering en op één lijn plaatsing van de pompen CA/4CA
Installering en rechtlijnige plaatsing moeten door bekwaam en gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
Als de pomp gebruikt wordt voor het pompen van drinkwater, moet hij van te voren goed schoogemaakt
worden met schoon water om de eventuale vreemde deeltjes, vetten, verfresten en proefvloeistoffen te verwi-
jderen. De pompen mod. CA/4CA zijn berekend voor de koppeling op elekctrische standaard motoren op con-
structieve wijze IM B3 (IEC 34-7, IEC 72) via grondvlak en elastische verbindings- of voortslepingskoppeling.
Het grondvlak waarop de pomp en het aandrijfmechanisme worden vastgemaakt, moet zodanige afmetingen
hebben dat het het gewicht van de groep en de door de werking veroorzaakte belasting kan verdragen.
Het optillen en vervoeren van de pomp en de groep pomp-motor als aangegeven in - Afb. 1 -.
Men moet er voor zorgen dat tijdens de verplaatsing de pomp en de gehele groep in horizontale stand worden
gehouden; het is niet toegestaan touwen of kabels aan het vrije uiteinde van de pomp of aan het hijsoog van
de motor vast te maken voor het verplaatsen van de gehele groep. Men moet voorzichtig te werk gaan bij
het verplaatsen van de pompen omdat dit - ingeval van een verkeerd uitgevoerde handeling - schade kan
berokkenen aan de machine en de werking ervan in gevaar zou kunnen brengen. – Afb. 1 -
Voor de assemblering van pomp-motor, de volgende handelingen uitvoeren
Zorgvuldig de oppervlaktes van de aaneenkoppeling schoonmaken;
De pomp op het grondvlak vastmaken met de daarvoor bestemde verankeringspunten en de bevestigings-
schroeven van de steunvoet van de pomp zelf losschoeven;
Het aandrijfmechanisme (motor) op het grondvlak plaatsen;
De twee semi-koppelingen, zijde van de pomp en zijde motor, op de betreffende uiteinden van de as monteren;
De twee machines (pomp en motor) koppelen, er voor zorgdragend dat er een ruimte van 3-4 mm blijft tussen
de twee tegenover elkaar liggende zijden van de semi-koppelingen en van de pomp- en motoras);
Met een comparateur of een diktemeter en een lineaal een controle uitoefenen op de rechtlijnigheid (concen-
triciteit en parallellisme) van de semi-koppelingen en van de pomp- en motoras; de controles moeten worden
uitgevoerd op 4 diametraal tegenover elkaar liggende punten - Afb. 2-3 -. Indien nodig eventuale niet-rechtli-
jnigheden corrigeren door het toevoegen of verwijderen van gekalibreerde spieën tussen de steunvoeten van
de machine (pomp en motor) en het grondvlak;
De bevestiging van de groep op het grondvlak voltooien en de bescherming van het overbrengingsorgaan van
de voortbeweging monteren en iedere eventuele verdere bescherming nodig om te kunnen voldoen aan de
veiligheidseisen.
De groep pomp-motor, gekoppeld op één enkel grondvlak van profielen, moet dan stevig bevestigd worden op
de cementen basis (van zodanige afmetingen dat deze de belasting uitgeoefend door de groep en door de sla
ngen kan verdragen). De groep moet geïnstalleerd worden op een genivelleerd vlak: de grondplaat verstevigen