uit met de hoeken van het schuurpad en
druk het schuurvel voorzichtig vast.
Het selecteren van het juiste korrel-
5.3
grofte schuurvel
• Schuurvellen zijn verkrijgbaar in ver-
schillende groftes: grof (60 korrelgrofte),
medium (120 korrelgrofte) en fijn (240
korrelgrofte).
• Gebruik een grof schuurvel voor het
schuren van ruwe oppervlakken,
medium vellen voor het glad schuren
van oppervlakken en fijne vellen voor
het afwerken van oppervlakken.
• Voor het maximaliseren van de
schuurafwerking, maakt u gebruik van
hoogwaardige schuurvellen.
• Het is aanbevolen de vellen op een stuk
afvalmateriaal te testen om de optimale
korrelgrofte vast te stellen. Wanneer het
oppervlak na het schuren nog steeds
plekken/ markeringen vertoont, schuurt
u deze met een grover schuurvel weg
voordat u terug keert naar de originele
korrelgrofte, of gebruikt u een nieuw
schuurvel voor het verwijderen van de
markeringen voordat u overstapt naar
een fijner schuurvel.
6. Gebruik
WAARSCHUWING: De geschikte bescher-
mende uitrusting, waaronder gezichts-,
ademhalings- en gehoorbescherming, dient
te allen tijde gedragen te worden.
WAARSCHUWING: Om de gebruiker te
beschermen tegen de trillingen is het dra-
gen van beschermende handschoenen
aanbevolen.
Het in- en uitschakelen van de
6.1
machine
a. Stel het variabele snelheid stelwiel (8)
op de minimale snelheid.
b. Houdt de machine stevig bij het hand-
vat vast, met uw duim op de aan-/uit-
schakelaar (3).
c.
Schuif de schakelaar naar voren om de
machine in te schakelen.
d. Schuif de schakelaar naar achteren om
de machine uit te schakelen]
WAARSCHUWING: Laat de machine volle-
dig op snelheid komen voordat deze in con-
tact komt met het werkstuk.
WAARSCHUWING: De ventilatiegaten die-
nen vrijgehouden te worden zodat hete
lucht kan ontsnappen. Stof en zaagsel blok-
keren de ventilatiegaten waardoor de
machine oververhit. Metaal zaagsel kan de
machine permanent beschadigen. Voorkom
de ophoping van stof en zaagsel. Houd uw
werkplaats met behulp van een stofzuiger
schoon.
WAARSCHUWING: Inhaleer stof niet. Draag
een geschikt stofmasker. Sommige stoffen
zijn giftig.
Het verstellen van de snelheid
6.2
• De oscillerende snelheid van de
machine kan met behulp van het stel-
wiel (8) versteld worden.
a. Een hoger nummer op het wiel duidt op
een hogere snelheid.
b. Een lager nummer op het wiel duidt op
een lagere snelheid.
Let op: Pas de snelheid aan om het schuur-
werk op verschillende materialen te optima-
liseren. Verwijs naar de instructies van de
schuurvel fabrikant, betreft de
snelheidsselectie.
Zagen
6.3
• Zorg ervoor dat het zaagblad scherp is
en in goede staat verkeert.
• Gebruik geen beschadigde of mis-
vormde zaagbladen.
• Bij het zagen van licht bouwmateriaal
verwijst u naar de aanbevelingen van de
fabrikant.
• Inval zaagsneden zijn enkel te maken in
zachte materialen, als hout en
spaanplaat.
• Bij het gebruik van zaagbladen die niet
geschikt zijn voor het zagen van metaal,
zorgt u ervoor dat het werkstuk vrij is
van spijkers, nietjes, etc. Verwijder
metalen voorwerpen of maak gebruik
van een metaal zaagblad.
Nederlands
27