3.1.1 V
/
erVAnging
montAge VAn de werKtuigen
Werktuig kan op twee manieren vervangen worden:
Spindel met vergrendelingspen vasthouden en spanmoer
losmaken. Spanschacht van het werktuig zo ver mogelijk
in de spantang steken. Spantang aantrekken.
Sluiting demonteren. Spindel met steeksleutel vast-
houden en spanmoer losmaken. Spanschacht van het
werktuig zo ver mogelijk in de spantang steken. Spantang
aantrekken. Sluiting monteren.
Het slijpwerktuig moet probleemloos rondlopen.
Niet-rond slijpwerktuig niet blijven gebruiken! Laat
de machine proefdraaien! Controleer het slijp-
werktuig voor gebruik. Het slijpwerktuig moet zonder pro-
blemen zijn gemonteerd en vrij kunnen draaien. Laat het
slijpwerktuig minimaal 30 seconden onbelast proef-
draaien. Beschadigd, niet-rond of vibrerend slijpwerktuig
niet gebruiken!
3.2 w
erKinstructies
Bij persluchtuitval de draaiklep op positie «0» zet-
ten. Beweeg het slijpelement onder lichte druk ge-
lijkmatig heen en weer om een optimaal schuurre-
sultaat te verkrijgen. Te sterke slijpdruk vermindert het
prestatievermogen van de machine en de levensduur van
het slijpelement.
4. r
eparatIe
4.1 P
reVentief onderhoud
Controleer het stationair toerental periodiek en na
elk onderhoud. Bij ongeoliede perslucht bestaat
gevaar voor roest. Om de 20 bedrijfsuren enkele
druppels persluchtolie in de luchtinvoer doen om o.a. cor-
rosie tegen te gaan.
4.1.1 l
uchtAfVoerslAng VerVAngen
Luchtafvoerslang van de draairing halen en vervangen.
4.1.2 l
uchttoeVoerslAng VerVAngen
Luchtafvoerslang verwijderen (zie punt 4.1.1).
Slangklem losmaken en luchttoevoerslang van de aans-
luiting halen.
/o
nderhoud
25