6. DE MOTOR EN WATERPOMP DEMONTEREN
Neem model met inname aan achterkant als voorbeeld
Motoronderhoud
■ Verwijder het ventilatiepaneel (5 locaties)
■ Verwijder de blazerbehuizing
■ Neem de motor uit
7. LAATSTE CONTROLE EN TESTBEDRIJF
7.1 CHECKLIST VOOR LAATSTE CONTROLE
Ter afronding van de installatie dient u voorafgaand aan het testbedrijf de volgende controles uit te voeren.
■ Sterkte van de installatielocatie voor zowel de binnen- als de buitenunit, de bevestiging dat er geen sprake is van blokkade
van de luchtuitlaat of -inlaat van de unit.
■ Dichtheid van de aansluiting van de koelmiddelleiding en controleer op lekkage.
■ Elektrische kabelaansluitingen zijn correct gemaakt en unit is met de aarde verbonden.
■ Controleer de totale lengte van de leiding en registreer de hoeveelheid extra koelmiddel .
■ De voeding dient overeen te komen met de nominale spanning van de airconditioner.
■ Leidingisolatie.
■ Afvoerleiding.
7.2 HANDMATIGE BEDIENING
De unit kan handmatig worden bediend door te drukken op de toets Handmatige bediening op het displaypaneel.
Druk herhaaldelijk op de handmatige toets om de modus te wijzigen. Dit gebeurt als volgt;
■ Eén keer = AUTO-modus [verwarmen, koelen of ventilator 24°C en automatische ventilatorsnelheid.
■ Twee keer = COOLING-modus [schakelt na 30 minuten over naar AUTO-modus (voornamelijk gebruikt om te testen)].
■ Drie keer = OFF (UIT).
NL-21
All manuals and user guides at all-guides.com
Onderhoud afvoerpomp
■ Verwijder de schroeven op de afvoerpomp (4 locaties)
■ Haal de stroomkabel voor de pomp en de waterpeilschakelaar
uit het stopcontact.
■ Verwijder de afvoerpomp
Motor
Blazerbehuizing
Geventileerde wand
Afvoerpomp