8. ONDERHOUDSINFORMATIE
de hoeveelheid koudemiddel moet in overeenstemming zijn met de omvang van de ruimte waarin de
apparatuur met koudemiddel wordt geplaatst;
de ventilatieapparatuur en -afvoer werken naar behoren en worden niet geblokkeerd;
als een indirect koudemiddelcircuit wordt gebruikt, moeten de secundaire circuits worden gecontroleerd op de
aanwezigheid van koudemiddel; markeringen op de apparatuur moeten zichtbaar en leesbaar zijn en blijven.
markeringen en tekens die onleesbaar zijn, moeten worden vervangen;
koudemiddelleidingen of -componenten moeten worden geïnstalleerd op een plaats waar de kans klein
is dat ze zullen worden blootgesteld aan stoffen waardoor koudemiddelhoudende componenten kunnen
gaan roesten, tenzij deze componenten zijn gemaakt van materiaal dat bestand is tegen corrosie of een
geschikte bescherming hebben tegen corrosie.
8.9 CONTROLE VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR
Als onderdeel van reparatie- en onderhoudswerkzaamheden van elektrische componenten moeten vooraf
veiligheidscontroles worden uitgevoerd en moeten de componenten worden geïnspecteerd. Indien een defect
wordt geconstateerd dat de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er geen stroomtoevoer op het circuit
worden aangesloten, voordat het defect adequaat is verholpen. Indien het defect niet direct kan worden
verholpen, maar de bedrijfswerkzaamheden niet langer kunnen worden onderbroken, moet er een adequate
tijdelijke oplossing worden gevonden. Van deze tijdelijke oplossing moet melding worden gemaakt bij de
eigenaar van het apparaat, zodat alle partijen op de hoogte zijn.
Tot de veiligheidscontroles behoren:
de condensatoren moeten worden ontladen: dit moet op een veilige manier worden gedaan om de kans
op vonken te voorkomen
er mogen geen actieve elektrische componenten en draden blootliggen tijdens opladen, herstellen of
spoelen van het systeem;
het systeem moet continu geaard zijn.
8.10 REPARATIE VAN AFGEDICHTE COMPONENTEN
10.1 Tijdens de reparatie van afgedichte componenten moet alle stroomtoevoer worden losgekoppeld
van het apparaat waaraan wordt gewerkt, voordat afdichtingen mogen worden verwijderd. Indien het
absoluut noodzakelijk is dat er tijdens onderhoudswerkzaamheden stroomtoevoer naar het apparaat is,
moet er een permanent werkende lekdetector worden geplaatst op het meest kritieke punt, zodat deze
kan waarschuwen als er een gevaarlijke situatie optreedt.
10.2 Op de volgende punten moet bijzonder goed worden gelet om te voorkomen dat de behuizing
van elektrische componenten tijdens werkzaamheden zijn beschermende functie niet verliest.
Hiertoe behoort beschadiging van kabels, te veel aansluitingen, terminals die niet voldoen aan de
oorspronkelijke specificaties, beschadiging van afdichtingen, niet goed passende wartels, enz.
Zorg ervoor dat het apparaat veilig is bevestigd.
Zorg ervoor dat afdichtingen of afdichtingsmateriaal niet in zodanig slechte staat verkeren dat ze de
overdracht van ontvlambare dampen of gassen niet meer verhinderen. Vervangende onderdelen
moeten voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
OPMERKING: Het gebruik van siliconen als afdichtingsmiddel kan een negatief effect hebben op
de effectiviteit van bepaalde typen lekdetectoren. Intrinsiek veilige componenten hoeven vóór de
werkzaamheden niet te worden geïsoleerd.
8.11 REPARATIE VAN INTRINSIEK VEILIGE COMPONENTEN
Stel het circuit niet bloot aan permanente inductie- of condensatorbelasting zonder van tevoren te controleren
of deze belasting de toegestane stroomsterkte en het voltage van het apparaat niet overschrijdt. Intrinsiek
veilige componenten zijn de enige componenten waaraan kan worden gewerkt als er stroom op staat en
er ontvlambare gassen of dampen aanwezig zijn. Het testapparaat moet de juiste rating hebben. Vervang
componenten uitsluitend met door de fabrikant gespecificeerde componenten. Andere componenten kunnen
ontsteking van gelekt koudemiddel tot gevolg hebben.
All manuals and user guides at all-guides.com
NL-24