Wacht minstens 1 minuut voordat u een nieuwe
meting uitvoert!
Resultaten beoordelen
Algemene informatie over de bloeddruk
• De bloeddruk is de kracht waarmee de bloedstroom te-
gen de wanden van aders drukt. De arteriële bloeddruk
verandert in de loop van een hartcyclus constant.
• De bloeddruk wordt altijd in de vorm van twee waarden
weergegeven:
- De hoogste druk in de cyclus wordt systolische
bloeddruk genoemd. Deze ontstaat wanneer de
hartspier zich samentrekt en het bloed daardoor in de
bloedvaten wordt gedrukt.
- De laagste druk is de diastolische bloeddruk. Dit is de
druk die aanwezig is wanneer de hartspier zich volledig
uitgerekt heeft en het hart zich met bloed vult.
• Schommelingen in de bloeddruk zijn normaal. Zelfs bij
een herhaalde meting kan er sprake zijn van aanzienlijke
verschillen tussen de gemeten waarden. Eenmalige of
onregelmatige metingen geven daarom geen betrouw-
bare informatie over de werkelijke bloeddruk. Een be-
trouwbare beoordeling is alleen mogelijk als u regelmatig
metingen uitvoert onder vergelijkbare omstandigheden.
Risico-indicator
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de in de vol-
gende tabel vermelde, internationaal erkende classificatie
vastgelegd voor het beoordelen van gemeten bloeddruk-
waarden:
Gebied van de
bloeddruk waarden
Niveau 3:
ernstige hypertonie
Niveau 2: gemiddel-
de hypertonie
Niveau 1:
lichte hypertonie
Hoog-normaal
Normaal
Optimaal
Bron: WHO, 1999 (World Health Organization)
De risico-indicator (de pijlen op het display en de bijbehoren-
de schaalverdeling op het apparaat) geeft aan binnen welk
bereik de vastgestelde bloeddruk zich bevindt. Als de geme-
151
Systolisch
Diastolisch
(in mmHg)
(in mmHg)
≥ 180
≥ 110
160 – 179
100 – 109
140 – 159
90 – 99
130 – 139
85 – 89
120 – 129
80 – 84
< 120
< 80
Maatregel
Raadpleeg
een arts
Raadpleeg
een arts
Regelmatige
controle door
een arts
Regelmatige
controle door
een arts
Zelfcontrole
Zelfcontrole