Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Houd in gedachten dat de warmte in het werkstuk direct onder de
inductor kabel gegenereerd wordt. Dit tezamen met de vorm en
constructie van het werkstuk is van invloed op waar en hoe snel de
warmte in het werkstuk gegenereerd wordt.
Een dunner deel van het werkstuk zal veel sneller opwarmen dan
een dikker deel.
Wanneer de inductor direct over een "vreemd" deel van het werkstuk
zoals bouten, moeren en metalen naamplaatjes gewikkeld word,
dan kan dit ervoor zorgen dat deze delen veel sneller verhit worden
dan de rest van het werkstuk. Dit kan tot schade aan de inductor
leiden. Vermijd zulke situaties zoveel mogelijk.
In onderstaand voorbeeld zal het rode gedeelte veel
sneller opwarmen dan de rest van het werkstuk. Plaats de
temperatuursensor daarom in dit deel van het werkstuk (in de
directe nabijheid van een winding) om schade aan de inductor te
voorkomen.
WAARSCHUWING!
Bij het gebruik van een flexibele inductor altijd
de temperatuursensor in de directe nabijheid van
een winding plaatsen. Dit is waar de warmte als
eerst in het werkstuk wordt gegenereerd. Houd er
ook rekening mee dat dunnere delen sneller warm
worden en dat dit ook als criterium aangehouden
moet worden voor waar de temperatuursensor
geplaatst moet worden.
Voorbeelden van correct geplaatste temperatuursensor.
Als een inductor verkeerd gebruikt wordt dan kan de mantel
(isolatie) beschadigd raken / verbranden. Voor elk gebruik moet de
inductor gecontroleerd worden op beschadigingen! Inductoren die
beschadigd zijn moeten vervangen worden.
LET OP!
Gebruik geen beschadigde inductoren!
Schaeffler Technologies
6.4 Bediening in de temperatuur functie
Zodra de verhitter is aangesloten volgens de instructies in
hoofdstuk 5 en de voedingsschakelaars zijn ingeschakeld, licht
het touchscreen kort op met het welkomstscherm. Hierna volgt
het hoofdmenu.
Kies hier de temperatuur functie door het balkje "Temp. mode"
licht met de vinger aan te tippen. Het scherm springt nu naar het
scherm "Temperatuurmode".
LET OP!
Als de generator is uitgerust met de Delta T optie, zullen de
displays anders zijn, zie paragraaf 6.9.
In dit scherm staan de instellingen (programma) die in principe bij
de aangesloten vaste inductor horen. De generator heeft de inductor
door de identificatie optie herkend. De bijbehorende instellingen
zijn ingesteld en worden nu weergegeven op het display. Onderin
het scherm wordt weergegeven welk programma wordt gevolgd:
programma 1, 2, 3 of STD. De programma's 1, 2 en 3 zijn indien
nodig via het instellingen menu te wijzigen. Volg daarvoor de
instructies in hoofdstuk instellingen menu.
De gewenste temperatuur kan indien nodig gewijzigd worden
door op de "enter" tab te drukken.
De temperatuur wordt weergegeven in een zwarte balk en onderin
het scherm worden 2 tabs met pijltjes zichtbaar. Met deze tabs
kan de gewenste temperatuur veranderd worden. Zodra de
verandering is doorgevoerd op "enter" drukken om het nieuwe
setpoint te valideren.
EN
DE
ES
FR
NL
91
Publicidad
