Een te lage verbranding kan ontstaan door:
¼ te weinig brandstof
¼ slechte brandstof
¼ te weinig ventilatie
¼ slijtage van de kous
E
HET UITZETTEN VAN DE KACHEL
U schakelt de kachel uit door de UIT-toets ³ in te drukken. De vlam zal dan na
enige tijd vanzelf doven (fig. N).
F
HET VERSTELLEN VAN DE KOUSHOOGTE
Na verloop van tijd is de verbranding niet meer hoog genoeg (hoofdstuk D). In dat
geval kunt u de koushoogte verstellen om de verbranding te verbeteren. Hiervoor
dient de kachel uit te zijn. U gaat als volgt te werk:
1 Druk de UIT-toets ³ in (fig. N).
2 Trek de draaiknop · van de kachel, zodat de koushoogtevergrendeling ¸
zichtbaar wordt.
3 Neem de plastic ring tussen duim en wijsvinger en trek deze naar voren. Draai
de ring één stap hoger naar stand 2 of 3 (fig. O). Druk de ring voorzichtig aan,
zodat de uitsparing weer om het palletje sluit.
4 Duw de draaiknop · voorzichtig op zijn plaats. Dit kan maar op één manier:
bekijk de achterkant van de dop voor de juiste positie.
!
Als het verstellen van de koushoogte niet het gewenste effect heeft, moet u de
kachel helemaal laten leegbranden (hoofdstuk H).
Blijft de verbranding ook dan nog te laag en staat uw kous inmiddels op stand 3,
neem dan contact op met uw dealer of vervang de kous, zie hoofdstuk M.
Als de verbranding na het bijstellen te hoog wordt (fig. R), moet u de koushoogte
vergrendeling weer een stand lager zetten. Anders hebt u kans op rook- en
roetontwikkeling.
G
STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Als u een storing niet kunt oplossen met behulp van de onderstaande
aanwijzingen, dient u contact op te nemen met uw dealer.
HET AANMAKEN LUKT NIET.
¼ De batterijen zitten niet goed in de houder.
Controleren (fig. F).
¼ De batterijen zijn niet meer krachtig genoeg voor de ontsteking.
Vervangen (fig. F).
¼ U hebt de kachel helemaal leeg gestookt of de kous is vervangen.
Na het plaatsen van de gevulde wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.
SLECHTE VERBRANDING EN/OF ROET/GEUR.
¼ De verbrandingskamer
Zet deze recht met de handgreep ¿, tot u hem makkelijk wat naar links en
rechts kunt schuiven.
¼ U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
¼ U gebruikt verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk "Wat u vooraf moet weten").
¼ Er is sprake van stofophoping onder in de kachel.
Raadpleeg uw dealer.
¼ De koushoogte is niet goed.
Raadpleeg uw dealer.
DE KACHEL GAAT LANGZAAM UIT.
¼ De wisseltank is leeg.
Zie hoofdstuk B.
¼ Er zit vocht in het onderreservoir.
Raadpleeg uw dealer.
¼ De kous is aan de bovenzijde verhard.
Kachel helemaal leegbranden (hoofdstuk H). Gebruik de juiste brandstof.
¼ U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
1
48
(vul de tank)
(raadpleeg uw dealer)
(zet een raam of deur op een kier)
(raadpleeg uw dealer, of vervang de kous,
zie hoofdstuk M)
is niet goed geplaatst.
N
O