Testen en onderhoud
Uw rookmelder is een levensreddend apparaat en moet periodiek worden gecontroleerd.
Controleer regelmatig of het indicatielampje op de rookmelder één keer per minuut knip-
pert ten teken dat de apparaten zijn ingeschakeld. Vervang de batterij zodra het lampje niet
meer knippert.
Uw rookmelder handmatig testen
Wij raden u aan de rookmelders na installatie te testen en vervolgens ten minste eenmaal
per week, om er zeker van te zijn dat de eenheden werken. Hierdoor kunnen u en uw
gezin ook vertrouwd raken met het geluid van de rookmelders.
Houd de testknop ingedrukt tot het alarm afgaat (zie Installatie). Het geluid stopt kort
nadat u de knop hebt losgelaten.
Als u een extra Visit-ontvanger gebruikt, controleert u of het rode Visit-indicatielampje
op de ontvanger gaat branden en de ontvanger geluid gaat maken, gaat knipperen of
trillen, afhankelijk van het model.
Zie
Installatie
en de gebruikershandleiding van de betreffende Visit-ontvanger.
De ontvanger stopt binnen 40 seconden.
Herhaal deze procedure voor alle andere rookmelders in het systeem.
Test de melder niet met een vlam
Daardoor kan de rookmelder in brand vliegen en het huis beschadigd raken. Wij
raden af om met rook te testen. De resultaten kunnen namelijk misleidend zijn, tenzij
u speciale apparatuur gebruikt. Als u op de testknop drukt, simuleert u daarmee het
effect van rook in een rookmelder dat tijdens een echte brand zou kunnen optreden.
U hoeft een rookmelder dan ook niet met rook of een vlam te testen.
Loos alarm
Als er, wanneer het alarm afgaat, geen rook, hitte of lawaai ten teken van een brand
te bekennen is, dient u eerst uw gezin op een veilige plaats te brengen voordat u op
onderzoek uitgaat.
Controleer het huis zorgvuldig voor het geval er ergens een brandje ligt te smeulen.
Ga na of er een bron van rook of damp is, bijvoorbeeld kookdampen die door een afzuig-
kap langs de rookmelder worden gezogen. Als dit het geval is, waaiert u de rook gewoon
176
weg met een krant of iets dergelijks.
Als de oorzaak van het alarm niet duidelijk is, moet worden aangenomen dat de oorzaak
een werkelijke brand is en moet de woning onmiddellijk worden geëvacueerd.
Als er regelmatig ongewenst/loos alarm is, kan het nodig zijn om de rookmelder op
een andere plaats te hangen, uit de buurt van de bron van de damp. Wij adviseren u in
de keuken een warmtemelder te gebruiken om dergelijk loos alarm te voorkomen.
Uw rookmelder reinigen
Reinig uw rookmelder regelmatig. Gebruik een zachte borstel of het borstelopzetstuk van
uw stofzuiger om stof en spinnenwebben te verwijderen van de zijkanten en de gleuven
in het deksel waar de rook binnenkomt. Houd het deksel gesloten tijdens het reinigen.
Stofzuig of borstel niet binnenin de rookmelder. Verf de rookmelder niet. Behalve
het onderhoud en de reiniging zoals beschreven in dit boekje, hoeft de klant verder
geen onderhoud aan dit product uit te voeren. Reparaties moeten, indien nodig,
door de fabrikant worden verricht.
Vervuiling door stof en insecten
Elke rookmelder is gevoelig voor het binnendringen van stof en insecten, wat een vals alarm
kan veroorzaken. Bij de constructie van onze rookmelders zijn het nieuwste ontwerp en de
modernste materialen en fabricagetechnieken toegepast om de gevolgen van vervuiling tot
een minimum te beperken. De gevolgen van vervuiling door stof en insecten kunnen echter
niet volledig worden weggenomen. Om de levensduur van de rookmelder te verlengen
moet u er dus voor zorgen dat deze schoon blijft en zich geen overtollig stof ophoopt.
Alle insecten en spinnenwebben in de buurt van de rookmelder moet u onmiddellijk
verwijderen. In bepaalde omstandigheden kan vervuiling zich, zelfs bij regelmatig
reinigen, ophopen in de rooksensorkamer, waardoor de melder afgaat. Als dit geb-
eurt, moet u de rookmelder naar ons terugsturen voor onderhoud of vervanging.
Vervuiling valt buiten onze controle, is totaal onvoorspelbaar en wordt als normale
slijtage beschouwd. Daarom valt vervuiling niet onder de garantie en worden de
kosten voor dergelijk onderhoudswerk in rekening gebracht.
De batterijen vervangen
Nieuwe lithiumbatterijen moeten meer dan vijf jaar meegaan. Als de batterij bijna leeg is
en moet worden vervangen, piept de rookmelder en knippert het rode lampje elke 50 s
NL
177