5. Opmerkingen m.b.t. zorg voor verstuiver
Voorzichtig
1. Het apparaat niet in water onderdompelen.
2. Alleen voor gebruik zoals voorgeschreven door een arts.
3. Gebruik nooit vaker dan voorgeschreven is.
4. Als de therapie niet effectief is, raadpleeg dan uw arts.
6. Bedieningsinstructies
1. Haal de verstuiver voorzichtig uit de doos.
2. Sluit het netsnoer op een stroomvoorziening aan.
3. Sluit de slang op het uitlaatfiltermondstuk aan.
4. Sluit de verstuiverkamer, gevolgd door het mondstuk of het gezichtsmasker op de slang aan.
5. Zet de stroomtoevoer aan ( I ). De schakelaar licht op. Controleer voor ieder gebruik
de luchtstroom.
6. De apparatuur kan nu gebruikt worden.
6.1 De verstuiverkamer vullen
Alleen voor gebruik op één patiënt
1. Sluit één eind van de slang op de uitlaatfilter op uw compressor aan.
2. Sluit het andere eind van de slang op de onderkant van de blauwe verstuiverkop aan.
3. Verwijder de bovenkant van de verstuiver van de kop en
giet de medicatie in de kop (max. 10ml.)
4. Schroef de bovenkant terug op de kop.
5. Sluit of het gezichtsmasker of het mondstuk op de bovenkant van
de verstuiver aan.
Alle accessoires moeten voldoen aan EN 13544-1
(Netspanning werking)
nl
53