PROBLEEMOPLOSSING
Lees de onderstaande probleemoplossingslijst voordat u contact opneemt met een reparateur. Een probleem duidt
niet altijd op een defect.
PROBLEEM
Geuren en rook worden niet verwijderd.
Het zuiverheidsbewakingslampje brandt
blauw, zelfs terwijl de lucht niet schoon is.
De zuiverheidsbewaking licht oranje of
rood op hoewel de lucht schoon is.
Er komt een kloppend of tikkend geluid
uit de hoofdunit.
De uitgestoten lucht heeft een geur.
De hoofdunit werkt niet correct als er een
sigarettenlucht hangt.
Geur van een nieuw filter.
De zuiverheidsbewaking is uitgeschakeld.
De zuiverheidsbewakingslampjes wisse-
len regelmatig van kleur.
Het SLAAP-lampje knippert.
AUTOMATISCH HERSTARTEN
Na een stroomonderbreking gaat de
bediening automatisch verder als er weer
stroom is.
AAN
(standaard)
(als de unit UIT is)
(tegelijkertijd gedurende
meer dan 3 sec.)
• Vervang de filters als deze erg vuil lijken. (pagina 9)
• Controleer of de plastic zak rondom de filter is verwijderd. (pagina 5)
• Mogelijk was de lucht niet schoon op het moment waarop de stekker in
het stopcontact werd gestoken.
Trek de stekker uit het stopcontact, wacht ongeveer een minuut en steek
de stekker weer in het stopcontact.
• De werking van de sensoren wordt beïnvloed door stof in de
sensoropeningen. Maak de stofsensoropeningen voorzichtig schoon.
(pagina 8).
• Als de hoofdunit plasmaclusterionen produceert, kan er een zacht
kloppend of tikkend geluid hoorbaar zijn.
• Controleer of de filters erg vuil zijn.
• Reinig of vervang de filters.
• Staat de hoofdunit op een plaats waar de sigarettenrook moeilijk waar te
nemen is?
• Zit er stof in de stofsensoropening of is dit verstopt?
(Maak dan de opening schoon.) (pagina 8)
• Onmiddellijk na het verwijderen van de plastic zak kan een lichte geur
ontstaan.
Deze geur is niet schadelijk voor de werking van het filter. Menselijke
blootstelling aan deze geur is ook niet schadelijk.
• Controleer of "Lampjes UIT" geselecteerd is.
Druk gedurende 3 seconden op
• Controleer of de SLAAP-modus is geselecteerd.
De zuiverheidsbewaking/het plasmaclusterionlampje worden automatisch
uitgeschakeld als de ruimte donker is, nadat de SLAAP-modus geselec-
teerd is.
• De zuiverheidsbewakingslampjes veranderen automatisch van kleur als
de stofsensor onzuiverheden in de lucht waarnemen.
• Ventilatormotorfout. Zet de unit UIT.
Wacht een minuut en zet de unit dan weer AAN.
Zelfs als het stroomsnoer uit het stopcontact is gehaald of de onderbreker
•
tijdens de bediening reageert, gaat de bediening weer verder bij de vorige
bedieningsprogramma en instellingen als er weer stroom is.
Als het
,
,
,
lampje gedurende
8 seconden aan gaat, is de instelling voltooid.
NL-10
OPLOSSING (geen defect)
om het lampje aan te zetten. (pagina 7)
UIT
(als de unit UIT is)
(tegelijkertijd gedurende
meer dan 3 sec.)