Inbedrijfstelling - patura Tornado Master 5.0 Instrucciones De Montaje Y De Uso

7.
Bediening
7.1 Veiligheid
! !
Het personeel moet worden geschoold.
De scholing moet de volgende punten bevatten:
• Het aansluiten van de voeding voor de motor op de drager
• De werkvolgorde bij zowel het opzetten als het afbreken
• Instructies over de gevaren bij het draaien van het magazijn
• Instructies over de juiste bevestiging aan de drager
• Voorzienbaar verkeerd gebruik in vergelijking met bedoeld gebruik
• Algemene veiligheidsvoorschriften
7.2 Bedieningselementen
Op het basisframe bevindt zich een tuimelschakelaar, die dient als bedieningselement.
Zowel op het draaimechanisme van het magazijn als op de verstelbare lierarm zitten borgbouten om de positie te
beveiligen. De haspels worden met vleugelmoeren en borgbouten aan het apparaat bevestigd.
Voordat de Tornado Master 5.0 opnieuw wordt gebruikt, nadat hij tijdelijk is opgeslagen, moet hij
eerst worden gecontroleerd op roestvorming en beschadigingen en moeten alle smeermiddelen in
de machine of in de machineonderdelen worden vernieuwd.
7.3

Inbedrijfstelling

7.3.1 Voor de inbedrijfstelling, moet de Tornado Master 5.0 worden gecontroleerd op verontreinigingen of andere storende
voorwerpen. Daarna kan de Tornado Master 5.0 in bedrijf worden gesteld.
7.3.2 Opnieuw inbedrijfstellen na een lange periode van inactiviteit
Controleer de Tornado Master 5.0 op verontreinigingen, andere storende voorwerpen, eventuele roestvorming en
voldoende smering. Ga ook na of de elektrische elementen schadevrij zijn. Daarna kan de Tornado Master 5.0 in
bedrijf worden gesteld.
7.4 Instellen van de trekkrachtbegrenzing
Met de meegeleverde steeksleutel en de veerbalans kan de trekkracht worden aangepast, door de zeskantmoer op de
haspel-as vast of los te draaien.
Omdat de Tornado Master 5.0 is ontworpen voor veel verschillende soorten afrasteringsmateriaal, is het zinvol om de
eerste keer dat de afrastering wordt geplaatst, de gewenste trekspanning in te stellen.
Zodra de gewenste spanning is bereikt, kunt u de instelling markeren op de veerschaal. Hang hiervoor de veerbalans
aan de knopkruk (of een ander geschikt, reproduceerbaar punt op de haspel) en zet de motor aan met de
tuimelschakelaar. De aangegeven maximale waarde is uw actuele trekkracht.
De benodigde trekkracht kan variëren, afhankelijk van de gebruikte afrasteringsdraad. Er wordt
! !
daarbij een waarde aanbevolen tussen 0,8 (draden) en 1,3 kg (touwen en brede banden tot 12,5 mm).
Het uiteinde van het geleidermateriaal mag niet vast (geknoopt) met het haspellichaam zijn
verbonden, omdat de mogelijkheid dan bestaat dat het apparaat wordt beschadigd als het uiteinde
van het geleidermateriaal niet op tijd wordt gestopt.