zonnebril is GEEN veiligheidsbril. Het wordt
tevens sterk aanbevolen een stofmasker en dik
gevoerde handschoenen te dragen.
2. Controleer of het bit stevig op zijn plaats zit
voordat u het gereedschap gebruikt.
3. Bij normale bediening behoort het gereedschap te
trillen. De schroeven kunnen gemakkelijk
losraken, waardoor een defect of ongeval kan
ontstaan. Controleer of de schroeven goed zijn
aangedraaid, alvorens het gereedschap te
gebruiken.
4. In koude weersomstandigheden of wanneer het
gereedschap gedurende een lange tijd niet is
gebruikt, laat u het gereedschap eerst opwarmen
door het onbelast te laten werken. Hierdoor zal de
smering worden verbeterd. Zonder degelijk
opwarmen, zal de hamerwerking moeilijk zijn.
5. Zorg ook altijd dat u stevig op een solide bodem
staat. Let bij het werken op hoge plaatsen op dat
er zich niemand recht onder u bevindt.
6. Houd het gereedschap stevig met beide handen
vast.
7. Houd uw handen uit de buurt van bewegende
delen.
8. Laat het gereedschap niet draaiend achter.
Schakel het gereedschap alleen in wanneer u het
stevig vasthoudt.
9. Richt het gereedschap niet op iemand in de buurt
terwijl het is ingeschakeld. Het bit zou eruit
kunnen vliegen en iemand ernstig verwonden.
10. Raak het bit, onderdelen in de buurt van het bit en
het werkstuk niet onmiddellijk na gebruik aan. Zij
kunnen bijzonder heet zijn en brandwonden op uw
huid veroorzaken.
11. Bepaalde materialen kunnen giftige chemicaliën
bevatten. Vermijd contact met uw huid en zorg dat
u geen stof inademt. Volg de
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van het
materiaal.
12. Raak de stekker niet met natte handen aan.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende
gereedschap altijd strikt in acht. VERKEERD
GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstig letsel.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
28
Aan/uit-schakelaar (zie afb. 1)
VOOR MODEL HR4511C
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-
stand nadat deze is losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/uit-schakelaar los om
het gereedschap te stoppen
VOOR DE MODELLEN HR4510C/HR4501C
Aan/uit-schakelaar
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-
stand nadat deze is losgelaten.
• Deze schakelaar werkt als de machine in de
symbool en
symbool modes staat.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/uit-schakelaar los om
het gereedschap te stoppen
Schuifknop
LET OP:
• Controleer voor u de stekker in het stopcontact steekt
altijd of de machine uitgeschakeld is.
• Deze schakelaar werkt alleen als de machine in de
symbool werkingsmodus staat.
Voor het gedurende langere tijd gebruiken van de
machine in de hamermodus is de schuifschakelaar
beschikbaar. Druk om de machine te starten op de zijde "I
(ON)" van de schakelaar. Druk om de machine te stoppen
op de zijde "O (OFF)" van de schakelaar (zie afb. 2).
De draaisnelheid veranderen (zie afb. 3)
Het toerental en het aantal slagen per minuut kan worden
ingesteld door de instelschaal te verdraaien. Deze schaal
is gemerkt van 1 (de laagste snelheid) tot 5 (volle
snelheid).
Zie de tabel hieronder voor het verband tussen het op de
schaal ingestelde cijfer en het aantal omwentelingen/
slagen per minuut.
Cijfer op de
Omwentelingen
schaal
5
4
3
2
1
008417
LET OP:
• Indien de machine gedurende lange tijd aan een laag
toerental wordt gebruikt, geraakt de motor overbelast,
wat leidt tot een storing van de machine.
• U kunt de snelheidsregelaar alleen tot aan het cijfer 5
draaien en terug naar 1. Forceer de schijf niet voorbij
de 5 of de 1 omdat de snelheidsregeling daardoor
onklaar raakt.
Aantal slagen/
per minuut
minuut
280
2.750
260
2.550
200
1.950
150
1.450
130
1.250