Richtingaanwijzers (indien aanwezig)
Modellen*
Op modellen waar ze aanwezig zijn, bevinden de richtingaanwijzers zich aan het uiteinde van het
stuur (rechts en links).
Pro-I Evo black
edition
Richtingaanwijzers worden gebruikt om elke richtingsverandering tijdens het rijden onmiddellijk
te signaleren.
Pro-II Plus
Pro-II Evo
Bediening:
Pro-III
Controleer vóór elk gebruik van het product de juiste werking van de richtingaanwijzers.
• Laad het product bij het eerste gebruik op tot 100%.
• Controleer de bandenspanning (zie de zijkant van de band voor de aanbevolen waarde). In het geval het product er niet
in slaagt om ten minste 60% van het opgegeven aantal kilometers te bereiken of gedurende de eerste 3 maanden van
gebruik niet de maximale snelheid bereikt, is het waarschijnlijk dat de banden gedeeltelijk zijn leeggelopen: herstel de
bandenspanning naar de aanbevolen waarde.
• Controleer de remmen en, indien nodig, stel ze af.
• Schakel de display in.
• Plaats het product op een vlakke ondergrond.
• Houd het stuur stevig met beide handen vast. Stap met één voet op de voetplaat en gebruik de andere voet om uzelf een
zacht duwtje te geven en geef gas.
OPGELET
6.
Snelstartgids
305