CIRKELZAAG VEILIGHEID
a.
Laat niemand, jonger dan 18 jaar oud, de
zaag gebruiken.
b.
Wanneer u de zaagt gebruikt, hoort u te
allen tijde bescherming te dragen. Denk
hierbij aan een veiligheidsbril, gehoorbe-
schermers, mondkapje, beschermende
kleding en handschoenen.
c.
Elektrisch handgereedschap kan trillingen
veroorzaken. Trillingen kunnen ziektes
veroorzaken. Handschoenen die de han-
den van de bediener warmhouden kunnen
een goede circulatie van het bloed in de
vingers bevorderen. Gebruik handgereed-
schap niet langdurig zonder onderbreking.
d.
Gebruik wanneer mogelijk een stof opvang
systeem om het zaagsel/afval op te
vangen.
e.
Zaag geen materiaal, dikker dan beschre-
ven in de specificaties van deze
handleiding.
f.
Pas de zaagdiepte, aan de breedte van
het werkstuk aan. Minder dan een volle-
dige tandhoogte dient onder het werkstuk
uit te komen.
g.
Zorg dat het werkstuk stevig gemonteerd
is, en niet te ver uitsteekt over de werk-
bank om buiging van het zaagblad en
controleverlies te voorkomen.
h.
Zorg ervoor dat steunen en stroomsnoe-
ren uit de zaag lijn verwijderd zijn.
i.
Zet het werkstuk met een minimale bloot-
stelling op een stabiel platform vast, om
het buigen van het zaagblad en controle-
verlies te voorkomen.
j.
Wanneer u aan het zagen bent, staat u
aan de zijkant van het werkstuk.
k.
Het zaagblad steekt onder de tafel uit.
l.
Reik niet onder het werkstuk waar uw
handen niet beschermd zijn tegen het
zaagblad.
m. Let op de draairichting van de motor en
het zaagblad.
n.
Inspecteer het werkstuk en verwijder alle
voorwerpen in de buurt van de zaag voor-
dat u begint met zagen.
o.
Oefen tijdens het zagen geen zijwaartse of
draaiende druk op het zaagblad uit.
p.
Wanneer het zaagblad niet tot de volledige
breedte van het werkstuk reikt, of wanneer
het zaagblad in het werkstuk klemt, laat u
de zaag volledig tot stilstand komen voor-
dat u de zaag uit het werkstuk tilt.
q.
Wanneer het zaagblad vast geklemd zit in
het werkstuk hoort u de machine uit te
schakelen voordat u het blad los probeert
te krijgen.
r.
Beweeg de zaag niet naar achter tijdens
het zagen van een werkstuk.
s.
Kijk uit voor rondvliegend zaagafval. Het is
de gebruikers verantwoordelijkheid
omstanders te beschermen tegen rond-
vliegend zaagafval.
t.
Wanneer u onderbroken wordt tijdens het
zagen, maak de snede dan eerst af en
schakel de machine uit voordat u opkijkt.
u.
Controleer voor elk gebruik of de onderste
beschermkap juist functioneert. Gebruik
de machine niet wanneer de beschermkap
vrij beweegt en volledig sluit. Vergrendel
de beschermkap nooit in de open positie.
Wanneer de zaag per ongeluk valt raakt
de beschermkap mogelijk beschadigd.
Zorg ervoor dat de beschermkap in elke
hoek en op elke zaagdiepte vrij beweegt
en het zaagblad of enig ander deel van de
machine niet raakt.
v.
Controleer of het zaagblad volledig bedekt
wordt door de beschermkap voordat u de
machine neerlegt. Een onbeschermd
zaagblad beweegt de machine achter-
waarts en zaagt alles wat in de weg staat.
Het zaagblad staat niet meteen stil wan-
neer u de aan/uit schakelaar loslaat.
w. Controleer regelmatig of alle bouten, moe-
ren en andere bevestigingen goed vastge-
draaid zijn.
De zaagmachine mag alleen gebruikt
worden voor het voorgeschreven doel. Elk
ander doel dan vermeld staat in deze handlei-
ding wordt beschouwd als misbruik. De
gebruiker en niet de fabrikant is vervolgens
aansprakelijk voor eventuele schade of eventu-
eel letsel ten gevolge van dergelijke gevallen
van misbruik.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor even-
tuele wijzigingen die gedaan worden aan het
Nederlands
27