Verstelbare langsgeleiding (Afb. C1, C2 )
Met de verstelbare langsgeleiding
punt instellen waar de sleuven voor de verbinding worden
gezaagd. Zo stelt u de hoogte van de langsgeleiding in:
1. Draai de vergrendelknop los
2. Stel de hoogteafstelling
Wanneer de langsgeleiding is ingesteld op 90 °, geeft
de schaalverdeling onder de vergrendelknop de afstand
weer van het midden van de frees tot het oppervlak van
de langsgeleiding.
3. Maak de vergrendelknop vast.
Zo stelt u de hoek van de langsgeleiding in
1. Draai de sterknop
11
los.
2. Kantel de langsgeleiding in de gewenste hoek.
3. Maak de sterknop vast.
Met een geschikte adapter kunt u een stofzuiger of een systeem
voor stofafzuiging aansluiten.
Markeringen grondplaat lamellenfrees
Wanneer u werkt zonder de langsgeleiding, bijvoorbeeld
voor het maken van T-verbindingen, kunt u de markeringen
op de grondplaat gebruiken voor de juiste uitlijning van
het gereedschap.
1. Stel de langsgeleiding in op de stand voor 0 ° zoals
hierboven wordt beschreven.
2. Gebruik voor werkstukken met een dikte van 19 mm de rand
van de grondplaat als referentie voor het centreren.
3. Gebruik voor andere werkstukken de rode
centreerlijnmarkeringen voor het uitlijnen van
het gereedschap.
4. Twee van de markeringen geven de lengte van de
zaagsnede aan. Het is belangrijk dat het werkstuk uitsteekt
buiten deze markeringen, omdat u anders door het
werkstuk zou kunnen breken.
Afstelling invalzaagdiepte (Afb. D)
De invalzaagdiepte moet worden ingesteld op de grootte van
de lamellen. De getallen 0, 10 en 20 op de diepteafstellingsknop
komen overeen met de grootte van de lamellen. De M geeft de
maximale zaagdiepte van ongeveer 20 mm weer.
•
Draai de diepteafstellingsknop
waarbij u het juiste nummer uitlijnt met de rode markering
op het gereedschap.
Fijnafstelling invalzaagdiepte (Afb. E)
De fijnafstelling wordt gebruikt voor het elimineren van
mogelijke toleranties in het formaat van de lamellensleuven.
1. Breng de langsgeleiding
hierboven wordt beschreven.
2. Plaats de inbusschroevendraaier, zoals wordt getoond,
en pas de invalzaagdiepte naar wens aan door de schroef
te draaien (draai naar rechts als u de invalzaagdiepte
wilt verminderen).
3. Controleer de instelling door een proefzaagsnede te maken
in een stuk afvalhout.
6
kunt u nauwkeurig het
9
.
4
in de gewenste stand.
8
in de gewenste stand,
6
in de hoogste stand, zoals
OpMERkIng: De maximale zaagdiepte van 20 mm kan alleen
bereikt worden met een nieuw zaagblad en door de schroef
voor de fijnafstelling terug te draaien (zie volgende paragraaf ).
Anti-slippennen (Afb. F)
De anti-slippennen
7
helpen voorkomen dat de lamellenfrees
naar rechts glijdt tijdens het zagen, wat meestal gebeurt.
Wanneer u op zichtbare gedeelten van het werkstuk
werkt, zult u ze misschien liever intrekken zodat krassen
worden voorkomen.
1. U kunt de pennen intrekken door ze wat naar rechts te
draaien met een vlakke schroevendraaier.
2. U kunt de pennen weer gebruiken als u ze wat naar
links draait.
Het zaagblad vervangen (Afb. G, H, I)
WAARSCHUWING:
•
Het is belangrijk dat de tanden van de frees in de linker
richting wijzen (Afb. H).
•
Controleer na het vervangen van het zaagblad altijd
de freesdiepte en pas deze aan als dat nodig is.
•
Gebruik geen zaagbladen met een grotere of kleinere
diameter dan wordt aanbevolen. Raadpleeg de
technische gegevens voor de juiste maten van
het zaagblad.
•
Gebruik alleen zaagbladen die worden opgegeven in
deze handleiding, en die voldoen aan EN847-1.
1. Verwijder de vier inbusschroeven
neem de afdekking eraf.
2. Druk de spindelvergrendeling
door deze naar links te draaien.
3. Vervang het zaagblad.
4. Zet de flens stevig vast door deze naar rechts te draaien
terwijl u de spindelvergrendeling ingedrukt houdt.
5. Plaats de dekplaat en en zet de inbusschroeven vast.
Stofafzuiging (Afb. J1, J2)
De fijnafstelling wordt gebruikt voor het elimineren van
mogelijke toleranties in het formaat van de lamellensleuven.
Systeem voor stofafzuiging
1. Plaats de geschikte adapter
stofafzuigingspoort
5
.
2. Sluit de slang van de stofafzuiging aan op de adapter.
Stofzak
1. Plaats de rechte adapter
2. Bevestig de stofzak
15
3. Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor
stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming
met de relevante voorschriften voor stofemissie.
nEDERLanDs
12
uit de grondplaat en
10
in en verwijder de flens
13
of
14
in de
13
in de stofafzuigingspoort
op de adapter.
5
.
57