Hauck Ontario Instrucciones Para El Uso página 13

wanneer u de kinderwagen of afzonderlijke delen daarvan open- of
samenvouwt of andere veranderingen uitvoert.
23. Het maximum beladinggewicht voor de korf bedraagt 3 kg.
24. Neem de kinderwagen om deze te dragen niet vast met de duwstang /
omklapbare duwstang.
25. Bij het instappen in de kinderwagen in geen geval op de voetensteunen
stappen.
26. Gebruik geen extra opstapvlak aan de kinderwagen (bijv. Kiddy – Board).
27. WAARSCHUWING: De rechte zitpositie is niet geschikt voor kinderen van
minder dan 6 maanden.
28. WAARSCHUWING: Voor gebruik dient gecontroleerd te worden, dat het
kinderwagenelement of de zitunit correct is vergrendeld.
DEzE kINDERWAGEN StEMt oVEREEN MEt DE StANDAARD DIN
EN 1888 2003: 06 + A1 2005-08 + A2 2005-08 + A3 2005-08.
MoNtAGE- EN GEBRUIkSAANWIjzING
StUkLIjSt
Controleer de stuklijst, om te vrijwaren, dat alle delen werden meegeleverd:
onderstel met zitunit
• 1 kap
• 1 frontbeugel
• 4 wielen
• 2 wielassen
1. HET OPENVOUWEN (AFB. 1)
Maak de transportveiligheid los. Vouw de kinderwagen open, door de duwstang naar boven te
trekken tot de beide zijvergrendelingen vergrendelen.
2. HET MONTEREN VAN DE VOOR- EN ACHTERWIELEN (AFB. 2A-2C)
Het monteren van de voor- en achterwielen gebeurt op dezelfde wijze: Schuif de wielas door
de 2 onderstelbomen (2a). Schuif de wielen op de as, tot deze met een klik vergrendelen (2b).
Controleer voor het gebruik, dat de wielen veilig gemonteerd zijn. om het wiel te wisselen drukt
u op de knop en trekt u het wiel van de as af (2c).
Let op: Wanneer de kinderwagen met luchtbanden werd geleverd, dan gelieve de luchtdruk van
de banden te controleren.
U kunt de luchtbanden met behulp van een luchtpomp oppompen. De bandendruk mag 2,0 bar
(28 PSI) niet overschrijden.
3. REMMEN (AFB. 3)
om de kinderwagen te stoppen kunt u ofwel de voorwielrem of de achterwielrem bedienen. trap
op de rem om de kinderwagen te stoppen en probeer als controle, om de kinderwagen voort te
duwen.
Let op: Vergrendel steeds beide remmen wanneer u de kinderwagen parkeert.
4. HET INSTELLEN VAN DE RUGLEUNING (AFB. 4)
trek de metalen greep aan de achterzijde van de rugleuning naar boven en breng de rugleuning
in de gewenste positie. De rugleuning kan in 3 verschillende posities worden gebracht.
5. HET INSTELLEN VAN DE VOETENSTEUN (AFB. 5)
Drücken Sie beide Knöpfe (links und rechts), um die Fußstütze in die gewünschte Position zu
bringen.
6. DAS EINSTELLEN DES SCHIEBERS (ABB. 6)
Druk op beide (links en rechts) knoppen, om de voetensteun in de gewenste positie te
brengen.
7. HET AANBRENGEN VAN DE FRONTBEUGEL (AFB. 7A-7C)
Breng de frontbeugel aan, door de beugel op de 2 vergrendelingen aan beide zijden van de
kinderwagen te schuiven (7a). Voer een trekcontrole uit aan de frontbeugel, om te vrijwaren, dat
de beugel correct is vergrendeld.
om de frontbeugel af te nemen, drukt u op de knoppen aan beide zijden en neemt u de
frontbeugel af van de kinderwagen (7b).
om de frontbeugel in de gewenste positie te brengen, drukt u op de knoppen aan beide zijden
(7c).
8. HET VERANDEREN VAN DE DUWSTANGPOSITIE (AFB. 8A-8C)
Trek de beide plastic vergrendelingen (links en rechts) naar boven, om de duwstang uit zijn
actuele positie los te maken (8a). Druk de tweede vergrendeling naar onder (8b) en klap de
duwstang dan naar voren (8c). Gelieve er steeds op te letten, dat de duwstang veilig in haar
nieuwe positie vergrendelt. Wanneer de kinderwagen wordt geparkeerd, en de duwstang zich
NL
13