NL
Let op: Het groene LED lampje (18) van de oplader brand wanneer de
oplader klaar is voor het opladen van de accu
WAARSCHUWING: De oplader is enkel geschikt voor binnen gebruik
en dient niet in vochtige omstandigheden gebruikt te worden.
Het opladen van de accu
WAARSCHUWING: Wanneer de instructies niet opgevolgd worden
raakt de accu (8) mogelijk permanent beschadigd.
Let op: De normale laadtijd bedraagt ongeveer 1 uur, voor een volledig
ontladen accu. Wanneer de accu voor langere tijd ontladen is, bedraagt de
laadtijd mogelijk langer.
1.
Schuif de ontladen/gedeeltelijk ontladen accu op de
oplader (16) (afb. II (a))
Let op: Zorg ervoor dat de accu en de oplader juist zijn uitgelijnd. Wanneer
de accu niet soepel in de oplader schuift, forceer het niet. Verwijder in
plaats daarvan het accu en controleer vervolgens of de bovenkant van de
accu en de opladersleuf schoon en onbeschadigd zijn en of de
laadcontacten (19) niet gebogen zijn.
2.
Wanneer de accu opgeladen wordt brand enkel het rode
LED (17)
Let op: Wanneer het rode LED niet constant brand nadat een niet-
opgeladen accu in de oplader is geplaatst, is de accu of de oplader mogelijk
defect. Controleer nogmaals of de accu volledig in de oplader is geplaatst.
Als de storing aanhoudt, gebruik deze dan niet en neem contact op met uw
erkende Silverline-leverancier.
3.
Wanneer de accu volledig is opgeladen brand enkel het
groene LED lampje (18)
Laadniveau indicator
De accu is voorzien van een ingebouwde laadniveau indicator (9). Als u op
de knop rechts drukt, wordt het laadniveau aangegeven. Het aantal balken
dat oplicht wanneer de knop wordt ingedrukt, geeft het laadniveau aan; 1
balk die aangeeft dat de accu bijna leeg is, 3 balkjes die aangeeft dat de
accu volledig is opgeladen.
BELANGRIJK: Houd er rekening mee dat een lage acculading ertoe kan
leiden dat het machine tijdens het gebruik plotseling tot stilstand komt. Dit
kan gevaarlijk zijn. Het wordt aanbevolen om altijd te zorgen dat de accu
een goed oplaadniveau heeft.
Opmerkingen betreft het opladen van de accu:
Let op: Accus zijn een wegwerp product waarbij de capaciteit op lang
gebruik kan verlagen. Hou er rekening mee om altijd de juiste handeling en
oplaad methode te gebruiken, dit zoals aangegeven in de handleiding.
Indien de accu niet oplaad of de capaciteit verlaagd is raden wij u een
Silverline vervanging aan.
•
De accu dient bij een omgevingstemperatuur tussen de 10
en 40°C (dicht bij 20°C is ideaal) opgeladen te worden
•
Na het opladen vereist de accu een afkoelperiode van 15
minuten
•
Zorg ervoor dat de oplader na het opladen van de
stroombron wordt ontkoppeld en juist wordt opgeborgen
•
Laad accu's NOOIT voor langere periodes op en berg accu's
NOOIT op wanneer deze worden opgeladen
•
De oplader houdt de temperatuur en spanning van de accu
constant in de gaten. Ontkoppel de accu wanneer deze
volledig is opgeladen, om de laadcyclussen te optimaliseren
en het verspillen van energie te voorkomen
•
Accu's kunnen na verloop van tijd stuk raken, individuele
cellen breken wat leidt tot kortsluiting in de accu. De
oplader laadt zulke accu's niet op. Gebruik de andere accu
om de werking van de oplader te controleren en schaf een
nieuwe accu aan
•
Li-ion accu's mogen niet voor langere tijd ontladen
opgeborgen worden. Dit beschadigt de Li-ion accucellen
mogelijk. Accu's dienen volledig opgeladen (ontkoppeld van
de oplader) te zijn wanneer deze voor langere tijd
opgeborgen worden
•
De capaciteit van accu's wordt na verloop van tijd lager. Na
100 laadcyclussen zullen de gebruiksduur en de maximale
koppel van de boormachine lichtelijk verkorten/verlagen.
Na 500 laadcyclussen is de minimale capaciteit van de accu
bereikt. Dit is normaal en duidt niet op een foutieve accu
Het bevestigen van het accessoire
WAARSCHUWING: Draag STEEDS snijbestendige
veiligheidshandschoenen wanneer u de bladen manipuleert.
Universele accessoires
Zie afb. III
1.
Draai de vergrendelhendel (1) los
2.
Pas indien nodig de draadflens (14) aan om net genoeg
ruimte te laten om het accessoire te plaatsen
3.
Plaats het accessoire op de montageflens (15) zodat de
bevestigingsgaten in het accessoire met de pinnen van de
montageflens uitlijnen
4.
Draai de vergrendelhendel vast
5.
Voordat u de machine gebruikt, controleert u of het
accessoire juist bevestigd is
6.
Als het accessoire los in de houder zit, laat u de
vergrendelingshendel los en draait u de draadflens vast,
waarna u de vergrendelingshendel weer inschakelt
Standaard accessoires
Zie afb. IV
1.
Draai de vergrendelhendel (1) los
2.
Verwijder de draadflens (14)
3.
Plaats het accessoire op de montageflens (15) zodat de
bevestigingsgaten in het accessoire met de pinnen van de
montageflens uitlijnen
4.
Plaats de draadflens terug
5.
Draai de vergrendelhendel vast
6.
Voordat u de machine gebruikt, controleert u of het
accessoire juist bevestigd is.
7.
Als het accessoire los in de houder zit, laat u de
vergrendelingshendel los en draait u de draadflens vast,
waarna u de vergrendelingshendel weer inschakelt
Let op: Monteer gebogen of gehoekte bladen zo, dat het uiteinde van het
blad van de machine af wijst, als afgebeeld in afb. V.
Let op: Zolang de tanden met de gaten uitlijnen, kan het accessoire in een
hoek op de montageflens bevestigd worden (afb. VI).
Het selecteren van schuurvellen met juiste korrelmaat
Let op: Het gebruik van schuurvellen met een goede kwaliteit maximaliseert
de kwaliteit van de afwerking. Test de machine op een stuk afvalmateriaal
om vast te stellen of het schuurvel geschikt is voor de uit te voeren taak:
•
Grof (60 korrelmaat), voor het bewerken van ruwe
oppervlakken
•
Medium (120 korrelmaat), voor het verfijnen van
oppervlakken
•
Fijn (240 korrelmaat), voor het afwerken van oppervlakken
silverlinetools.com
59