6. Manometer (Druckbehälterdruck kann abgelesen
werden)
7. Schnellkupplung (ungeregelte Druckluft)
8. Druckbehälter
9. Sockel
10. Kondensatablassschraube
11. Runde
12. Ölablassschraube
13. Kompressorpumpe
14. Druckluftschläuche
15. Luftfilter
16. Ölschraube
17. Ein / Aus-Schalter
18. Ölmarkierungsfenster
19. Sicherheitsventil
20. Öleinfüllöffnung
21. Flanschschraube
22. Waschmaschine
23. Matrizen
24. Mutterflansch
25. Schraube
PIKTOgrA E
Piktogra e und Werte auf der Produktverpackung:
a) Stromversorgungswerte
b) Stromverbrauch
c) Leerlaufdrehzahl
d) Volumen des Druckbehälters
e) Transportierte Luftmenge
EINSATZ UND BETrIEB
Anlagen und Maschinen ASIST sind nur für Haus-
oder Hobbynutzung vorgesehen.
Der Hersteller und Importeur empfehlen dieses Gerät
nicht unter extremen Bedingungen und bei hoher
Belastung zu verwenden. Alle zusätzlichen Anfor-
derungen müssen Gegenstand einer Vereinbarung
zwischen dem Hersteller und dem Käufer sein.
Voor inbedrijfstelling
• Open de verpakking en verwijder het apparaat vo-
orzichtig.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal en de verpakking
en transportvergrendelingen (als het product hiermee
is uitgerust).
• Controleer of de inhoud van de levering compleet is.
• Controleer het apparaat en de accessoires op
transportschade.
• Bewaar de verpakking indien mogelijk tot het einde
van de garantieperiode.
AANDACHT
Het apparaat en het verpakkingsmateriaal zijn geen
speelgoed! Voor kinderen
exclusief plastic zakken, folies of kleine voorwerpen
component! Er bestaat een risico om ze in te slikken
en verstikking! Controleer voor het aansluiten of de
gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de
netwerkgegevens.
• Controleer het apparaat op transportschade. Meld
eventuele schade onmiddellijk aan het transportbedrijf
dat de compressor heeft geleverd.
• De compressor moet dicht bij het apparaat worden
geïnstalleerd.
• Vermijd lange lucht- en toevoerleidingen (verlengs-
noer).
• Zorg ervoor dat de aangezogen lucht droog en sto-
fvrij is.
• Plaats de compressor niet in een vochtige of natte
ruimte.
• De compressor mag alleen in geschikte ruimtes
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5 ° C tot
40 ° C) worden gebruikt. Er mogen geen stof, zuren,
dampen, explosieve of brandbare gassen in de kamer
aanwezig zijn.
• De compressor is geschikt voor gebruik in droge ru-
imtes. Gebruik is niet toegestaan in ruimtes waar met
sproeiwater wordt gewerkt.
• Het oliepeil in de compressorpomp moet vóór in-
bedrijfstelling worden gecontroleerd.
Montage en bediening
Aandacht!
Zorg ervoor dat het apparaat in gebruik is voordat u
het in gebruik neemt volledig gemonteerd!
Wielmontage (afb.4, 5)
• Monteer de meegeleverde zwenkwielen zoals afge-
beeld.
Voetmontage (afb.4, 6)
• Monteer de bijgeleverde voet zoals afgebeeld.
Luchtfilterinstallatie (afb.7, 8)
• Verwijder de transportstop (B) en schroef het luchtfil-
ter (15) op het apparaat.
Vervangen van het transportdeksel (A) (afb.9, 10)
• Verwijder de olievuldop (A) (20).
• Vul de bijgeleverde compressorolie in het carter en
steek de meegeleverde oliedop (16) in de olievulope-
ning (20).
Netwerkverbinding
• De compressor is voorzien van een netsnoer met
stekker met randaarde. Deze kan worden aangesloten
op elk stopcontact met een 220-240 V ~ 50 Hz vei-
ligheidsspeld, die beveiligd is met 16 A.
• Zorg er voor de inbedrijfstelling voor dat de netspan-
ning overeenkomt met de bedrijfsspanning (volgens
het gegevensblad van het apparaat).
• Lange toevoerleidingen, maar ook verlengstukken,
kabeltrommels, enz. Veroorzaken spanningsval en
kunnen het starten van de motor verhinderen.
• Bij lage temperaturen onder + 5 ° C wordt het starten
van de motor door zwaar draaien in gevaar gebracht.
Aan / uit-schakelaar (Afb.2)
• Trek de aan / uit-schakelaar (17) omhoog om de
compressor in te schakelen. Om uit te schakelen,
drukt u de aan / uit-schakelaar omlaag.
Drukinstelling (afb.1, 3)
38