Pas worden uitgevoerd nadat is gecontroleerd
of het fornuis is ingeregeld voor het type gas dat
wordt geleverd. Als het niet correct is
ingeregeld, raadpleeg dan de instructies in de
volgende paragrafen om de gasinstelling te
wijzigen. Gebruik voor vloeibaar gas (flessengas)
drukregelaars die voldoen aan de toepasselijke
nationale normen. Gebruik alleen leidingen,
sluitringen en afdichtingsringen die voldoen aan
de toepasselijke nationale normen.
AVoor sommige modellen wordt er een
conische koppeling geleverd voor de installatie,
in landen waarin dit type koppeling verplicht is;
op afbeelding 8 wordt besproken hoe u de
diverse types koppelingen kunt herkennen (CY
= cilindrisch, CO = conisch). In elk geval moet
het cilindrische deel van de koppeling worden
aangesloten op de kookplaat.
Wanneer u de kookplaat via flexibele slangen op
de gastoevoer aansluit, moet u ervoor zorgen
dat de maximale afstand van de slang niet meer
dan 2 meter bedraagt.
De flexibele slang moet zo worden gemonteerddat
hij niet in contact kan komen met een beweegbaar
deel van de behuizingseenheid (bv. een lade) en niet
door een ruimte loopt waarin hij kan worden
verpletterd/geknikt of beschadigd.
Om mogelijke schade aan de kookplaat te
voorkomen, moet u de installatie in deze
volgorde uitvoeren (Afbeelding 6*):
1. Monteer de onderdelen in de afgebeelde
volgorde:
A: 1/2 mannelijke adapter Cilindirisch
B: 1/2 afdichting
C: 1/2 vrouwelijke gasadapter Conisch-
Cilindirisch of Cilindirisch-Cilindirisch
2 Draai de verbindingen vast met de moersleutel
en vergeet niet de buizen in positie te draaien.
3. Bevestig fitting C op de hoofdgastoevoer
met een harde koperen buis of een flexibele
stalen buis.
BELANGRIJK: voer een laatste controle uit op
lekken op de pijpaansluitingen met een
zeepoplossing.
GEBRUIK NOOIT EEN VLAM. Zorg er ook voor
dat de flexibele buis niet in contact kan komen
met een bewegend deel van de kast (bijv.een
lade) en dat hij niet op een plaats loopt waar hij
beschadigd kan raken.
Waarschuwing: Als gas kan worden geroken in
de buurt van dit apparaat, moet de gastoevoer
worden dichtgedraaid en onmiddellijk een
technicus worden gebeld. Ga niet op zoek naar
*Zie de paragraaf "Technische informatie" aan het einde van
deze handleiding.
een lek met een open vlam.
DE KOOKPLAAT AFSTELLEN OP EEN ANDER
TYPE GAS
Volg de volgende instructies om het fornuis aan
te passen aan gebruik met verschillende
soorten gas:
• Verwijder de pannendragers en branders.
• Steek een zeskantsleutel (7 mm) in de
brandersteun (Afbeelding 7*).
• Draai de injector los en vervang deze door een
injector die geschikt is voor het te gebruiken gas
(zie tabel met gastypes).
DE MINIMUMVLAM REGELEN
Draai na het aansteken van de branders de
bedieningsknop naar de laagste stand en
verwijder vervolgens de knop (deze kan met
lichte druk eenvoudig worden verwijderd).
Met een kleine schroevendraaier voor
'klemmenblokken' kan de regelschroef worden
ingesteld zoals in afbeelding 9*. Als de schroef
rechtsom wordt gedraaid, vermindert de
gasstroom, terwijl als de schroef linksom wordt
gedraaid, de gasstroom wordt vermeerderd -
Gebruik deze aanpassing om een vlam te
verkrijgen van ongeveer 3 tot 4 mm en plaats de
bedieningsknop dan terug.
Wanneer de beschikbare gastoevoer LPG is, dan
moet de schroef om de stationaire vlam in te
stellen tot de eindstop (rechtsom) worden
gedraaid.
Wanneer u de nieuwe gasregeling heeft
uitgevoerd, vervangt u het oude gastypeplaatje
op uw apparaat door het plaatje (bij de
kookplaat geleverd) dat geschikt is voor het
type gas waarvoor het is geregeld.
NL 89