5
Beste ontvangstpositie bepalen
a)
F1 uitschakelen
b)
R inschakelen, op de gekozen plaats opstellen en
ca. 4 seconden de aanwezigheidstoets
Elke 2 seconden zendt de R een testsignaal.
Het zenden van testsignalen stopt automatisch na 10 minuten
of na kortstondig indrukken van toets ESC of de
aanwezigheidstoets
c)
F1 inschakelen
d)
Beide LEDs van de F1 vanaf 2...3 meter afstand in
de gaten houden
e)
Oranje LED_2 moet elke 2 seconden kort knipperen. Knippert
LED_2 niet elke 2 seconden, dan is de afstand tussen R en F1
te groot. F1 dichter bij R monteren
f)
LED_1 toont de laatst ontvangen signaalsterkte:
LED_1 knippert rood: Het signaal is te zwak om een solide
verbinding te garanderen. F1 dichter bij
R monteren
LED_1 knippert groen: We onderscheiden 3 signaalsterktes:
Heel goed (3), Goed (2) en
Aanvaardbaar (1).
Als LED_1 groen knippert is de
verbinding tussen R
en F1 in principe OK.
g)
F1. binnen ca 1 vierkante meter verplaatsen om de beste
ontvangstpositie te bepalen. Echter steeds beide LEDs vanaf
een afstand van 2...3 meter controleren.
Om een betrouwbare verbinding te krijgen adviseren wij de
F1 op een plaats te monteren waarbij de signaalsterkte
minstens „Goed" is.
6
Verklaring voor LED_1 en LED_2
LED_1 brandt rood:
Geen RADIO FR 1 verbonden
Rood in
Rood uit
LED_1 knippert rood:
Signaalsterkte te zwak
Rood in
Rood uit
Configuratie en functiecontrole R
1
Configuratie
1.1
Toegang tot het installateursniveau
Door gelijktijdig indrukken van de warmer- en koudertoets alsmede
rollen aan de rolschakelaar, eerst weg van het display en daarna er
naar toe, wordt het installateursniveau vrijgegeven. Zie ook afb. G.
1.1.1 Opnemer calibreren
Na het activeren van het installateursniveau knippert het symbool
CAL. Door het indrukken van de rolschakelaar knippert de actueel
gemeten temperatuur en kan door rollen naar de display of er vanaf
max. ± 2 °C opnieuw worden gecalibreerd. De instelling opslaan
met een druk op de rolschakelaar (zie ook afbeelding
1.1.2 Begrenzing van de gewenste waarde
2 Instelmogelijkheden:
Op het installateursniveau kan van het knipperende CAL symbool met
een rolbeweging naar de display toe veranderd worden naar het
begrenzingssymbool voor de gewenste waarde (zie ook afbeelding
). Door in te drukken bevestigen. 5...29 °C knippert
(fabrieksinstelling).
Door indrukken bevestigen of met een rolbeweging verder gaan. De
instelling 16...29 °C knippert. Door in te drukken bevestigen.
CE1G2265R
indrukken:
).
of
LED_1 knippert 3 x groen:
Groen in
Groen uit
LED_1 knippert 2 x groen:
Groen in
Groen uit
LED_1 knippert 1 x groen:
Groen in
Groen uit
LED_2 brandt niet:
Oranje in
Oranje uit
LED_2 brandt constant:
Oranje in
Oranje uit
LED_2 knippert constant:
Oranje in
Oranje uit
LED_2 knippert kort: Ontvangst van een signaal
7
F1 definitief monteren
a)
Netspanning uitschakelen
b)
Plaats markeren waar de F1 zich bevindt
c)
Indien nodig bedrading losmaken
d)
Ontvanger volgens afb. H t/m M op de gemarkeerde plaats
monteren, compleet bedraden en behuizing sluiten
e)
Netspanning inschakelen
1.1.3 Optimaliseren van de inschakeling
In het installateursniveau kan men met twee rolbewegingen naar
de display toe van het knipperende symbool CAL veranderen naar
de symbolen
inschakeling (zie ook afbeelding
Door in te drukken bevestigen,
(fabrieksinstelling). Door in te drukken bevestigen of met verdere
rolbewegingen naar ¼, ½, 1 of naar optimalisering UIT
Steeds door in te drukken bevestigen.
1.1.4 Regelgedrag
Op het installateursniveau kan van het knipperende symbool CAL
met meerdere rolbewegingen naar de display toe worden veranderd
naar verschillende algoritmen (zie ook afbeelding
Door in te drukken bevestigen.
Door in te drukken bevestigen of met iedere verdere rolbeweging
naar de display toe het volgende regelgedrag kiezen:
, PID 6, PID 12 of
te drukken bevestigen.
Zie onder voor de beschrijving van het regelgedrag (zie ook
afbeelding
).
14.02.2006
Signaalsterkte: Heel goed
1 2 3
Startpuls
Startpuls
Signaalsterkte: Goed
1 2
1 2
Startpuls
Startpuls
Signaalsterkte: Aanvaardbaar
1
1
Startpuls
Startpuls
Bestuurd apparaat UIT
Bestuurd apparaat IN
Leersignaal actief
voor het optimaliseren van de
en
).
knippert
(fabrieksinstelling) knippert.
. Het gewenste regelgedrag door in
1 2 3
Startpuls
1
Startpuls
.
).
19/37