WAARSCHUWING!
Elk extern circuit dat op de apparatuur is
aangesloten, moet zich in hetzelfde gebouw
bevinden en zijn verbonden met een beschermende
aardgeleider.
Draadisolatie van kabels die op de apparatuur zijn
aangesloten, moet voldoen aan IEC 60332-1-2 en IEC 60332-
1-3 of IEC 60332-2-2, afhankelijk van het
dwarsdoorsnedeoppervlak van de draad, of IEC TS 60695-11-
21, ongeacht van het dwarsdoorsnedeoppervlak. Als
alternatief moeten dergelijke draden voldoen aan UL 2556
VW-1.
Installatie van het bediendeel
Zorg ervoor dat het bediendeel wordt gemonteerd op een vlak,
stevig, verticaal oppervlak, zodat de basis niet doorbuigt of
kromtrekt wanneer de montageschroeven/-bouten worden
vastgedraaid.
Let op:
het wordt niet aanbevolen om de NXG-1832-EUR- en
NXG-1833-EUR-bediendelen op metalen oppervlakken te
installeren, omdat dit de prestaties van de kaartlezer kan
beïnvloeden.
Het bediendeel is verbonden met het controlepaneel via de
RS485-databus, tot op 800 m afstand van het controlepaneel.
Het wordt aanbevolen om een afgeschermde datakabel met
twee getwiste paren te gebruiken, bijvoorbeeld Belden 7201A,
3107A of 9842. De afscherming van elke databuskabel moet
slechts met één uiteinde op de aarding van het systeem zijn
aangesloten. Om die reden is het bediendeel niet uitgerust met
een aardaansluiting.
Aansluitingen
Afbeelding 5: Aansluitingen
(1) USBUP-poort
(2) DIP-switch
DIP-switch
De DIP-switch (afbeelding 5, item 2) wordt gebruikt om de
xGen-busafsluiting mogelijk te maken.
•
DIP-switch 1: 120 Ω xGen bus-eindschakelaar
•
DIP-switch 2: Voor toekomstig gebruik
Volg deze stappen om het bediendeel te installeren:
1.
Draai de onderste schroef los. Zie afbeelding 1.
2.
Druk voorzichtig op de twee klemmetjes aan de onderkant
van het bediendeel en laat ze los. Zie afbeelding 2.
3.
Kantel het bediendeel omhoog en verwijder het van de
montageplaat. Zie afbeelding 3.
4.
Gebruik de montageplaat als een sjabloon om te
markeren waar de buskabel door de muur moet komen.
Zie afbeelding 4.
5.
Boor geschikte gaten en voer de buskabel van het
bediendeel door de montageplaat.
De montageplaat moet worden gemonteerd met minimaal
4 schroeven, met 3 montagegaten (afbeelding 1, items A)
en het loswrikbare sabotage-montagegat (item B).
20 / 24
De apparatuur is niet geaard.
(3) xGen-busconnector
Snij indien nodig een van de voorgevormde
kabeluitsparingen (afbeelding 4, items C) open om een
kabelinvoer vanaf de boven-, linker-, rechter- of onderkant
te bieden.
Houd een kleine kabellus in een speciale ruimte in de
basis, zoals weergegeven in het voorbeeld in afbeelding 6.
6.
Schroef de montageplaat met de meegeleverde
schroeven op het vlakke montageoppervlak.
7.
Verbind de buskabel met de schroefklemmen van het
bediendeel. Zie afbeelding 5. Merk op dat de connector
inplugbaar is (zie een voorbeeld in afbeelding 6).
Aansluiten op POS, NEG, LAN+ en LAN−.
8.
De ingang (IN) kan worden gebruikt om ingangssignalen
op het bediendeel aan te sluiten:
- Als de bediendeelingang als inbraakzone wordt gebruikt,
sluit dan de ingang (IN) aan zoals aangeduid in
afbeelding 8. De bediendeelingang ondersteunt dezelfde
eindweerstandswaarden als de xGenConnect-centrale,
inclusief de speciale eindweerstandswaarde-instellingen
die beschikbaar zijn in de geavanceerde instellingen van
de centrale onder Systeem > eindweerstandswaarde.
Raadpleeg de xGenConnect Installatie- en
programmeerhandleiding voor meer informatie.
Opmerking:
De functie voor zonedubbeling wordt niet
ondersteund.
- Als de bediendeelingang wordt gebruikt om het
deurcontact (DC) en de RTE-signalen (Request to Exit)
van de deur te combineren, sluit dan de ingang aan zoals
aangeduid in afbeelding 9.
Opmerking:
Deze bedrading vereist dat de
bediendeelparameter "RTE als volgende zone" is
ingeschakeld. In dit geval kunnen alleen eindweerstanden
van 3,3 kΩ worden gebruikt. Andere
eindweerstandsconfiguraties worden niet ondersteund en
relevante centrale-instellingen worden genegeerd.
- Als de ingang niet wordt gebruikt, heeft de ingang (IN)
geen eindweerstand nodig.
9.
De uitgang (OUT) kan worden gebruikt om het deurslot
(DL) te bedienen als het systeem deurtoegangsfuncties
ondersteunt. Sluit de uitgang aan zoals aangeduid in
afbeelding 10.
10. Als het bediendeel het laatste apparaat op de xGen-
buskabel is, schakel dan de xGen-busafsluiting in door de
busafsluitingsschakelaar (DIP-switch 1) in de Aan-positie
te zetten. Zie ook "DIP-switch" hierboven.
11. Maak het bediendeel vast aan de montageplaat door de
bovenkant van het bediendeel over de klemmetjes aan de
bovenkant van de montageplaat te schuiven. Zie
afbeelding 7.
12. Druk voorzichtig op de onderkant om de klemmetjes vast
te klikken.
13. Draai de onderste schroef aan om het bediendeel aan de
montageplaat te bevestigen.
Zie voor het programmeren van het bediendeel de
xGenConnect Installatie- en programmeergids.
Zie Gebruikershandleiding NXG-183x-bediendeel voor details
over de bediening van het bediendeel.
P/N 466-5560-ML • REV F • ISS 13JAN23