PROBLEEMOPLOSSING
Lees de onderstaande probleemoplossingslijst voordat u contact opneemt met een reparateur. Een
probleem duidt niet altijd op een defect.
PROBLEEM
Geuren en rook worden niet
verwijderd.
Het STOF- ICOON licht groen op
hoewel de lucht niet schoon is.
Het STOF- ICOON licht oranje of
rood op hoewel de lucht schoon is.
Er komt een kloppend of tikkend
geluid uit de unit.
De uitgestoten lucht heeft een geur.
De unit werkt niet correct als er een
sigarettenlucht hangt.
Het STOF- ICOON is uitgeschakeld.
Het STOF- ICOON verandert
regelmatig van kleur.
OPLOSSING (geen defect)
• Reinig of vervang de fi lters als deze erg vuil lijken.
(Zie NL-8, NL-9)
• Mogelijk was de lucht niet schoon op het moment waarop de
stekker in het stopcontact werd gestoken.
Trek de stekker uit het stopcontact, wacht ongeveer een minuut
en steek de stekker weer in het stopcontact.
• De werking van de sensoren wordt beïnvloed als de
stofsensorfi lter vuil of verstopt zijn. Reinig de stofsensorfi lter
voorzichtig. (Zie NL-9).
• Wanneer de unit plasmaclusterionen produceert, kan er een
zacht kloppend of tikkend geluid hoorbaar zijn.
• Controleer of de fi lters erg vuil zijn.
• Reinig of vervang de fi lters.
• Plasmacluster-luchtreinigers geven een zeer kleine hoeveelheid
ozon af die de geur kunnen veroorzaken. De hoeveelheid
uitgestoten ozon ligt ruim onder het veiligheidsniveau.
• Staat de unit op een plaats waar de sigarettenrook moeilijk waar
te nemen is?
• Zit er stof in de openingen van de stofsensorfi lter of is dit
verstopt?
(Maak dan de fi lter schoon.) (Zie NL-9)
• Controleer of de modus "Lampjes UIT" geselecteerd is.
Druk gedurende 3 seconden op
doen. (Zie NL-7)
•
Controleer of de SLAAP-modus is geselecteerd.
Het STOF- /PLASMACLUSTERICOON worden automatisch
uitgeschakeld nadat de SLAAP-modus is geselecteerd.
• Het STOF- ICOON verandert automatisch van kleur wanneer
deze onzuiverheden in de lucht waarnemen.
De detectiegevoeligheid van de sensor kan lager ingesteld
worden. (Zie NL-7)
NL-10
om het lampje aan te