17. Het snoer moet zo worden geplaatst dat eraan trekken of erover
struikelen voorkomen wordt.
18. Gebruik de broodrooster uitsluitend in binnenruimten.
19. Dek de broodrooster tijdens het gebruik nooit met aluminiumfo-
lie of andere materialen af om een oververhitting van het appa-
raat te voorkomen.
20. Raak hete oppervlakken niet aan om verbrandingen te voorko-
men. Gebruik steeds de handvatten en bedieningsknoppen.
21. Beweeg het apparaat niet zolang dit in bedrijf is of aangesloten
op de uitlaat is om verwondingen te voorkomen.
22. Gebruik het apparaat nooit zonder kruimellade en verwijder
regelmatig de kruimels.
23. Rooster geen levensmiddelen die kunnen smelten.
24. Voer geen grote levensmiddelen, metalen folies, delen van bestek
of gereedschappen in het toestel in. Deze zouden brand of kort-
sluiting kunnen veroorzaken.
25. Het apparaat mag niet met toebehoren van andere fabrikanten of
merken worden gebruikt om schade te voorkomen.
26. Na gebruik en voor het reinigen de netstekker uit het stopcon-
tact trekken. Laat het apparaat nooit zonder toezicht wanneer de
netstekker zich in het stopcontact bevindt.
27. Reinig het apparaat na elk gebruik.
28. Controleer het apparaat, de stekker en het snoer regelmatig op
slijtage en beschadigingen. Stuur het apparaat of het snoer in
geval van beschadigingen van het snoer of andere onderdelen
a.u.b. voor controle en/of reparatie aan onze klantenservice.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen aanzienlijke geva-
ren voor de gebruiker veroorzaken en leiden tot het vervallen van
de garantie.
29. Als de kabel van dit apparaat beschadigd is, moet dit door de
fabrikant of zijn klantenservice of een vergelijkbaar gekwalifi-
ceerde persoon worden vervangen om gevaren te voorkomen.
Copyright UNOLD AG | www.unold.de
33