Geavanceerde opname (vervolg)
„ Meer over fragmentnummers
1. Fragmentnummers worden automatisch tijdens een
analoge opname gemarkeerd indien er een stilte van
1 seconde of langer is (automatische markerings-
functie). U kunt een aantal fragmenten als een enkel
fragment opnemen door de automatische marke-
ringsfunctie uit te schakelen (zie bladzijde 18).
2. Wanneer u opneemt van een CD of een minidisc via
de digitale aansluiting, zullen de fragmentnummers
worden aangemaakt op dezelfde punten als op die
CD of minidisc (gesynchroniseerde markeringsfunc-
tie).
z De fragmentnummers worden bijvoorbeeld door ruis
soms niet op de juiste plaatsen gemarkeerd. Dit is
afhankelijk van de bron die u opneemt.
z De fragmentnummers van de weergavebron komen
mogelijk niet overeen met de fragmentnummers die op
de minidisc worden gemarkeerd.
N-19
NEDERLANDS
z De fragmentnummers op de minidisc zijn mogelijk niet
hetzelfde als de fragmentnummers van de opgeno-
men bron indien u fragmenten voor opname heeft
geprogrammeerd of handmatig zelf fragmenten voor
opname heeft gekozen.
z Afhankelijk van de aangesloten stereo-installatie wor-
den de fragmentnummers mogelijk niet juist aange-
bracht.
„ Meer over de bemonsteringswaarde-conver-
ter
Deze draagbare MD-recorder heeft een converter voor
de bemonsteringswaarde. Dit betekent dat u ook opname
van digitale radio-uitzendingen of DAT-cassetterecorders
kunt maken.
„ Opmerking voor digitale opname
U kunt een minidisc waarop een digitale opname van bij-
voorbeeld een andere minidisc of DAT-cassette is
gemaakt niet nogmaals digitaal kopiëren. Het SCMS
(Serial Copy Management System) beperkt het aantal
digitale opnamen ter bescherming van de auteursrech-
ten. Analoge opname is in dit geval wel mogelijk.