nl
28
Sluit de zijdeksel (21) en draai de schroef (20) weer
vast.
Stel de spleetbreedte aan de aanslag (3) op 2 mm in.
Draai daarvoor de schroeven (25) los, stel de aanslag (3)
in en draai de schroeven (25) weer vast. (afbeelding 2)
Bandloop fijn afstellen.
Schakel de machine slechts kort in
en controleer de bandloop.
Stel de bandloop met de kruisknop
(13) in het midden als de schuur-
band naar rechts of naar links
beweegt.
Als de bandloop niet in het midden kan worden inge-
steld:
Reinig de aandrijfschijf (19) en de contactschijf (17) met
perslucht.
Controleer de aandrijfschijf en de contactschijf op slij-
tage, vervorming en gebruiksschade. Laat beschadigde
delen onmiddellijk vervangen.
Schuurband vervangen.
Trek altijd voor werkzaamheden aan de machine
de netstekker uit het stopcontact.
Draai de schroef (20) los en klap het zijdeksel (21)
omlaag.
Draai de kruisknop (9) los en verwijder schuursteun en
spanenbak (7).
Draai de hendel (11) omlaag om de
spanvoorziening te ontlasten.
Verwijder de oude schuurband.
Let op de aanduiding van de loop-
richting aan de achterzijde van de
schuurband voordat u de nieuwe
schuurband aanbrengt. Deze moet overeenkomen met
de draairichting van de aandrijfschijf.
Leg de schuurband tegelijkertijd op de aandrijfschijf
(19) en de contactschijf (17).
Draai de hendel (11) omhoog om de
schuurband te spannen.
Sluit de zijdeksel (21) en draai de
schroef (20) weer vast.
Monteer de schuursteun (6) en de
spanenbak (7).
Controleer de spleetafstand van de schuursteun.
(afbeelding 1)
Schakel de machine in en stel de bandloop af.
Gebruiksvoorschriften.
Inschakelen:
Ontgrendel de veiligheidsuitschakelknop (12) en klap
deze omhoog. Toets „I" (16) indrukken.
Uitschakelen:
Veiligheidsuitschakelknop (12) omhoogklappen. Toets
„0" (16) indrukken.
De machine loopt na het uitschakelen ca. 50
seconden uit.
Veiligheidsuitschakelknop:
Druk in gevaarlijke situaties op de rode nooduitschakel-
knop om de machine uit te schakelen.
Beveiliging tegen overbelasting.
Bij een aanhoudend hoge belasting gedurende een lange
periode wordt de machine uitgeschakeld. Na een
afkoeltijd van ca. 15 minuten is de machine weer gereed
voor gebruik.
Contactschuren (afbeeldingen 3+4).
Controleer dat de kruisknop (9) is vastgedraaid.
Controleer dat de veiligheidsafscherming (1) aan de
bovenzijde met de kruisknop (4) vastgezet en het zij-
deksel (21) gesloten is.
Controleer de spleetafstand van de schuursteun.
(afbeelding 1)
Controleer de stand van de vlakschuursteun (18). De
schroeven (10) moeten in de onderste stand staan.
Controleer of de vonkbescherming (4) goed is inge-
steld en vastgedraaid.
Schakel de machine in en controleer de bandloop.
Leg het werkstuk vast op de schuursteun.
Geleid het werkstuk met beide handen of zet het in een
voorziening vast.
Vlakschuren (afbeelding 5)
Draai de kruisknoppen (4) los en verwijder de veilig-
heidsafscherming (1) aan de bovenzijde.
Controleer of de spleetafstand goed is ingesteld.
(afbeelding 2)
Schakel de machine in en controleer de bandloop.
Geleid het werkstuk met beide handen en neem het na
de bewerking naar boven weg.
Afzuigvoorziening
We adviseren het gebruik van de afzuigvoorziening.
De machine kan via het aansluitstuk (22) op een afzuig-
voorziening worden aangesloten.
Geluidsemissiewaarden.
Gemeten A-gewogen
emissiegeluidsdrukni-
L
veau op de werkplek
pA
(re 20 μPa), in decibel
K
Onzekerheid
, in
pA
decibel
Gemeten A-gewogen
geluidsvermogenniveau
L
(re 1 pW), in decibel
wA
K
Onzekerheid
, in
wA
decibel
Onbelast lopen
Schuren
80,5
4
90
2,5
94
4
100,5
2,5