Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging.
NF-EN-71
Waarschuwing. Beschermingsmiddelen dragen. Niet gebruiken
in het verkeer.
Lees de instructies aandachtig door voordat u het product in
elkaar zet en gebruikt. Bewaar de gebruikershandleiding voor
toekomstige raadpleging.
Wees voorzichtig tijdens het uitpakken en in elkaar zetten van
het product.
Dit product moet door een verantwoordelijke volwassene in
elkaar worden gezet.
Verwijder alle onderdelen die voor het spelen niet nodig zijn
voordat u het product aan uw kind geeft.
Waarschuwing! Stap of sta niet op de achterkant van het frame
om het kantelen van het product te vermijden.
Waarschuwing! Niet geschikt voor gebruik door kinderen ouder
dan 36 maanden. Niet stevig genoeg.
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de voeten van kinderen de grond
vrij kunnen raken voordat ze gaan rijden.
Gebruik dit product niet op natte dagen of op een natte
ondergrond.
Hoe de LEERFIETS in elkaar te zetten (zie pagina 4):
1. Trek de knop (grijze kleur) uit en draai deze 45 graden naar
rechts totdat een klik wordt gehoord.
2. Haal de zwarte beschermkap van de balhoofdbuis van de
voorwielen af, schuif het frame in de balhoofdbuis van de
voorwielen en draai de knop (grijze kleur) 45 graden naar
links om het frame stevig vast te zetten.
3. Draai de onderste zeskantschroef aan de voorkant van
het stuur los. Breng de stuurpen op de balhoofdbuis van
de voorwielen aan. Duw de stuurpen omlaag en breng
het zeskantschroefgat van het stuur op één lijn met de
balhoofdbuis van de voorwielen.
28
Zorg ervoor dat het stuur in de juiste richting is geplaatst [zie
foto 3] en draai de schroef weer vast met de inbussleutel die
zich in de verpakking bevindt. Trek het stuur omhoog om te
controleren of het goed vastzit.
4. Om de achterwielen te monteren, draai de 2 schroeven op
het samenstel van de achterwielen los met de inbussleutel
die zich in de verpakking bevindt, en breng vervolgens het
samenstel van de achterwielen in het frame van de leerfiets
aan. Zodra het in de juiste positie is, met de gaten van het
frame en de buis van het samenstel van de achterwielen op
één lijn, draai de schroeven opnieuw vast met de inbussleutel
die zich in de verpakking bevindt en zorg ervoor dat ze stevig
vastzitten.
5. Om het zadel aan te brengen, open de klem en druk dan
op de onderste veerknop op de zadelstang. Duw het zadel
vervolgens omlaag totdat een klik wordt gehoord. Sluit de
klem. Het zadel kan op 2 verschillende hoogtes worden
ingesteld (24.2 cm; 26.2 cm). Het minimale inbrengniveau
van de zadelpen wordt aangegeven door de 'IIIIIIIII met MIN'-
markering op de zadelpen en komt overeen met de positie
van de veerknop in het bovenste buisgat.
Hoe het draaisysteem gebruiken (zie pagina 3):
• Handbesturingsmodus ontgrendeld: Trek en draai de grijze
knop 45° naar rechts om het stuurdraaisysteem vanuit een
uitgeschakelde positie te activeren.
• Handbesturingsmodus uitgeschakeld: Draai de grijze
knop 45° naar links om het stuurdraaisysteem vanuit een
ontgrendelde positie uit te schakelen.
• Leunen om te sturen-modus ontgrendeld: Trek de gekleurde
knop uit om de leunen om te sturen-functie vanuit een
uitgeschakelde positie te activeren.
• Leunen om te sturen-modus: Druk de gekleurde knop in om
de leunen om te sturen-functie vanuit een ontgrendelde positie
te vergrendelen..
Het draaisysteem is voorzien van 4 werkingsmodi, dankzij de 2
vergrendelingssystemen:
-
A) RICHTING VERGRENDELD-MODUS: De
grijze knop moet uitgeschakeld zijn om het
stuurdraaisysteem te vergrendelen en de
gekleurde knop moet tevens uitgeschakeld zijn
om de leunen om te sturen-functie te
vergrendelen. In deze positie kan het product
alleen in een rechte lijn vooruit en achteruit rijden.
-
B) KLASSIEKE HANDBESTURINGSMODUS:
De grijze knop moet ingeschakeld zijn door de
knop uit te trekken en 45° naar rechts te draaien
om het stuurdraaisysteem te activeren. De
gekleurde knop moet in deze modus
uitgeschakeld blijven. In deze positie kan het
product draaien door het stuur met de hand te bewegen.
-
C) LEUNEN OM TE STUREN-MODUS: De grijze
knop moet uitgeschakeld zijn om het
stuurdraaisysteem te vergrendelen. De gekleurde
knop moet ingeschakeld zijn door aan de
gekleurde knop te trekken om de leunen om te
sturen-functie te activeren. In deze positie kan het
product draaien door te leunen in de richting (links of rechts)
naar waar uw kind naartoe wilt draaien.
-
D) LEUNEN OM TE STUREN EN
HANDBESTURINGSMODUS: De grijze knop
moet ingeschakeld zijn door de knop uit te trekken
en 45° naar rechts te draaien om het
stuurdraaisysteem te activeren. De gekleurde
knop moet tevens worden ingeschakeld door aan
de gekleurde knop te trekken om de leunen om te sturen-functie
te activeren. In deze positie kan het product zowel in de
handbesturings- als de leunen om te sturen-modus gebruikt
worden om controle te hebben over de besturing en de
draairichting.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat het stuurdraaisysteem
(grijze knop) en het besturingssysteem stevig in de juiste modus
zijn vergrendeld voordat u het product gebruikt.
Algemene gebruiksinstructies
• Zorg dat het product juist in elkaar is gezet voordat het
wordt gebruikt.Controleer alle verbindingselementen;
stuur moeten juist zijn afgesteld en zorg ervoor dat de
vergrendelingsmechanismen juist zijn vergrendeld. Controleer
het product grondig voordat het kind er mee rijdt om gevaarlijke
situaties door loszittende onderdelen te vermijden.
• Kinderen moeten altijd onder het toezicht van een volwassene
staan wanneer ze met dit product rijden. Leer de kinderen aan
hoe op een veilige manier te rijden.
• Gebruik het product niet op de openbare weg, voorbeeld van
een gepaste speelzone: Een vlakke ondergrond zonder grind
(speelplaats, openbaar plein)
• Gebruik dit product niet op een trap, helling, een weg of op een
natte ondergrond.
• Hoe ouder het kind wordt, hoe groter het risico op letsel
of schade. Verwijder laag hangende frames of spiegels of
voorwerpen die door een impact kunnen vallen om breuk te
vermijden. Een hoektafel kan tevens gevaar opleveren.
• Het product mag tegelijkertijd slechts door één persoon worden
gebruikt.
• Zorg dat het kind tijdens het gebruiken van het product gepaste
kleding en schoeisel draagt.
• Voor een juiste besturing, zorg dat de bestuurder beide handen
op het stuur houdt.
29