NED VERTALING VAN ORIGINELE INSTRUCTIES
van de voet van een muur indien verlengd om 4
meter omhoog te klimmen). De ladder moet op
een gelijke, vlakke en onbeweegbare basis staan.
Een leunende ladder moet leunen tegen een
vlakke niet-fragiele ondergrond en moet worden
beveiligd voor gebruik, bijvoorbeeld gebonden
of met het gebruik van een geschikt apparaat.
De ladder mag nooit van bovenaf verplaatst
worden. Bij het positioneren van de ladder, moet
er rekening worden gehouden met het risico van
botsing, bijvoorbeeld met voetgangers, voertuigen
of deuren. Identificeer eventuele elektrische
risico's in het werkgebied, zoals luchtleidingen of
ander blootgesteld elektrische apparatuur; deze
ladder biedt geen isolatie of bescherming tegen
elektrische gevaren. De ladder moet op zijn poten
staan, niet op de sporten of op de trappen. De
ladder mag niet op gladde oppervlakken (zoals ijs,
glanzende oppervlakken of sterk verontreinigde
vaste oppervlakken) worden geplaatst, tenzij er
extra doeltreffende maatregelen worden genomen
om te voorkomen dat de ladder wegglijdt of
verontreinigde oppervlakken voldoende schoon
zijn. De vergrendelingsmechanismen voor alle
verlengde sportgedeelten moeten vergrendeld zijn
voordat de ladder wordt gebruikt.
DE LADDER GEBRUIKEN.
De maximale totale belasting voor het type ladder
niet overschrijden. Niet buiten reiken; de gebruiker
moet zijn riem gesp (navel) binnen de rails houden
en beide vergoeding: stap/sport in de hele taak.
Stap niet van een leun ladder op een hoger niveau
zonder extra beveiliging, zoals afkoppelen of
geschikt stabiliteits apparaat. Gebruik deze ladder
niet voor toegang tot een ander niveau. Sta niet
op de top drie treden/sporten van een leunende
ladder. Ladders mogen alleen worden gebruikt voor
licht werk van korte duur. Gebruik niet-geleidende
ladders voor onvermijdelijke levende elektrische
werkzaamheden. Gebruik de ladder niet buiten bij
ongunstige weersomstandigheden, zoals sterke
wind. Neem voorzorgsmaatregelen tegen kinderen
die op de ladder spelen. Zie de ladder toe bij op-
en afgaan. Houd een veilige grip op de ladder bij
op- en aflopen. Gebruik de ladder niet als brug.
Breng geen lange perioden op de ladder zonder
regelmatige pauzes (vermoeidheid is een risico).
Leunladders die voor toegang tot een hoger niveau
worden gebruikt moeten ten minste 1 meter boven
het aanvoer punt worden verlengd. Apparatuur
dat gedragen wordt tijdens het gebruik van de
ladder moet licht en gemakkelijk te hanteren zijn.
Vermijd werk dat een zijwaartse belasting oplegt
op staande ladders, zoals zijdelingse boringen
van vaste materialen (bijv. baksteen of beton).
Houd een houvast bij het werken vanaf de ladder
of neem extra veiligheidsmaatregelen als dat niet
kan. De ladder nooit oprichten of ondersteboven
gebruiken. De basis moet altijd stevig op de
grond staan. Laat een verlengde ladder niet
onbeheerd achter. Plaats geen gereedschap of
andere objecten op de sporten en hang niets op
de ladder. Schuif niet van de ladder naar beneden.
Klim en daal af met opzettelijke bewegingen. Houd
altijd te allen tijde 3 contactpunten met de ladder,
bijvoorbeeld twee voeten op dezelfde sport en een
hand op de bomen. Ga niet hoger dan de laatste
meter van de ladder. Steek de handen rond de
stijl als je de ladder van de uitgeschoven naar de
opslagpositie brengt. Stap niet van de zijkant van
de ladder af. Wees voorzichtig bij het sluiten van
de ladder om geen vingers, kleding of haar in het
mechanisme te vangen.
REPARATIE, ONDERHOUD EN OPSLAG.
Reparaties
uitgevoerd door een bevoegde persoon en in
overeenstemming met de instructies van de
fabricant. De ladder moeten worden opgeslagen
volgens de instructies van de fabrikant. Klap de
ladder volledig in, sluit alle treden en maak deze
vast voordat u deze opslaat of opbergt. Reinig de
ladder met een geschikte huishoudreiniger en een
zachte, droge doek. Droog alle onderdelen grondig
af voordat u de ladder opbergt. Bewaar de ladder
binnenshuis in een droge omgeving. Laat andere
voorwerpen niet op de ladder rusten. Bewaar de
ladder op de juiste manier naar boven; de basis
moet altijd op de grond zitten.
REDENEN VOOR ONGEVALLEN.
De volgende lijst van gevaren en voorbeelden van hun
oorzaken, die niet limitatief is, zijn gemeenschappelijke
redenen voor ongelukken die worden aangetroffen bij
het gebruik van ladders en zijn de basis waarop de
informatie in deze standaard is ontwikkeld: VERLIES
VAN STABILITEIT. Onjuiste positionering van
de ladder (zoals verkeerde hoek voor leun ladder
of niet volledig openen van een staande ladder).
Schuif naar buiten aan de onderkant (zoals de
onderkant van de ladders glijden weg van de muur).
Misval, zijwaartse val en top omklappen (zoals het
overbereiken of fragiele bovenste contactoppervlak).
Conditie van de ladder (zoals ontbrekende anti-slip
poten). Afstappen van een onbeveiligde ladder op
23
Nederlands
en
onderhoud
moet
worden