NL
Bandenspanning
Let op
De maximaal toegestane bandenspanning (zie zij-
kant van de band) mag nooit worden overschreden.
Ga bij het oppompen van de banden niet voor of op
de banden staan.
De geadviseerde bandenspanning is:
- voor:
1,0 bar
- achter:
0,7 bar
Een te hoge bandenspanning vermindert de levens-
duur van de banden. De bandenspanning altijd
controleren voordat u gaat rijden.
Na 5 bedrijfsuren
Eerste motorolie-verversing. Zie het motorhand-
■
boek voor overige intervallen.
Na 10 bedrijfsuren
Smeer alle draaipunten en lagers (bedieningshendels,
■
hoogteverstelling van het snijmechanisme, koppelings-
en rempedaal, ...) met enkele druppels dunne olie.
Accupolen reinigen.
■
Elke 25 bedrijfsuren
Smeer de smeernippels van alle mesassen,
■
spanrollen en spanrolhouders met vet type 251H
EP. Laat deze werkzaamheden door een gespeci-
aliseerd bedrijf uitvoeren.
De tanden van de stuuroverbrenging met univer-
■
seel vet smeren.
Scharnieren van de stuurinrichting met enkele
■
druppels lichte olie smeren.
Smeer de smeernippels van de wiellagers en
■
assen van de voorwielen met universeel vet.
Elke 50 bedrijfsuren
Laat vuil en grasresten door een gespecialiseerd
■
bedrijf van de aandrijftransmissie verwijderen.
Indien noodzakelijk
Batterij opladen
Geadviseerd wordt om de accu uit te bouwen als u
de machine lange tijd niet gebruikt. De accu opladen
voor het stallen, tijdens het stallen elke 2 maanden
en voor het opnieuw in gebruik nemen.
Aanwijzing
De voorschriften in de gebruiksaanwijzing
van de acculaadapparaat opvolgen.
Zekeringen vervangen
Vervang defecte zekeringen alleen door zeke-
■
ringen met dezelfde sterkte.
48
Eenmaal per seizoen
De tanden van de stuuroverbrenging met univer-
■
seel vet smeren.
Scharnieren van de stuurinrichting met enkele
■
druppels lichte olie smeren.
Smeer alle draaipunten en lagers (bedieningshen-
■
dels, hoogteverstelling van het snijmechanisme,
koppelings- en rempedaal, ...) met enkele drup-
pels dunne olie.
Bougie reinigen en ontstekingsafstand instellen
■
of, indien nodig, de bougie vervangen. Zie het
motorhandboek.
Laat de assen van de achterwielen door een repa-
■
ratiebedrijf smeren met speciaal (waterafstotend)
vet.
Maaimessen door een vakman laten slijpen of
■
vervangen.
Buiten bedrijf stellen
Let op
Materiaalschade aan het apparaat
De machine parkeren met een afgekoelde motor en
alleen in een schone en droge ruimte.
Bescherm de machine tegen corrosie wanneer u
deze voor lange tijd stalt, bijvoorbeeld in de winter.
Na het seizoen of wanneer het apparaat langer dan
een maand niet wordt gebruikt:
Machine en grasbak reinigen.
■
Alle metalen onderdelen ter bescherming tegen
■
roest afvegen met een met olie besprenkelde
doek of inspuiten met oliespray.
De accu opladen met een laadapparaat.
■
Als u de machine tijdens de winter opbergt, dient
■
u de accu te verwijderen, deze op te laden en
op een droge en koele plaats (tegen vorst be-
schermd) te bewaren. De accu elke 4–6 weken en
voor het opnieuw inbouwen opladen.
Brandstof in een opvangbak aftappen (alleen
■
buitenshuis) en de motor verder behandelen zoals
beschreven in het motorhandboek.
De banden oppompen volgens de gegevens op
■
de zijkant van de banden. Banden zonder gege-
vens op de zijkant van de banden oppompen met
een druk van 0,9 bar.
De machine stallen in een schone en droge
■
ruimte.
Garantie
In elk land gelden de door ons bedrijf of door de
importeur opgegeven garantiebepalingen.
Storingen aan uw apparaat verhelpen wij kosteloos
in het kader van de garantie, indien een materiaal-
of productiefout hiervan de oorzaak is.
Neem voor garantie contact op met uw verkoper of
de dichtstbijzijnde vestiging.
Buiten bedrijf stellen