8. Montage en bediening
8.1 Afkort- en verstekzaag monteren (afb. 1/2/4/5)
• Om de draaitafel (14) te verstellen, moet u de hand-
greep (11) ongeveer 2 slagen losdraaien en de ver-
grendelingshendel (36) met de wijsvinger omhoog
trekken.
• Verdraai de draaitafel (14) en aanwijzer (12) naar de
gewenste hoek van de schaalverdeling (13) en zet
ze vast met de handgreep (11).
• Door de machinekop (4) licht naar beneden te druk-
ken en gelijktijdig de borgpen (23) uit de motorbeu-
gel te trekken, wordt de zaag uit de onderste stand
ontgrendeld.
• Zwenk de machinekop (4) omhoog.
• De kleminrichtingen (7) kan aan beide zijden aan de
vaste zaagtafel (15) bevestigd worden. Steek de kle-
minrichtingen (7) in de hiervoor bedoelde boorgaten
aan de achterkant van de aanslagrail (16) en borg
deze met behulp van de schroeven met stergreep
(7a).
Voor versteksnedes van 0° tot 45° moet de klemin-
richting (7) slechts aan één kant (rechts) worden ge-
monteerd (zie afb. 11-12).
• De machinekop (4) kan door de borgschroef (22) los
te draaien, naar links tot max. 45° schuin geplaatst
worden.
• De werkstuksteunen (8) moeten tijdens de werk-
zaamheden altijd bevestigd en gebruikt worden.
Stel de gewenste reikwijdte in, door de borgschroef
(9) los te draaien. Draai vervolgens de borgschroef
(9) weer vast.
8.2 Fijnafstelling van de aanslag voor afkortsnede
90° (afb. 1/2/5/6)
• Aanslaghoek niet bij de levering inbegrepen.
• De machinekop (4) naar beneden laten zakken en
met de borgpen (23) vastzetten.
• Draai vastzetschroef (22) los.
• De aanslaghoek (A) tussen zaagblad (6) en draaita-
fel (14) plaatsen.
• Draai de borgmoer (26a) los.
• De stelschroef (26) zover verstellen, tot de hoek
tussen zaagblad (6) en draaitafel (14) 90° bedraagt.
• Draai de borgmoer (26a) weer vast.
• Controleer ten slotte de positie van de hoekweerga-
ve. Indien nodig, de aanwijzer (19) met een kruiskop-
schroevendraaier losdraaien, op de 0°-positie van
de schaalverdeling (18) zetten en de borgschroef
weer vastdraaien.
8.3 Afkortsnede 90° en draaitafel 0° (afb. 1/2/7)
Bij zaagsnedes tot ca. 100 mm kan de trekfunctie van
de zaag met de borgschroef (20) in de achterste posi-
tie gefixeerd worden. In deze positie kan de machine
voor afkorten worden gebruikt. Mocht de zaagbreedte
boven 100 mm liggen, moet erop gelet worden, dat de
vastzetschroef (20) los is en de machinekop (4) be-
weegbaar is.
Let op! De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten
voor afkortbewerkingen van 90° op de binnenste posi-
tie worden vastgezet.
• Open de vastzetschroeven (16b) van de verschuif-
bare aanslagrails (16a) en schuif de verschuifbare
aanslagrails (16a) naar binnen.
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten zover
voor de binnenste positie worden vastgezet, dat de
afstand tussen de aanslagrails (16a) en het zaag-
blad (6) maximaal 8 mm bedraagt.
• Controleer vóór de zaagsnede of de aanslagrails
(16a) en het zaagblad (6) niet met elkaar in botsing
kunnen komen.
• Draai de vastzetschroeven (16b) weer vast.
• De machinekop (4) in de bovenste positie brengen.
• Machinekop (4) op de handgreep (1) naar achteren
schuiven en evt. in deze positie fixeren (afhankelijk
van de zaagbreedte).
• Leg het te zagen hout tegen de aanslagrail (16) en
op de draaitafel (14).
• Het materiaal met de spaninrichtingen (7) op de
vaststaande zaagtafel (15) vastzetten, om verschui-
ven tijdens het zagen te voorkomen.
• Ontgrendel de blokkeerschakelaar (3) en druk op de
aan/uit-schakelaar (2) om de motor in te schakelen.
• Bij gefixeerde trekgeleiding (21):
Machinekop (4) met de handgreep (1) gelijkmatig en
met lichte druk omlaag bewegen, tot het zaagblad
(6) het werkstuk heeft doorgezaagd.
• Bij niet-gefixeerde trekgeleiding (21):
Machinekop (4) volledig naar voren trekken. De
handgreep (1) gelijkmatig en met lichte druk volledig
omlaag brengen. Nu de machinekop (4) langzaam
en gelijkmatig volledig naar achteren schuiven tot
het zaagblad (6) het werkstuk volledig heeft door-
gezaagd.
• Na het beëindigen van het zagen de machinekop
weer in de bovenste rustpositie brengen en de aan/
uit-schakelaar (2) loslaten.
Let op! Door de terughaalveer slaat de machine auto-
matisch naar boven. De handgreep (1) na de zaagbe-
werking niet loslaten, maar de machinekop langzaam
en onder lichte tegendruk naar boven bewegen.
www.scheppach.com
NL | 83