2.12 Dit product bevat een lithium-
ion batterij. In geval van brand,
kunt u gebruik maken van water,
schuim-blusser, Halon, CO
droge chemicaliën, gepoederd
grafiet, koper poeder of soda
(natriumcarbonaat) om het vuur te
blussen. Nadat het vuur gedoofd
is, dompel het product onder
3. VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
WAARSCHUWING! RISICO OP CONTACT
MET ACCUZUUR. ACCUZUUR IS EEN
STERK BIJTEND ZWAVELZUUR.
3.1 Gebruik de booster enkel in een goed
geventileerde ruimte.
3.2 Reinig de accupolen voordat u de booster
gebruikt. Voorkom dat tijdens het reinigen
bijtende luchtdeeltjes in contact met uw
ogen, neus en mond komen. Gebruik
natriumcarbonaat (zuiveringszout) en
4. VOLG DEZE STAPPEN BIJ HET AANSLUITEN VAN DE BOOSTER OP EEN ACCU
WAARSCHUWING! EEN VONK IN DE
BUURT VAN DE ACCU KAN DE ACCU
DOEN EXPLODEREN. ZO VERMINDERT U
HET RISICO OP EEN VONK IN DE BUURT
VAN DE ACCU:
4.1 Bevestig de kabels op de accu en het
chassis, zoals hieronder is aangegeven.
Laat de klemmen NOOIT met elkaar in
contact komen.
4.2 Plaats de kabels zo dat de kans op
beschadiging door de motorkap, de deur,
bewegende of hete motoronderdelen
zo klein mogelijk is. OPMERKING: Als
het nodig is om de motorkap tijdens
het starten van de auto dicht te doen,
zorg er dan voor dat de motorkap niet
in contact komt met de metalen delen
van de accuklemmen of de kabelisolatie
beschadigd.
4.3 Blijf uit de buurt van ventilatoren, riemen,
riemschijven en andere onderdelen die
letsel kunnen veroorzaken.
4.4 Controleer de polen van de accu. De
POSITIEVE (P, POS, +) pool heeft
meestal een iets grotere diameter dan de
NEGATIEVE (N, NEG, -) pool.
4.5 Stel vast welke aansluiting van de
accu contact maakt met het chassis
(geaard is). Als de min (-) op het chassis
is aangesloten (zoals bij de meeste
voertuigen het geval is), zie dan stap
4.6. Als de plus (+) op het chassis is
aangesloten, zie dan stap 4.7.
All manuals and user guides at all-guides.com
, ABC
2
water, bijv. Met een wa-terbasis
blusmiddel, of andere alcoholvrije
vloeistoffen om het product te
koelen en te voorkomen dat de
batterij opnieuw ontbrandt. Probeer
NOOIT een warme, rokend, of
brandend product op te tillen of
te verplaatsen, aangezien u zo
verwond kan raken.
water om het accuzuur te neutraliseren
en irriterende deeltjes in de lucht te
elimineren. Raak NOOIT uw ogen, neus
of mond aan.
3.3 Bepaal de spanning van de accu door
het instructieboekje van de auto te
raadplegen en zorg ervoor dat het door
de booster afgegeven spanning correct is.
3.4 Zorg ervoor dat de klemmen van de
booster stevig vastzitten.
4.6 Sluit, bij een voertuig dat via de min (-)
geaard is, de POSITIEVE (RODE) klem
van de booster op de POSITIEVE (POS,
P, +), niet geaarde aansluiting van de
accu aan. Sluit de NEGATIEVE (ZWART)
klem op het chassis of het motorblok van
het voertuig aan en houd deze uit de
buurt van de accu. Sluit de klemmen niet
aan op de carburator, brandstofleiding
of de bladmetalen onderdelen van
het chassis. Sluit aan op een solide
metalen onderdeel van het chassis of het
motorblok.
4.7 Sluit, bij een voertuig dat via de plus (+)
geaard is, de NEGATIEVE (ZWARTE)
klem van de booster op de NEGATIEVE
(NEG, N, -), niet geaarde aansluiting van
de accu aan. Sluit de POSITIEVE (RODE)
klem op het chassis of het motorblok van
het voertuig aan en houd deze uit de
buurt van de accu. Sluit de klemmen niet
aan op de carburator, brandstofleiding
of de bladmetalen onderdelen van
het chassis. Sluit aan op een solide
metalen onderdeel van het chassis of het
motorblok.
4.8 Wanneer u de booster wil loskoppelen,
druk dan eerst op de aan/uit knop om de
booster uit te schakelen. Verwijder de
klem van de accupool en vervolgens de
klem van het chassis.
• 55 •