Spotlight‑stand
De hoge instelling is de stand spotlight. Het spotlight blijft
20 minuten branden nadat u de Aan/Uit‑schakelaar hebt
losgelaten. Twee minuten voordat het spotlight dooft, knippert
het twee keer en gaat minder fel branden. U kunt voorkomen
dat het spotlight uitgaat door licht op de aan/uit‑schakelaar
te tikken.
WAARSCHUWING: Staar, wanneer u het werklicht in
de stand middel of spotlight gebruikt, niet in het licht en
plaats de boormachine niet zo dat iemand anders in het
licht kan kijken. Dit kan tot ernstig oogletsel leiden.
VOORZICHTIG: Plaats het gereedschap, wanneer u
het als een spotlight gebruikt, op een stabiel oppervlak,
waar het apparaat niet kan vallen en niemand erover
kan struikelen.
VOORZICHTIG: Verwijder, voordat u de boormachine
als spotlight gebruikt, alle accessoires uit de spankop.
Anders zou persoonlijk letsel of materiële schade
kunnen ontstaan.
Waarschuwing gering vermogen accu
Wanneer het gereedschap in de stand spotlight staat en de accu
is bijna geheel uitgeput, knippert het spotlight twee keer en
gaat dan uit. Na twee minuten zal de accu volledig zijn uitgeput
en dan stopt het gereedschap onmiddellijk. Vervang dan de
accu door een opgeladen exemplaar.
WAARSCHUWING: Verminder het risico van letsel,
houd altijd een reserve‑accu of een andere vorm van
verlichting in gereedheid, voor het geval dat de situatie
daarom vraagt.
Sleutelloze enkelvoudige huls boorhouder
(Afb. C)
WAARSCHUWING: Probeer niet om boren (of andere
accessoires) vast te draaien door de voorkant van
de boorhouder vast te pakken en het gereedschap te
draaien. Dit kan schade aan de boorhouder en persoonlijk
letsel veroorzaken. Zet de trekkerschakelaar altijd uit
en sluit het gereedschap van de stroombron af voordat
u accessoires verwisselt. Vergrendel altijd de aan/
uit‑schakelaar en neem de accu uit het gereedschap
wanneer u accessoires wisselt.
WAARSCHUWING: Zorg er altijd voor dat het boorstuk
stevig vast zit voordat u het gereedschap opstart. Een
los boorstuk kan uit het gereedschap schieten en op die
manier mogelijk persoonlijk letsel veroorzaken.
Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze boorhouder
met een roterende huls
7
de boorhouder. Om een boorstuik of een ander accessoire te
plaatsen, volgt u de onderstaande stappen op.
1. Zet het gereedschap uit en sluit het af van de stroombron.
2. Pak de zwarte huls van de boorhouder met één hand vast
en gebruik uw andere hand om het gereedschap. Draai de
huls tegen de klok in (gezien vanaf de voorzijde), net zover
totdat het gewenste accessoire erin past.
voor bediening met één hand van
3. Zet het accessoire ongeveer 19 mm in de boorkop. Zet
stevig vast door de boorkop met één hand naar rechts te
draaien terwijl u het gereedschap met de andere hand
vasthoudt. Blijf de kraag van de boorkop draaien totdat u
een aantal ratelende klikken hoort, zodat gegarandeerd is
dat het accessoire maximaal vastzit.
OPMERkInG: Zorg ervoor dat u de boorhouder met één
hand op de huls van de boorhouder vastmaakt, en met één
hand het gereedschap vasthoudt voor maximale stevigheid.
U kunt het accessoire losmaken door stap 1 en 2 die hierboven
worden vermeld, te herhalen.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Juiste handpositie (Afb. D)
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig persoonlijk
letsel, plaats ALTIJD uw handen in de juiste positie, zoals
afgebeeld.
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig persoonlijk
letsel, houd het gereedschap ALTIJD stevig vast, zodat u
bent voorbereid op een plotselinge terugslag.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
15
zodat u draaibeweging van de machine kunt onder controle
kunt houden.
Bediening schroevendraaien (Afb. A)
1. Selecteer het gewenste bereik voor snelheid/
aanhaalmoment met de snelheidsverstelling met
drie standen
8
u de stelkraag aanhaalmoment
snelheidsverstelling op snelheid 2 of 3. Dit waarborgt
effectieve controle over het bevestigingsmateriaal, zodat de
schroef goed kan worden geplaatst en volgens specificatie
kan worden ingedraaid. Snelheid 1 biedt hetzelfde
koppeldraaimoment als snelheden 2 en 3. Voor optimale
6
prestaties van de elektronische koppeling verdienen de
snelheden 2 en 3 echter de voorkeur.
OPMERkInG: Gebruik eerst de laagste stand voor het
aanhaalmoment (1) en ga naar een hoger nummer tot
aan de hoogste instelling (11) voor het indraaien van het
bevestigingsmateriaal tot de gewenste diepte. Hoe lager het
nummer, hoe lager het aanhaalmoment.
2. Stel de stelring torsieaanpassing
getalsinstelling voor de gewenste torsie. Voer een paar tests
en de andere op de zijhandgreep
bovenop het gereedschap. Gebruikt
, zet dan eerst de
5
opnieuw in op de juiste
5
nEDERLanDs
14
,
85