5.
Gebruik de draadloos-eenheid niet op plaatsen
waar de temperatuur hoger is dan 50 °C.
6.
Bedien de draadloos-eenheid niet op plaatsen
in de buurt van medische instrumenten, zoals
een pacemaker.
7.
Bedien de draadloos-eenheid niet op plaatsen
in de buurt van geautomatiseerde apparaten.
Bij bediening ervan kan in de geautomatiseerde
apparaten een storing of fout optreden.
8.
Bedien de draadloos-eenheid niet op plaatsen
met een hoge temperatuur of op plaatsen waar
statische elektriciteit of elektrische ruis kan
worden gegenereerd.
9.
De draadloos-eenheid kan elektromagnetische
velden genereren, maar deze zijn niet schade-
lijk voor de gebruiker.
10. De draadloos-eenheid is een nauwkeurig
instrument. Wees voorzichtig dat u de draad-
loos-eenheid niet laat vallen of ergens tegen-
aan stoot.
11.
Raak de aansluitpunten van de draadloos-een-
heid niet aan met blote handen of metaalach-
tige materialen.
12. Verwijder altijd de accu uit het apparaat wan-
neer u de draadloos-eenheid erin aanbrengt.
13. Open de afdekking van de gleuf niet op plaat-
sen waar stof of vocht in de gleuf kan binnen-
dringen. Houd de ingang van de gleuf altijd
schoon.
14. Breng de draadloos-eenheid altijd in de juiste
richting aan.
15. Druk niet te hard op de knop voor draad-
loos inschakelen op de draadloos-eenheid
en/of druk niet op de knop met een scherp
voorwerp.
16. Sluit altijd de afdekking van de gleuf tijdens
gebruik.
17. Verwijder de draadloos-eenheid niet uit de
gleuf terwijl voeding wordt geleverd aan het
gereedschap. Als u dit doet, kan een storing
optreden in de draadloos-eenheid.
18. Verwijder de sticker op de draadloos-eenheid
niet.
19. Plak geen stickers op de draadloos-eenheid.
20. Laat de draadloos-eenheid niet liggen op een
plaats waar statische elektriciteit of elektrische
ruis kan worden gegenereerd.
21. Laat de draadloos-eenheid niet liggen op een
plaats die is blootgesteld aan hoge tempe-
raturen, zoals in een auto die in de zon staat
geparkeerd.
22. Laat de draadloos-eenheid niet liggen op een
plaats met veel stof of poeder, of op een plaats
waar corrosief gas kan worden gegenereerd.
23. Door een plotselinge verandering in tempe-
ratuur kan condens op de draadloos-eenheid
worden gevormd. Gebruik de draadloos-een-
heid niet voordat de condens volledig is
verdampt.
24. Veeg de draadloos-eenheid voorzichtig
schoon met een droge, zachte doek. Gebruik
geen wasbenzine, thinner, geleidend vet en
dergelijke.
25. Bewaar de draadloos-eenheid in de bijgele-
verde doos of een antistatische container.
26. Breng geen andere apparaten dan een draad-
loos-eenheid van Makita aan in de gleuf van
het gereedschap.
27. Gebruik het gereedschap niet als de afdekking
van de gleuf beschadigd is. Water, stof en vuil
die in de gleuf binnendringen, kunnen een storing
veroorzaken.
28. Trek en draai niet meer dan nodig is aan de
afdekking van de gleuf. Plaats de afdekking
terug als deze los komt van het gereedschap.
29. Vervang de afdekking van de gleuf als deze
verloren of beschadigd is.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu
stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen
van de accu. Als u het gereedschap en de accu niet
stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen
en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
uit het gereedschap.
► Fig.1: 1. Rood deel 2. Knop 3. Accu
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereed-
schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan
de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet
goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
87 NEDERLANDS