BG
1... VEILIGHEIDSMAATREGELEN
CZ
2... GEBRUIK
DE
3... ONDERHOUD
4... VERWIJDEREN VAN FOUTEN IN DE VENTILATOR
DK
►►
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
►
EE
Gebruik de ventilator nooit zonder de correct gemonteerde tralie
van in-en uitlaat van lucht!!!
ES
OPGELET!!!
Deze ventilator is uitsluitend bestemd voor de ventilatie van
FI
lucht. Deze ventilator is niet bestemd voor overdracht van vloei-
stoffen of half-vaste materialen. De elektrische motor en de ven-
tilatorbehuizing mogen niet gebruikt worden in de nabijheid van
FR
ontplofbare of licht ontvlambare materialen. Gebruik van de ven-
tilator in de nabijheid van ontplofbare of licht ontvlambare mate-
GB
rialen kan tot schade aan de ventilator, lichaamsverwondingen
en zelfs de dood leiden. Incorect gebruik van de ventilator kan
tot elektrocutie of de dood leiden. Gebruik de ventilator altijd
HR
volgens de geldende voorschriften en nationale reguleringen.
HU
OPGELET!!!
Incorrect gebruik van de ventilator kan tot schade aan de venti-
lator, lichaamsverwondingen en zelfs de dood leiden. Om het ri-
IT
sico voor de bovenvermelde ongelukken te verkleinen, besteed
ontzettend veel aandacht aan de werking, aangezien de werk-
LT
omgeving voortdurend verandert. Het is daarom raadzaam om
vaak gebruik te maken van toestellen voor luchtmonitoring / op-
sporing van gassen, indien uit de testen blijkt dat de omgeving
LV
gekwalificeerd kan worden als gevaarlijke plaats (terrein, waar
er waarschijnlijkheid bestaat voor het ontstaan van ontploffing
NL
en vuur door de aanwezigheid van van ontplofbare vloeistof-
fen, licht ontvlambare gassen, dampen, stof, vezels, vlammen
of vijlsels). Gebruik deze ventilator niet. Lees en begrijp de on-
NO
derstaande punten betreffende voorbereiding en algemene in-
formatie over de veiligheid.
PL
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID
1) Plaats de ventilator nooit op stilstaand water uit voorzorg
RO
voor elektrocutiegevaar.
2) Laat nooit toe dat de tralies van de lichtingang geblokkeerd
RU
is.
3) Giet nooit licht ontvlambare verdunners of chemicaliën ge-
barseerd op petroleum door de tralies van de luchtingang van
SE
de ventilator.
4) Gebruik de ventilator niet op plaatsen waar licht ontvlambare
SI
of ontplofbare vloeistoffen, gassen, dampen, stof, vezels of vijl-
sels kunnen aanwezig zijn.
5) Steek nooit vingers of andere andere voorwerpen in de tra-
SK
lies van de luchtingang/uitgang.
6) Ga nooit met de ventilator buiten als het regent. Bewaar de
UA
ventilator nooit buiten.
7) Gebruik de ventilator nooit als speelgoed.
8) Sluit de ventilator uitsluitend aan de correct geaarde elektri-
SE
sche pries.
9) Trek de stekker uit de pries als u de ventilator niet gebruik of
SI
als u de ventilator wil onderhouden of verplaatsen.
OPGELET:
SK
Om het risico van brand of elektrocutie te verkleinen, genruik de
ventilator niet met geen enkele elektrische snelheidsregelaar.
TR
10) Gebruik de ventilator niet, wanneer zijn netsnoer of stekker
defect zijn. Trek of drag de ventilator niet met de snoer, gebruik
UA
OVERZICHT PARAGRAFEN
de netsnoer niet als handje, sluit geen deuren op de netsnoer,
trek de netsnoer niet over scherpe randen of hoeken. Houd de
netsnoer ver van hete oppervlaktes. Schakel de ventilator niet
uit door aan de netsnoer te trekken, neem te stekker en niet de
netsnoer. Houd de stekker of de netsnoer niet vast met natte
handen. De netsnoer dient zodanig geplaatst te worden dat er
niet over gestruikeld kan worden.
11) Houd haar, losse kledingstukken, vingers en alle lichaams-
delen ver van de tralies van de luchtingang.
12) Laat geen toe tot de motor. Indien de motor nat is omwille
van om het even welke redden, schakel de ventilator uit de ener-
gievoorziening en droog de motor zorgvuldig voordat u de ven-
tilator opnieuw gaat gebruiken.
13) Verwijder nooit de aarding van de netsnoer of de stekker,
omdat dit tot elektrocutie of de dood kan leiden. Door de verwij-
dering van de aarding, zal de garantie niet meer gelden.
14) Bijzondere voorzichtigheid is geboden als de ventilator in
werking is in de nabijheid van kinderenm ouderen of huisdieren..
15) Plaats de ventilator niet in de nabijheid van open vuur, keu-
kens, verwarmingstoestellen of hete oppervlaktes.
16) De ventilator is niet bestemd om in natte of vochtige plaatsen
te werken. Plaats de ventilator nooit op een plaats waar hij in
een badkuip of een andere reservoir met water kan vallen.
17) Laat nooit toe dat de netsnoer zich bevindt op de rand van
de tafel of de plaat.
18) Plaats de netsnoer nooit onder het tapijt of de stoep.
19) Hang de ventilator niet op de muur of het plafond.
20) Gebruik de ventilator niet zonder de juist gemonteerde be-
schermende behuizing.
21) Als de netsnoer beschadigd is, dient die dan vervangen te
worden door de producent of een gekwalificeerde deskundigde
van de dientverlening, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
►►
GEBRUIK
►
1) Uw nieuwe ventilator is volledig in elkaar gestoken en klaar
voor gebruik. Nadat u de ventilator uit de verpakking genomen
heeft, controleer of hij niet beschadigd werd tijdens het trans-
port.
2) Voordat u de ventilator begint te gebruiken, lees alle veiligs-
heidsvoorschriften en algemene informatie over de veiligheid
betreffende de correcte en veilige gebruik van de ventilator.
3) Beoordeel de werkomgeving, bepaalde localisaties van
werkomgevingen worden als gevaarlijk beschouwd, omdat de
atmosfeer gasdampen of stof in ontplofbare hoevelheden kan
bevatten
OPGELET!!!
De elektrische motor en de behuizing van de ventilator zijn niet
bestemd om gebruikt te worden in om het even welke klassen
van ontplofbare of licht ontvlambare atmosfeer. Gebruik van de
ventilator in ontplofbare en licht onvlambare atmosfeer kan tot
schade, lichaamsverwondingen of zelfs de dood leiden
4) Vindt de correct geaarde elektrische pries.
5) Voordat u de ventilator op de elektrische pries aansluit, con-
troleer de tralies van de luchtingang of –uitgang en verwijder de
resten, die de luchtstroom kunnen beperken. Gebruik de venti-
lator nooit zonder de juist beveiligde tralies van de luchtingang
of –uitgang. Vervang de tralies nooit met andere delen dan die