Voltooi de montage van de beschermkap door de
u
beschermkapschroef met een kruiskopschroevendraaier
in te draaien en stevig vast te zetten, zoals in Afbeelding E
wordt getoond.
Verwijder, wanneer de beschermkap is geïnstalleerd, de
u
afdekking van het draadsnijvlak, die zich op de rand van
de beschermkap bevindt.
Waarschuwing! Gebruik het gereedschap nooit wanneer de
beschermkap niet op juiste wijze is bevestigd.
Hoogte instellen (Afb. F, G–G3)
Waarschuwing! Pas de lengte van de trimmer aan voor een
geschikte werkpositie, zoals wordt getoond in
afbeeldingen G - G3.
De totale hoogte van de trimmer kan worden aangepast
u
door de kraag voor de hoogte-afstelling (5) los te draaien
en in de richting van de pijl te draaien, zoals wordt
getoond in Afbeelding F.
Verplaats de bovenste behuizing recht omhoog of omlaag.
u
Zet, wanneer de gewenste hoogte is bereikt, de kraag
vast door deze in de richting te draaien die tegengesteld is
aan de richting die in Afbeelding F wordt getoond.
De snijdraad losmaken
Tijdens transport is de snijdraad aan de spoelbehuizing
bevestigd met tape.
Verwijder de tape waarmee de snijdraad aan de spoelbe-
u
huizing vast zit.
Bediening
Waarschuwing! Draag altijd de juiste oogbescherming.
Waarschuwing! Gebruik voor het maaien alleen het juiste
type snijdraad.
Opmerking: inspecteer het gebied dat u wilt trimmen en
verwijder draad, snoer en touw die verstrikt zouden raken in
de draaiende draad of spoel. Let er vooral goed op dat u uit
de buurt blijft van draad dat naar buiten kan zijn gebogen naar
het apparaat toe, zoals losse stukken draad aan de onderzijde
van een afrastering.
In- en uitschakelen
U schakelt het apparaat in door op de vergrendelingsknop
u
Uit-stand (2) te duwen, en de Aan/Uit-schakelaar (1) in te
knijpen.
U schakelt het apparaat uit door de Aan/Uit-schakelaar los
u
te laten.
De trimmer gebruiken (Afb. F, G–G3)
Beweeg terwijl de trimmer is ingeschakeld, de machine
u
onder een hoek met een zwaaibeweging heen en weer,
zoals wordt getoond in afbeelding G.
Houd een maaihoek van 5° tot 10° aan, zoals wordt
u
getoond in Afbeelding G1. Werk niet onder een hoek van
meer dan 10° (Afbeelding G2). Maai met het uiteinde van
de draad. Bewaar met behulp van de kantengeleider (7)
afstand tot harde oppervlakken.
Neem een afstand van minimaal 600 mm in acht tussen
u
de beschermkap en uw voeten, zoals in Afbeelding G3
wordt getoond. Stel de totale hoogte van de trimmer af op
deze afstand, zoals wordt getoond in Afbeelding F.
(Vertaling van de originele instructies)
Omschakelen naar kanten trimmen (Afb. H, I)
Waarschuwing! Wanneer de machine wordt gebruikt als
kantentrimmer, kunnen stenen, stukken metaal en andere
voorwerpen door de draad met hoge snelheid worden weg-
geslingerd. De trimmer en beschermkap zijn ontworpen met
het oog op het verminderen van het gevaar. Maar ZIE EROP
TOE dat andere personen en huisdieren zich op een afstand
van ten minste 30 m bevinden. De beste maairesultaten
worden verkregen op randen die dieper dan 50 mm zijn.
Neem de accu uit de trimmer.
u
Draai voor onderhoud van de gazonkanten de kraag (5)
u
zoals wordt getoond in deel 1 van Afbeelding H.
Houd de metalen as vast en draai de onderste behuizing
u
180°, zoals in deel 2 wordt getoond.
Draai de kraag totdat deze vastzit.
u
Til de kantengeleider (7) in de stand voor het trimmen van
u
gazonkanten, zoals wordt getoond in Afbeelding I.
Plaats de trimmer boven het oppervlak zoals wordt
u
getoond in Afbeelding J.
Keer terug naar de trimstand door de vergrendelingskraag
u
los te draaien en de onderste behuizing 180° terug te
draaien. Draai de kraag totdat deze vastzit
Nuttige tips voor het maaien
Maai met de punt van de draad; duw niet de draadkop
u
in ongemaaid gras. Gebruik voor het beste resultaat de
kantengeleider langs schuttingen, gevels en bloembed-
den.
Op schuttingen van draad en van paaltjes kan de draad
u
extra slijten, en zelfs breken. Op gemetselde muurtjes en
muurtjes van natuursteen, op trottoirs en op hout kan de
snaar snel slijten.
Laat de spoelkap niet over de grond of over andere op-
u
pervlakken slepen.
Maai hoge begroeiing van boven af en niet meer dan
u
300 mm in één keer.
Houd de trimmer gekanteld in de richting van het ge-
u
maaide gebied; daar werkt de trimmer het best.
De trimmer maait wanneer u de machine van rechts naar
u
links beweegt. Er wordt dan geen vuil in de richting van de
gebruiker geslingerd.
Blijf uit de buurt van bomen en struiken. Boomschors,
u
houtstructuren, houten planken en schuttingpalen kunnen
gemakkelijk door de draad worden beschadigd.
Maailijn / lijnaanvoer
Uw trimmer gebruikt ronde nylon lijn met een diameter van
1,65 mm. Tijdens gebruik rafelen de punten van de nylon
lijn en slijten weg en de speciale zelf-werkende spoel voert
automatisch lijn aan zodat de lijn op lengte blijft. De snijdraad
slijt sneller en moet vaker verlengd worden wanneer u vaak
langs stoepen of andere schurende oppervlakken maait, of
wanneer u zwaardere begroeiing maait. Het geavanceerde
automatische lijnaanvoermechanisme merkt wanneer meer
snijdraad wordt gevraagd en brengt de lijn op de juiste lengte,
wanneer dat maar nodig is. Stoot de machine niet op de
grond, ook niet met het doel lijn aan te voeren.
NEDERLANDS
49