INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
– In geval van defecten en/of storingen in de werking van het toestel moet u het toestel uitschakelen en u onthouden van
elke poging om het toestel zelf te repareren of er zelf aan te sleutelen. Als u de lucht van brandstof of van verbranding
ruikt moet u het vertrek luchten en de brandstofafsluiter dichtdoen. Wend u zo spoedig mogelijk tot de Erkende
Technische Servicedienst.
– De installatie van de ketel en alle andere service- en onderhoudswerkzaamheden moeten door vakmensen uitgevoerd
worden.
– Het is streng verboden om de luchtinlaatroosters in het vertrek waar het toestel is geïnstalleerd af te dekken en de ven-
tilatieopeningen te verkleinen. De ventilatieopeningen zijn onontbeerlijk voor een goede verbranding.
INBEDRIJFSTELLING EN WERKING
DE KETEL IN BEDRIJF STELLEN
Druk om de ketel in bedrijf te stellen op
de knop van de hoofdschakelaar (fig.
17) het gewenste stand op de
zomer/winter schakelaar (fig. 18):
– Als u de schakelaar op
heeft gezet zal de ketel op de sani-
taire waterstand functioneren.
– Als u de schakelaar op
heeft gezet zal de ketel zowel op de
sanitaire waterstand als op de ver-
warmingsstand functioneren. Het
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
inschakelen van de kamerthermo-
staat of de chronothermostaat zal
ervoor zorgen dat de werking van de
ketel gestopt wordt.
(ZOMER)
REGELING VAN DE TEMPERATUUR
– Kan de temperatuur van het sanitai-
(WINTER)
re water geregeld worden door aan
de knop van de aquastaat te draaien
(fig. 19).
– Kan de verwarmingstemperatuur
geregeld worden door aan de knop
van de aquastaat te draaien die een
regelbereik heeft van 45 tot 85°C.
De waarde van de door u ingestelde
temperatuur kan op de thermome-
ter gecontroleerd worden. Om
ervoor te zorgen dat de ketel altijd
Fig. 17
Fig. 18
optimaal functioneert adviseren wij
om de minimum bedrijfstempera-
tuur nooit lager dan 60°C in te stel-
len (fig. 20).
60
40
°C
80
20
100
0
120
2
bar
1
0
60
40
°C
80
20
100
0
120
Fig. 19
3
4
Fig. 20
89