Druk hierna op de toets
Het cijfer 0 verschijnt in
het display. Na de wijziging van het deurtype wordt
de kracht teaching-procedure
18a
• Menustap 9: speciale functies
Toets
in werking stellen.
Cijfer 9 verschijnt in de Display.
Menu
Waarde
Status
0
Normale uitvoering
(standaardinstelling bij levering)
1
Niet toegankelijk
De instelling van de ventilatie kan met
e
behulp van de 2 toets op de handzender
of van de interne toets signaal 112
(accessoire) aangestuurd worden 13b.
2
Gedeeltelijk openen van zywaartse
sectionaaldeuren
Een gedeeltelijke opening van ca. 1 m
kan met behulp van de 2 toets op de
handzender of van de interne toets
signaal 112 (accessoire) aangestuurd
worden 13b.
e
Opmerking: De 2 toets op de handzender moet na
het wisselen van bedrijfsmodus opnieuw worden
geleerd.
• Handleiding voor de
bediening
In deze handleiding wordt beschreven hoe er veilig
en deskundig met het product gewerkt kan worden.
De genoemde veiligheids- en overige instructies en
de voor de plaats van gebruik geldende
voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
algemene veiligheidsbepalingen dienen te worden
nageleefd.
Instrueer alle personen die
gebruik maken van de deur hoe ze
deze correct en veilig kunnen bedienen.
Handzenders horen niet in de
handen van kinderen thuis.
Bij gebruik van de aandrijving moet
het openen en sluiten bewaakt
worden. Er mogen zich geen
personen of voorwerpen in het
bewegingsbereik van de deur bevinden.
• Normaal bedrijf (0)
(op de fabriek ingestelde modus)
De aandrijving van de garagedeur kan door
impulsgevers als handzenders, sleuteltoetsen etc.
worden geactiveerd. Er hoeft slechts een korte
impuls te worden gegeven.
Functieverloop:
Eerst impuls:
Aandrijving start en beweegt de deur naar de
ingestelde eindpositie OPEN of DICHT.
Impuls tijdens het bewegingsproces:
Deur stopt.
Nieuw impuls:
De deur loopt in de tegenovergestelde richting.
.• Noodontkoppeling
Tijdens instelwerkzaamheden, stroomstoring of
storingen kan de deur handmaking worden bediend
door de trekknop aan de loopwagen van de
aandrijving te ontgrendelen.
Mocht de deur voor een langere periode
handmaking moeten worden bediend, plaats dan de
Deze handleiding voor de montage, de bediening en het onderhoud dient zolang te worden bewaard als de deur gebruikt wordt!
arreteerstift dienovereenkomstig (zie afbeelding 12).
De deurvergrendeling die voor het bedrijf met
aandrijving werd stilgezet, moet weer worden
gemonteerd omdat de gesloten deur anders niet is
afgesloten. Voor de heringebruikname van de
aandrijving wordt de vergrendelingshevel weer in de
parkeerpositie (a) gezet en de deurvergrendeling
stilgezet.
• Interne beveiliging
De deur loopt tijdens het sluitproces op een
hindernis, stopt de aandrijving en geeft de hindernis
vrij doordat de deur wordt geopend tot in de
bovenste eindpositie.
Tijdens de laatste 2 seconden van het sluitproces
wordt de deur slechts een spleet hoog geopend om
de hindernis vrij te geven. De binnenkant van de
garage is echter niet zichtbaar.
Wanneer de deur tijdens de openingsbeweging op
een obstakel stoot, zal de aandrijving stoppen en de
e
bewegingsrichting gedurende ca. één seconde
worden omgekeerd.
• Externe beveiliging
Aansluitschema afbeelding 13
Loopdeurcontact (STOP A)
Een geopende loopdeur stopt de aandrijving direct
c.q. voorkomt het herstarten van de aandrijving.
Fotocel (STOP B)
Indien de fotocel tijdens het sluitproces wordt
onderbroken, wordt de deur gestopt en in de andere
richting bewogen. Een onderbreking van de fotocel
tijdens het openingsproces heeft geen invloed.
• Verlichting
De verlichting wordt na het impuls voor de start
automatisch ingeschakeld en na afloop van de
ingestelde tijd (in de fabriek ingesteld op ca. 90
seconden) ook automatisch weer uitgeschakeld.
onafhankelijk van de motor ingeschakeld en na 4
minuten weer uitgeschakeld.
Verwisselen van de gloeilamp:
Trek de stekker uit het stopcontact en open de
lampenkap met een kruiskopschroevendraaier (2 x
100). Gloeilamp verwisselen (230 V, 40 W, sokkel
E27) en lampenkap weer vastschroeven.
Een tweede toets op de handzender kan worden
geprogrammeerd op licht dat na 4 minuten wordt
uitgeschakeld (afbeelding 16). Als de toets op de
handzender wordt ingedrukt, wordt het licht.
• Signaallamp
Indien er ter signalering van het open- en sluitproces
een signaallamp geïnstalleerd is, knippert deze
samen met de lamp in de aandrijving zodra er een
startimpuls wordt gegeven. De aandrijving start
v e r t r a a g d o v e r e e n k o m s t i g d e i n g e s t e l d e
waarschuwingstijd (zie menustap 7).
• Handzender
Programmeren van andere handzenders:
Zie de menustappen 1 en 2 (afbeelding 15 en 16).
Verwisselen van de batterij: schuif de deksel van
het batterijvakje van de handzender af.
Haal de batterij eruit.
Plaats een nieuwe batterij Let op de juiste
poolrichting!
Schuif de deksel er weer op.
Voeg lege batterijen toe aan de stroom voor
bijzonder afval!
•
Overige bedrijfsmodussen
In menu 9 kan een andere bedrijfsmodus
geselecteerd worden. Tussen haakjes staat de
bijbehorende instelling voor menu 9.
Normaal bedrijf met ventilatiestand (1)
De ventilatiestand dient voor het ventileren van de
garage. De deur wordt voor dit doel ca. 10 cm
geopend.
De bediening is gelijk aan die bij normaal bedrijf.
Door een impuls te geven met behulp van de 2e toets
van de handzender of een andere impulsgever kan
de deur vanuit iedere positie in de ventilatiestand
worden gezet.
impulsgever kan de deur vanuit iedere positie in de
ventilatiestand worden gezet.
Vanuit de ventilatiestand kan de deur door alle
impulsgevers weer worden gesloten.
• Bedrijf met de zywaartse sectionaaldeur (2)
Bij een gedeeltelijke opening van ca. 1 m in plaats
van een volledige opening kan men de garage in
lopen.
Door een impuls te geven met behulp van de 2e toets
van de handzender of een andere impulsgever kan
de deur vanuit iedere positie gedeeltelijk geopend
worden.
De deur stopt en gaat weer open.
• Onderhoud / inspectie
Ter wille van uw eigen veiligheid
adviseren wij om de deur voor de
eerste inbedrijfstelling en naar
behoefte door een deskundig bedrijf
te laten controleren. Laat de inspectie
echter tenminste eenmaal per jaar
doorvoeren.
Controle van de krachtbegrenzing
De sturing van de aandrijving is voorzien van een
veiligheidssysteem met twee processors ter controle
van de krachtbegrenzing.
De geïntegreerde krachtuitschakeling wordt in elke
eindpositie automatisch getest.
Voor de inbedrijfstelling en tenminste eenmaal per
jaar dient de deurinstallatie te worden gecontroleerd.
De installatie van de krachtbegrenzing moet bij die
gelegenheid worden gecontroleerd (afbeelding 21)!
LET OP! Een te hoog ingestelde
s l u i t k r a c h t k a n v e r w o n d i n g e n
veroorzaken.
I n m e n u v e l d 5 k a n d e k r a c h t v o o r h e t
openingsproces worden bijgesteld. In menustap 6
kan de kracht voor het sluitproces worden bijgesteld.
• Cyclusteller
De cyclusteller slaat het aantal door de aandrijving
gegenereerde open- en sluitbewegingen op.
Om de stand van de teller af te lezen moet u de
toets 3 seconden lang ingedrukt houden, tot er een
cijfer verschijnt. De cijfers in het display geven een
voor een de getalswaarden aan, te beginnen met
de hoogste decimale voor de komma tot aan het
laagste. De weergave eindigt met een horizontaal
streepje. Voorbeeld: 3456 bewegingen, 3 4 5 6 –
NL