4.1 Montage van de inductieve oplader
• Schuif de ventilatierooster-klem voorzichtig op de geopende lamellen van het
ventilatierooster totdat deze vastklikt.
Aanwijzing
Controleer of de lamellen stevig genoeg voor de belasting zijn, voordat u een eindtoestel
in de houder plaatst. Deze montagevariant wordt alleen aanbevolen voor eindapparatuur
< 300 g.
• Ten behoeve van het demonteren trekt u de houder voorzichtig uit het ventilatierooster.
4.2 Inbedrijfstelling van de inductieve oplader
• Sluit de oplader op een aansluiting van het boordnet in de auto aan. (A)
• De meegeleverde Micro-USB-kabel met de Micro-USB-ingang van de inductieve oplader en
de USB-poort van de oplader in de auto verbinden.
• Bij een actieve spanningsvoorziening gaat het statusledje branden.
4.3 Montage plakstrook
• Leg de plakstrook met de 3M-plakoppervlakken naar voren gericht op de inductieve
oplader. (B) (De plakstrook hecht door de magnetische aantrekkingskracht)
• Houdt u vervolgens uw smartphone op de plakstrook en wacht totdat een werkend
inductieveld is opgebouwd. (C)
• Met behulp van de fixeerhulpsticker, welke links en rechts uitsteekt (wit), zet u de
plakstrook vast door het fixeerlipje om te klappen en op de voorzijde van de smartphone
vast te plakken. (D)
• Nu kunt u uw smartphone voorzichtig met de plakstrook van de inductieve oplader
verwijderen.
• Indien de plakstrook de camera iets overlapt (tot 4 mm), dan kunt u dit corrigeren. V
ervolgens controleert u nogmaals of er een verbinding tot stand wordt gebracht.
• Verwijder de beschermfolie van de plakzijde van de plakstrook aan de onderzijde en druk
deze enige seconden op het gewenste plakoppervlak (bijv. achterzijde mobiele telefoon)
vast. (E) Ga op dezelfde wijze te werk voor de bovenzijde.
• Om te controleren of de plakstrook correct is vastgezet, houdt u uw smartphone op de
inductieve oplader en controleert u de magnetische aantrekkingskracht.
• Het opladen begint zodra er een effectief inductieveld is opgebouwd. Het statusledje
brandt nu rood. De actuele oplaadstatus wordt op uw eindapparaat weergegeven.
• Nadat u de plakstrook succesvol hebt aangebracht, kunt u de fixeerhulpsticker verwijderen.
34