Fietsen bevestigen
Fietsen bevestigen
Laat eerst zoals beschreven in hoofdstuk „Fietsendrager laten
4
zakken" het opstelvlak voor de fietsen zakken.
OPMERKING
Het kan in zeldzame gevallen voorkomen dat de
fietsendrager niet voldoende kan worden uitge-
schoven om, zoals beschreven in stap 9, over de bol
van de aanhangerkoppeling te worden geschoven.
Kantel in dit geval de fietsendrager een beetje om
de vereiste hoogte bij de koppeling te bereiken.
WAARSCHUWING
Niet vastgeschroefde delen aan de fietsen kunnen
tijdens het rijden loskomen.
Letsels of zaakschade door rondvliegende
delen mogelijk.
Verwijder alle niet vast met de fiets verbonden
4
delen, bijv. pompen, fietstassen, navigatieap-
paratuur, batterijen of accu's.
Verwijder ook alle delen die extra luchtweer-
4
stand genereren, bijv. bagagemanden en
kinderzitjes.
OPMERKING
Om het rijgedrag van uw voertuig te verbeteren
monteert u het best eerst de zwaarste fiets.
Bovendien moet u als u slechts één fiets monteert,
de fiets in de rail zetten die zich het dichtst bij de
achterkant van het voertuig bevindt.
14