Simon K 176 288 Instrucciones De Servicio página 67

besturing. Na voltooiing van de werkzaamheden moeten de vorken zich altijd in
onbeladen toestand en op de laagste stand bevinden
4. Smering
Alle bewegende delen moeten regelmatig worden gesmeerd met motorolie of vet.
V. Storingen verhelpen
1) De vorken sturen niet naar de maximumhoogte:
Te weinig olie in de tank.
2) De vorken sturen niet omhoog:
Geen olie in de tank
De olie is verontreinigd
De uitlaatklep is ontzet
Lucht dringt in de olie
3) De vorken sturen niet omlaag:
De stang en de
cilinder zijn vervormd
door meerdere, niet
uitgebalanceerde ladingen
Onderdelen zijn vervormd
door niet uitgebalanceerde lading
Het apparaat is met omhoog
gestuurde vorken en onbeschermde
stang langere tijd
weggezet, zodat zicht roest heeft
gevormd
De stelschroef (3133B) bevindt zich
niet in de juiste positie
4) Lekkages
Pakkingen zijn versleten of
beschadigd
Sommige delen vertonen scheuren of
zijn versleten
5) De vorken sturen omlaag zonder dat de uitlaatklep werkt:
Door verontreinigingen in de olie
sluit de uitlaatklep (3142A)
.

Olie bijvullen.

Olie bijvullen

Olie vervangen

Stelschroef (3133B) bijstellen

Ontluchten (zie III.2)

De stang of de
cilinder vervangen

De vervormde onderdelen repareren
of vervangen

Roest van de stang
verwijderen en de vorken
bij niet-gebruik van het apparaat
tot op de laagste stand sturen.

Stelschroef bijstellen (zie II.4)

Pakkingen vervangen

Onderdelen controleren en vervangen