BEZINKSELKOM
Reinigen
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u met
benzine bezig bent.
• Schakel de motor uit en houd warmtebronnen,
vonken en open vuur uit de buurt.
• Werk alleen in de buitenlucht met benzine.
• Veeg gemorste brandstof direct weg.
1. Zet de benzinekraan in de stand OFF en verwijder dan de
bezinkselkom en de O-ring.
2. Spoel de bezinkselkom schoon in een niet-ontvlambaar
oplosmiddel en droog deze zorgvuldig.
BRANDSTOFKLEPHENDEL
OFF (UIT)
3. Plaats een nieuwe O-ring in de benzinekraan en breng de
bezinkselkom aan. Zet de bezinkselkom stevig vast.
4. Zet de benzinekraan in de stand AAN en controleer op lekkage.
10
O-RING
(Vervangen)
BRANDSTOF-
FILTERGAAS
BEZINKSELKOM
NEDERLANDS
BOUGIE
Aanbevolen bougie: BPR6ES (NGK)
W20EPR-U (DENSO)
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de
normale bedrijfstemperatuur van de motor.
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
Als de motor gedraaid heeft, laat deze dan eerst afkoelen voordat
u onderhoud aan de ontstekingsbougie uitvoert.
Voor een goede werking moet de bougie de juiste
elektrodenafstand hebben en mag er geen aanslag aanwezig zijn.
1. Haal de bougiedop los van de
bougie en verwijder
eventueel vuil direct rondom
de bougie.
2. Verwijder de bougie met een
bougiesleutel van 21 mm.
3. Controleer het uiterlijk van de
bougie. Vervang deze als hij
beschadigd of erg vervuild is,
als de onderlegring in slechte
conditie is of als de elektrode
versleten is.
4. Meet de elektrodenafstand
met een voelermaat van het
draadtype. Corrigeer de
elektrodenafstand zo nodig
door de zijelektrode
voorzichtig iets te buigen.
De elektrodenafstand moet
zijn: 0,7 – 0,8 mm
5. Monteer de bougie
zorgvuldig met de hand, om
cross-threading te voorkomen.
6. Draai de bougie nadat deze is geplaatst nog iets vast met een
bougiesleutel van 21 mm om de afdichtring samen te drukken.
Bij het monteren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij
aanligt nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring
samen te drukken.
Bij het opnieuw monteren van de oude bougie moet deze
nadat hij aanligt nog 1/8-1/4 slag extra worden aangedraaid om
de ring vast te zetten.
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en
schade oplopen.
Als de bougie te strak wordt vastgedraaid, kan de schroefdraad
in de cilinderkop worden beschadigd.
7. Bevestig de bougiedop op de bougie.
BOUGIESLEUTEL
ZIJELEKTRODE
0,7–0,8 mm
ONDERLEGRING